[go: up one dir, main page]

NL2003279C2 - Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet. - Google Patents

Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet. Download PDF

Info

Publication number
NL2003279C2
NL2003279C2 NL2003279A NL2003279A NL2003279C2 NL 2003279 C2 NL2003279 C2 NL 2003279C2 NL 2003279 A NL2003279 A NL 2003279A NL 2003279 A NL2003279 A NL 2003279A NL 2003279 C2 NL2003279 C2 NL 2003279C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
model foot
male
height
female
dental arch
Prior art date
Application number
NL2003279A
Other languages
English (en)
Inventor
Oscar Bernard Koenders
Original Assignee
Koenders Tandtechniek
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koenders Tandtechniek filed Critical Koenders Tandtechniek
Priority to NL2003279A priority Critical patent/NL2003279C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2003279C2 publication Critical patent/NL2003279C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61CDENTISTRY; APPARATUS OR METHODS FOR ORAL OR DENTAL HYGIENE
    • A61C9/00Impression cups, i.e. impression trays; Impression methods
    • A61C9/002Means or methods for correctly replacing a dental model, e.g. dowel pins; Dowel pin positioning means or methods

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Dental Tools And Instruments Or Auxiliary Dental Instruments (AREA)

Description

WERKWIJZE EN SAMENSTEL VOOR HET VERBINDEN VAN EEN TANDBOOGAFGIETSEL AAN EEN MODELVOET
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 werkwijze en een samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet.
Wanneer een patiënt een correctie aan zijn gebit nodig heeft, bijvoorbeeld wanneer een zogenaamde kroon of brug dient te worden aangebracht, wordt door deze patiënt in 10 een vervormbare substantie gehapt, waarin na het happen een negatieve afdruk van het gebit van deze patiënt achterblijft. Na uitharding van deze vervormbare substantie, kan in de verkregen afdruk een uithardend vulmedium, doorgaans gips, worden gegoten. Na uitharding van dit 15 vulmedium wordt een model verkregen dat een exacte kopie is van het gebit waarmee de patiënt in de vervormbare substantie heeft gehapt. Een tandtechnicus vervaardigt op basis van dit tandboogafgietsel een kroon of brug, waarna deze aan de tandarts wordt toegezonden voor plaatsing in het 20 gebit van zijn of haar patiënt.
Het komt veelvuldig voor dat bij plaatsing van een door een tandtechnicus vervaardigde kroon of brug blijkt dat er nog een minimale nabewerking nodig is, welke doorgaans door de tandarts zelf kan worden uitgevoerd, doch vaak 25 tijdrovend is. Daarnaast kan het in extreme gevallen nodig zijn dat de door de tandtechnicus vervaardigde kroon of brug niet in de aan de tandarts afgeleverde vorm kan worden geplaatst, waardoor de patiënt onverrichterzake naar huis wordt gestuurd en de tandtechnicus een verdere nabewerking 30 in zijn lab zal dienen uit te voeren. Deze extreme gevallen zijn zeer tijdrovend en bovendien leiden zij voor de patiënt tot het ongemak van het te moeten maken van een nieuwe afspraak bij de tandarts.
2
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet te verschaffen, waarbij bovengenoemde problemen althans gedeeltelijk voorkomen zijn, 5 en welke in het bijzonder de tandtechnicus in staat stelt de door hem vervaardigde kronen en/of bruggen zodanig te vervaardigen dat latere benodigde nabewerking hiervan tot een minimum wordt gereduceerd.
Het genoemde doel is bereikt met de werkwijze voor 10 het verbinden van een afgietsel van een tandboog aan een modelvoet voor het daarin op opnemen van het tandboogafgietsel, omvattende de stap van het aan een koppelorgaan aanbrengen van een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel, teneinde het koppelorgaan op veerkrachtige 15 wijze bevestigbaar aan het tandboogafgietsel of de modelvoet te maken.
Doordat een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel rond het koppelorgaan is aangebracht, kan het tandboogafgietsel ten minste transleren ten opzichte van de 20 modelvoet. Dit wil zeggen dat het tandboogafgietsel en de modelvoet parallel ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn binnen de elastische vervormbaarheid die het elastisch vervormbaar deel verschaft. Echter, zodra de kracht die het elastisch vervormbaar deel vervormt wordt weggehaald, zal de 25 verbinding tussen tandboogafgietsel en tandboog terugveren naar de onvervormde evenwichtsstand, op deze wijze aldus een reproduceerbare verbinding verschaffend.
Een deel van de onderhavige uitvinding is gelegen in de onderkenning dat de onderkaak (mandibularis) tijdens 30 een openingsbeweging van de mond in linguale zin door de mediaanlijn tordeert. Dit wordt veroorzaakt doordat de afstand tussen de kaakkopjes (condyli) tijdens een openingsbeweging een S-vormig traject doorlopen 3 (condylusbaan). Daarnaast verschaffen de vezels van Sharpey een mate van beweeglijkheid en indrukbaarheid aan de tanden en kiezen ten opzichte van de kaak waarin deze zijn opgenomen.
5 Bij het nemen van een gebitsafdruk van de onderkaak hapt de patiënt in een lepelvorm waarin een vervormbare substantie voor het nemen van de gebitsafdruk is opgenomen. Doordat deze lepelvorm zich tussen de boven- en onderkaak bevindt, kan de patiënt beide kaakdelen niet 10 geheel tegen elkaar sluiten, en wordt de gebitsafdruk afgenomen wanneer de kaakdelen zich in een enigszins geopende stand bevinden. In deze enigszins geopende stand, zijn de kaakkopjes (condyli) over enige afstand in de S-vormige condylusbaan verplaatst, waardoor de onderkaak als 15 gevolg van het in linguale zin door de mediaanlijn torderen hiervan, smaller is dan in de toestand waarin de onder- en bovenkaak volledig met elkaar in aangrijpend contact zijn.
De gebitsafdruk van de onderkaak is hierdoor enigszins smaller dan in de situatie waarbij beide kaakhelften in 20 werkelijkheid tegen elkaar komen, hetgeen resulteert in een afwijkende aangrijping, ofwel interdigitatie, tussen bovenen ondertanden.
Doordat volgens deze verdere stap een laag materiaal wordt verwijderd van de modelvoet, ontstaat een 25 speling tussen modelvoet en tandboogafgietsel die het tandboogafgietsel ten opzichte van de modelvoet kantelbaar maakt. Hierdoor wordt aan het model meer flexibiliteit verschaft, en is het mogelijk om met het tandboogafgietsel en de modelvoet reeds in een tandtechnisch laboratorium de 30 interdigitatie tussen de tanden zodanig te variëren dat het aangrijpen van de tanden in boven- en onderkaak van de patiënt exact kan worden nagebootst. Zodoende kan bij het vervaardigen van de kroon en/of brug een hogere 4 nauwkeurigheid worden bereikt. De noodzaak van nabewerking na plaatsing op het gebit van de patiënt wordt hierdoor tot een minimum beperkt.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, 5 omvat de werkwijze verder de stap van het door de mediaanlijn tussen de voortanden delen van het tandboogafgietsel, teneinde twee in hoofdzaak even grote tandbooghelften te vormen. Met de mediaanlijn wordt de virtuele lijn bedoelt die het lichaam in twee 10 lichaamshelften verdeelt. Met betrekking tot de tandboog zal deze verdeling tussen lichaamshelften tussen de twee voortanden doorlopen. Het delen van het tandboogafgietsel verschaft aan het fysieke model de bewegingsvrijheid die een tandboog van een onderkaak ook in werkelijkheid heeft.
15 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm, omvat het koppelorgaan ten minste een mannelijk deel dat bevestigd wordt in het tandboogafgietsel. Het mannelijk deel is bij voorkeur in hoofdzaak langwerpig en vormvast, en omvat een bevestigingsdeel voor bevestiging van het 20 mannelijk deel in het tandboogafgietsel.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm, omvat het koppelorgaan ten minste een vrouwelijk deel dat bevestigd wordt in de modelvoet.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 25 omvat de werkwijze de stap van het koppelen van ieder mannelijk deel met een vrouwelijk deel, waarbij ieder vrouwelijk deel een uitsparing omvat waarin het mannelijk deel op vormpassende wijze opneembaar is. Wanneer een in hoofdzaak langwerpig en vormvast mannelijk deel in de 30 uitsparing van het vrouwelijk deel wordt aangebracht, ontstaat een in hoofdzaak starre verbinding tussen het mannelijk deel en het vrouwelijk deel, welke een 5 reproduceerbare plaatsing van het tandboogafgietsel op de modelvoet mogelijk maakt.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het zodanig boven een mal 5 van een modelvoet positioneren van het tandboogafgietsel, dat de vrouwelijke delen, die gekoppeld zijn aan de in het tandboogafgietsel aangebrachte mannelijke delen, zich binnen het door de mal ingesloten volume bevinden, het vervolgens vullen van de mal met een zich uithardend vulmedium dat na 10 uitharding een modelvoet vormt, en het daarna uit de modelvoet wegnemen van het tandboogafgietsel met zijn één of meer koppelorganen.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het koppelorgaan een zich in hoofdzaak dwars op het 15 contactvlak tussen tandboogafgietsel en modelvoet uitstrekkende hoogterichting, en omvat de stap van het aan het koppelorgaan aanbrengen van een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel het ten minste over nagenoeg de gehele hoogte H van het koppelorgaan aanbrengen van een elastisch 20 materiaal. Doordat het elastisch vervormbaar deel over ten minste nagenoeg de gehele hoogte van het koppelorgaan aangebracht elastisch materiaal omvat, zijn het tandboogafgietsel en de modelvoet op enigszins veerkrachtige wijze met elkaar verbonden. Hierdoor is het mogelijk om 25 tijdens het vervaardigen van een kroon en/of brug de interdigitatie tussen tanden van onder- en bovenkaakmet het fysieke model te variëren, teneinde de kroon en/of brug reeds in het model te perfectioneren qua aangrijping met de tegenbeet.
30 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het koppelorgaan tevens elastisch materiaal aan het uiteinde van het koppelorgaan, waardoor enige mate van indrukbaarheid conform de vezels van Sharpey wordt 6 verschaft, hetgeen de flexibiliteit van het model verder vergroot.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het koppelorgaan elastisch materiaal met een dikte van 5 tussen 0,1 en 10 mm, en meer bij voorkeur tussen 1 en 3 mm.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het koppelorgaan uit één geheel vervaardigd, waarbij een binnenwaarts gekeerd deel in hoofdzaak vormvaste materiaaleigenschappen omvat, en waarbij een buitenwaarts 10 gekeerd deel in hoofdzaak elastische materiaaleigenschappen omvat. Een dergelijk uit één geheel vervaardigd koppelorgaan kan bijvoorbeeld door middel van een spuitgietproces worden verkregen, waarbij bijvoorbeeld de binnenzijde van een vrouwelijk deel - dat het mannelijk deel ontvangt - in 15 hoofdzaak vormvast is uitgevoerd, terwijl de buitenzijde, die naar de modelvoet is gekeerd, enigszins elastische materiaaleigenschappen vertoont.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het koppelorgaan een mannelijk deel dat een verbreed 20 middenlijf omvat dat in gekoppelde toestand van het mannelijk deel en het vrouwelijk deel afsteunt tegen een rand van het vrouwelijk deel, en wordt de stap van het aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde van de modelvoet verwijderen van een laag materiaal, teneinde in 25 gekoppelde toestand van modelvoet en tandboogafgietsel enige speling daartussen te verschaffen, voorafgegaan door het uit het vrouwelijk deel uitnemen van het mannelijk deel.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde 30 van de modelvoet ten minste zoveel materiaal verwijderd dat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel met daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel en de hoogte van het verbreed middenlijf van het mannelijk deel 7 groter is dan de hoogte van de modelvoet. In deze voorkeursuitvoeringsvorm bevindt zich tevens elastisch materiaal onder het vrouwelijk deel, waarbij met de onderzijde van het vrouwelijk deel wordt verwezen naar de 5 van de tandboog afgekeerde zijde van het vrouwelijk deel. Doordat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel, het zich aan de onderzijde hiervan bevindende elastisch vervormbaar deel en de hoogte van het verbreed middenlijf van het mannelijk deel, groter is dan de hoogte van de 10 modelvoet, ontstaat de situatie dat in gekoppelde toestand van in modelvoet en tandboogafgietsel enige speling daartussen wordt verkregen.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde 15 van de modelvoet ten minste zoveel materiaal verwijderd dat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel en de hoogte van het verbreed middenlijf van het mannelijk deel, groter is dan de hoogte van de modelvoet. Het is tevens denkbaar dat aan de onderzijde van het vrouwelijk deel, dat wil 20 zeggen aan de van het tandboogafgietsel afgekeerde zijde van het vrouwelijk deel, géén elastisch materiaal bevindt. In deze situatie wordt doorgegaan met het weghalen van een laag materiaal van de modelvoet, totdat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel en de hoogte van het verbreed 25 middenlijf van het mannelijk deel, groter is dan de hoogte van de modelvoet, waardoor in gekoppelde toestand van modelvoet en tandboogafgietsel enige speling daartussen blijft gewaarborgd.
De uitvinding heeft verder betrekking op een 30 samenstel voor de werkwijze zoals in het voorgaande beschreven, het samenstel omvattende: 8 - een in hoofdzaak langwerpig en vormvast mannelijk deel, dat een bevestigingsdeel omvat voor bevestiging van het mannelijk deel in een tandboogafgietsel; - een in een modelvoet aanbrengbaar vrouwelijk 5 deel omvattende een uitsparing waarin het mannelijk deel op vormpassende wijze opneembaar is, teneinde een in hoofdzaak starre verbinding tussen het mannelijk deel en het vrouwelijk deel te vormen; en - waarbij het mannelijk en/of vrouwelijk deel ten 10 minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel omvat teneinde het mannelijk en/of vrouwelijk deel op veerkrachtige wijze bevestigbaar aan het tandboogafgietsel of de modelvoet te maken. Doordat het mannelijk en/of het vrouwelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch 15 vervormbaar deel omvat, zijn het tandboogafgietsel en modelvoet op veerkrachtige wijze ten opzichte van elkaar bevestigbaar, waardoor het mogelijk is om het tandboogafgietsel en de modelvoet enigszins veerkrachtig ten opzichte van elkaar te bewegen, teneinde zo de 20 interdigitatie tussen tanden van boven- en onderkaak met een fysiek model modelmatig te toetsen, waardoor een latere nabewerking in de tandartspraktijk niet meer noodzakelijk is, of althans de noodzaak hiertoe tot een minimum wordt beperkt.
25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel omvat het vrouwelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel teneinde het vrouwelijk deel op veerkrachtige wijze in de modelvoet aanbrengbaar te maken.
30 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel omvat het mannelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel teneinde het mannelijk 9 deel op veerkrachtige wijze in het tandboogafgietsel aanbrengbaar te maken.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het mannelijk deel een verbreed middenlijf dat in 5 gekoppelde toestand van het mannelijk deel en het vrouwelijk deel afsteunbaar is tegen een rand, in het bijzonder een bovenrand van het vrouwelijk deel. Dit verbreed middenlijf van het mannelijk deel heeft het bijzondere voordeel dat bij het uit het vrouwelijk deel uitnemen van het mannelijk deel, 10 zich aan de bovenzijde van de modelvoet een laag materiaal bevindt waarin het vrouwelijk deel - dat doorgaans van metaal is - zich niet uitstrekt. Deze laag uitgehard vulmateriaal van de modelvoet - doorgaans gips - is met een slijpschijf eenvoudig ten minste gedeeltelijk te 15 verwijderen, waardoor in gekoppelde toestand van tandboogafgietsel (met het mannelijk deel) en modelvoet (met het vrouwelijk deel) zich enige speling daartussen bevindt. Deze speling wordt verschaft door de dikte van de laag verwijderd materiaal van de modelvoet, en verschaft de 20 mogelijkheid om het tandboogafgietsel en modelvoet, onder indrukking van de veerkrachtige verbinding die door het elastisch vervormbaar deel verschaft wordt, ten opzichte van elkaar te bewegen. Hierbij is het mogelijk reeds met het fysieke model van tandboogafgietsel en modelvoet modelmatig 25 de interdigitatie van de tanden van boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar te toetsen, en de noodzaak tot latere nabewerkingen tot een minimum te beperken.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de hoogte van het vrouwelijk deel ten minste kleiner dan 30 de hoogte van de modelvoet.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel met daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel en de 10 hoogte van het verbreed middenlijf van het mannelijk deel kleiner of gelijk aan de hoogte van de onbewerkte modelvoet. Hierbij wordt opgemerkt dat onder onbewerkte modelvoet in dit octrooischrift de modelvoet wordt bedoeld zoals deze 5 wordt verkregen na te zijn uitgegoten, doch waarvan nog geen laag materiaal is verwijderd.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel en de hoogte van het verbreed middenlijf van het mannelijk deel 10 kleiner of gelijk aan de hoogte van de onbewerkte modelvoet. Het betreft hierbij de uitvoeringsvorm waarbij zich aan de onderzijde van het vrouwelijk deel, dat wil zeggen aan de van de tandboogafgietsel afgekeerde zijde van het vrouwelijk deel, geen elastisch materiaal bevindt.
15 In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekeningen verder verklaard, waarin tonen:
Figuur 1: een vooraanzicht van een gebit in gesloten toestand; 20 Figuur 2: een zijaanzicht van een schedel waarbij de kaken zich in de in figuur 1 getoonde gesloten stand bevinden;
Figuur 3: een aanzicht volgens pijl III in figuur 2, waarbij de tanden van boven- en onderkaak in elkaar 25 grijpen;
Figuur 4: een vooraanzicht waarbij het gebit zich in een geopende toestand bevindt;
Figuur 5: een zijaanzicht van een schedel waarbij de kaken zich in de in figuur 4 getoonde stand bevinden; 30 Figuur 6: een aanzicht volgens de pijl VI in figuur 5, waarbij de tanden in de onderkaak enigszins binnenwaarts getordeerd zijn en waarin de afdruk van het gebit genomen wordt; 11
Figuur 7: een perspectivisch vooraanzicht van een onderkaak met daarin aangegeven de verplaatsing van de kaakkopjes bij het openen van de kaken;
Figuur 8: een gipsafdruk van de onderkaak met 5 aangebrachte mannelijke koppelorganen;
Figuur 9: een perspectivisch aanzicht van een samenstel van een mannelijk en een vrouwelijk koppelorgaan, met een daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel;
Figuur 10: een opengewerkt doorsnedeaanzicht van 10 de in figuur 9 getoonde samenstelling;
Figuur 11: een perspectivisch uit elkaar getrokken aanzicht van het in figuren 9 en 10 getoonde samenstel;
Figuur 12: een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van een mannelijk en vrouwelijk 15 koppelorgaan, waarbij om het vrouwelijk koppelorgaan een elastisch deel is aangebracht;
Figuur 13: een opengewerkt aanzicht van het in figuur 12 getoonde samenstel;
Figuur 14: een uit elkaar getrokken aanzicht van 20 het in de figuren 12 en 13 getoonde samenstel;
Figuur 15: de plaatsing van een tandboogafgietsel met een samenstel van een mannelijk en een vrouwelijk koppelorgaan met een daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel in een modelbak die fungeert als mal voor 25 het maken van een modelvoet;
Figuur 16: het in figuur 15 getoonde tandboogafgietsel waarbij een uitgeharde modelvoet is gevormd;
Figuur 17: een doorsnedeaanzicht volgens pijl XVII 30 van het aanzicht van figuur 16;
Figuur 18: de situatie waarbij het tandboogafgietsel is uitgenomen uit de modelvoet en een te bewerken tand is uitgezaagd; 12
Figuur 19: de situatie waarbij het tandboogafgietsel van de onderkaak door de mediaanlijn is doorgezaagd, en de modelvoet is afgeslepen;
Figuren 20 en 21: schematische weergaven van 5 onder- en bovenkaak wanneer deze met het fysieke model van tandboogafgietsels wordt gesloten; en
Figuren 22 en 23: een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
In het in figuur 1 getoonde vooraanzicht zijn een 10 bovenkaak 2 en een onderkaak 4 getoond, waarin zich respectievelijk boventanden 6 en ondertanden 8 bevinden. In het zijaanzicht van de schedel zoals deze getoond is in figuur 2 is te zien dat de bovenkaak 2 en onderkaak 4 volledig contact met elkaar maken, ofwel dat de kaken 15 volledig gesloten zijn. Aan het einde van het kaakbot bevinden zich kaakkopjes 12, welke voor de scharnierbeweging van de onderkaak 4 zorgdragen.
In het doorsnede aanzicht van figuur 3 is getoond hoe de boventanden 6 en de ondertanden 8 bij de gesloten 20 toestand van het gebit van figuren 1 en 2, van nature perfect in elkaar vallen. Deze aangrijping tussen boventanden 6 en ondertanden 8 wordt ook wel interdigitatie genoemd.
Wanneer de patiënt zijn mond opent, en de 25 bovenkaak 2 en onderkaak 4 van elkaar af beweegt, komen de boventanden 6 en de ondertanden 8 los van elkaar en zullen de ondertanden 8 in deze geopende toestand van de mond een verplaatsing ondergaan die bij het nemen van een afdruk in deze deels geopende toestand zal leiden tot een afdruk van 30 de onderkaak die smaller is dan in de situatie waarin de boven- 2 en onderkaak 4 volledig op elkaar aansluiten. Als gevolg hiervan zal een door een tandarts afgenomen gebitsafdruk niet exact de interdigitatie representeren 13 zoals die in figuur 3 is getoond. Immers, bij het nemen van een gebitsafdruk bevindt zich tussen de boven- 2 en onderkaak 4 een lepel met vervormbare pasta, welke leidt tot de in figuren 4 en 5 getoonde deels geopende stand van de 5 mond, waarbij de situatie van figuur 6 zich voordoet.
Aan de hand van figuur 7 zal de oorzaak van het verschil tussen de in figuren 3 en 6 getoonde interdigitaties nader worden toegelicht. De kaakkopjes 12 (ofwel condyli) die zich aan het einde van de onderkaak 4 10 bevinden, fungeren als scharnierpunt voor de onderkaak 4.
Bij het openen en sluiten van de mond, dat wil zeggen bij het van elkaar af en naar elkaar toe bewegen van boven- 2 en onderkaak 4, doorlopen deze kaakkopjes 12 een S-vormige trajectorie, die condylusbaan wordt genoemd. De kaakkopjes 15 12 bevinden zich in gesloten toestand van de mond op de in figuur 7 getoonde posities PI, terwijl in volledig geopende toestand van de mond de kaakkopjes zich in de in figuur 7 getoonde posities P2 bevinden. De afstand tussen de kaakkopjes 12 in de posities PI komt overeen met de afstand 20 Wl, terwijl in geopende toestand deze afstand kleiner is, aangegeven met W2 in figuur 7. Als gevolg hiervan wordt bij het afnemen van een gebitsafdruk met deels geopende mond een smallere gebitsafdruk vastgelegd dan wanneer het mogelijk zou zijn om bij een volledig gesloten kaak een afdruk te 25 maken.
Een deel van de uitvinding is gelegen in de onderkenning dat de onderkaak 4 tijdens het openen en sluiten van de mond in linguale zin door de mediaanlijn tordeert, terwijl doorgaans - zelfs bij veel tandartsen en 30 tandtechnici - de veronderstelling heerst dat de onderkaak met zijn tanden een star geheel betreft.
Daar bij het nemen van een gebitsafdruk met een (niet getoonde) lepel en bijbehorende vervormbare pasta 14 altijd enige afstand tussen boven- 2 en onderkaak 4 aanwezig zal zijn, representeert het in figuur 8 getoonde tandboogafgietsel 14 een tandoriëntatie die afwijkt van de interdigitatie bij een gesloten mond. Het getoonde 5 tandboogafgietsel 14 omvat mannelijke koppelorganen 16 die met een bevestigingspen 18 aan het tandboogafgietsel 14 zijn bevestigd.
In de figuren 9-11 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een samenstel van een mannelijk 10 koppelorgaan 16 en een vrouwelijk koppelorgaan 32 getoond. Het mannelijke koppelorgaan 16 heeft een bevestigingspen 18 met richels 20 waarmee het mannelijk koppelorgaan 16 bevestigbaar is in het tandboogafgietsel 14. Voorts heeft het mannelijk koppelorgaan 16 een verbreed middenlijf 22 dat 15 in de in figuren 9-11 getoonde uitvoeringsvorm getrapt is uitgevoerd, en een eerste deel van het middenlijf 24 en een tweede deel van het middenlijf 26 omvat. De getrapte uitvoering van het middenlijf 22, meer in het bijzonder de trap die ontstaat tussen het eerste deel van het middenlijf 20 24 en het tweede deel van het middenlijf 26, verschaft een afsteunvlak 28 waarmee het mannelijk koppelorgaan 16, in gekoppelde toestand, aangrijpt op een bovenrand 36 van het vrouwelijk koppelorgaan 32. Verder heeft het mannelijk deel conische aangrijpdelen 30, twee in de getoonde 25 uitvoeringsvorm. Het is echter ook denkbaar dat in een (niet getoonde) verdere uitvoeringsvorm deze twee getoonde conische aangrijpdelen 30 samen één enkel onrond aangrijpdeel vormen.
Het vrouwelijk koppelorgaan heeft uitsparingen 34 30 waarin de conische aangrijpdelen 30 op vormpassende wijze opneembaar zijn, teneinde in gekoppelde toestand van mannelijk deel 16 en vrouwelijk deel 32 een in hoofdzaak starre verbinding daartussen te verschaffen.
15
Verder heeft het vrouwelijk koppelorgaan 32 een verdieping 38 in haar manteloppervlak, waarop het elastisch vervormbaar deel 42 op vormpassende wijze aangrijpbaar is.
Voorts heeft het vrouwelijk koppelorgaan 32 aan de 5 onderzijde daarvan openingen 40 waardoorheen de conische aangrijpdelen 30 steekbaar zijn. Dit elastisch vervormbare deel 42 is voorzien van richels 44 teneinde een betrouwbare bevestiging aan de modelvoet 58 mogelijk te maken.
Bij voorkeur is het elastisch vervormbare deel 42 10 verder voorzien van uitsparingen 46 waardoorheen de conische delen 30 van het mannelijk deel 16 steekbaar zijn.
In de figuren 12-14 wordt een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een samenstel van een mannelijk koppelorgaan 16 en een vrouwelijk koppelorgaan 32 getoond.
15 Het mannelijk deel 16 heeft wederom een bevestigingspen 18 met richels 20 waarmee het mannelijk deel bevestigbaar is in een tandboogafgietsel 14.
Voorts heeft het mannelijk deel 16 een verbreed middenlijf 22 waarmee het in gekoppelde toestand met een 20 vrouwelijk koppelorgaan 32 met het afsteunvlak 28 afsteunt op een bovenrand 36 van het vrouwelijk deel 32. Het conische aangrijpdeel 30 is op vormpassende wijze opneembaar in de in het vrouwelijk deel 32 aangebrachte uitsparing 34. Aan de onderzijde van het vrouwelijk deel 32 bevindt zich een 25 opening 40 waardoorheen het conisch aangrijpdeel 30 van het mannelijk deel 16 steekbaar is. Het manteloppervlak van het vrouwelijk deel 32 heeft daarin aangebrachte verdiepingen 38 waarop het elastisch vervormbare deel 42 aangrijpbaar is.
Het elastische vormbare deel 42 heeft zelf aan de 30 buitenzijde daarvan richels 44 waardoor een betrouwbare bevestiging in een modelvoet 58 wordt verkregen. Aan de onderzijde van het elastisch vervormbare deel 42 is wederom 16 een uitsparing 46 aangebracht waardoorheen het conisch deel 30 van het mannelijk deel 16 steekbaar is.
In figuur 15 wordt het in figuur 8 getoonde tandboogafgietsel 14 met om de mannelijke koppelorganen 16 5 aangebrachte vrouwlijke koppelorganen 32 en elastisch vervormbare delen 42 getoond. Dit tandboogafgietsel 14 wordt met zijn vrouwelijke koppelorganen 32 en elastische vervormbare delen 42 in een modelbak 48 met opstaande wand 50 en bodem 52 geplaatst. In de bodem 52 zijn verder een 10 uitsparing (ofwel splitkast) 54, alsmede een uitstulping 56 aangebracht.
Nadat het tandboogafgietsel 14 met zijn vrouwelijke koppelorgaan 32 en elastisch vervormbaar deel 42 op de bodem 52 van de modelbak 48 is geplaatst, wordt deze 15 modelbak 48 gevuld met een zich uithardend vulmedium, doorgaans gips.
Na uitharding van dit vulmedium wordt de modelbak 48 verwijderd, en heeft de aldus gevormde modelvoet 58 na uitharding de vrouwelijke koppelorganen 32 met daaromheen 20 aangebrachte elastische vervormbare delen 42 hierin opgenomen. De richels 44 in het elastisch vervormbare deel 42 zorgen voor een betrouwbare bevestiging tussen het elastisch vervormbare deel 42 en de modelvoet 58.
Aan de onderzijde van de modelvoet 58 bevinden 25 zich V-vormige steunen 64 die zijn gevormd in de uitsparingen 54 in de bodem 52 van de modelbak 48. Deze V-vormige steunen garanderen een reproduceerbare plaatsing van modelvoet 58 op (niet getoonde) steunen van een articulator.
De uitstulping 56 in de bodem 52 van de modelbak 30 48 verschaft een ruimte in de modelvoet 58 waarin een (niet getoonde) magneet opneembaar is, welke de plaatsing voor de modelvoet 58 in de (niet getoonde) steun vergemakkelijkt.
17
Figuur 17 toont een doorsnede aanzicht van het in figuur 16 getoonde tandboogafgietsel 14 met modelvoet 58, waarbij wordt getoond hoe het samenstel van het mannelijk deel 16 en het vrouwelijk deel 32, met daaromheen 5 aangebracht elastisch vervormbare deel 42 is opgenomen in de modelvoet 58.
Het bovenvlak van de modelvoet 58 strekt zich in de in figuur 17 getoonde toestand nog uit tot een niveau dat zich hoger bevindt dan het ondervlak van het 10 tandboogafgietsel 14, waardoor het tanboogafgietsel 14 in een lichte verdieping van de modelvoet 58 staat. Dit is duidelijk te zien in figuur 18, waar het tandboogafgietsel 14 met zijn mannelijke delen 16 uit de modelvoet 58 met zijn vrouwelijke delen 32 is uitgenomen.
15 De te bewerken tand wordt vervolgens uitgenomen door het uitzagen van deze specifieke tand uit het tandboogafgietsel 14 (figuur 18). In het navolgende wordt dit afgietsel van deze te bewerken tand, werkstuk 68 genoemd. Doordat het tandboogafgietsel 14, evenals het 20 werkstuk 68, bij terugplaatsen op de modelvoet 58 in de lichte verdieping van het bovenvlak 60 staan, worden deze enigszins ten opzichte van de modelvoet 58 gefixeerd. De tandtechnicus kan het werkstuk 68 uitnemen voor het uitvoeren van bewerkingen, waarna het op de modelvoet 58 kan 25 worden teruggeplaatst om de consequenties van de bewerkingen ten opzichte van de tandboog 14 waar te nemen.
Nadat de kroon van het werkstuk 68 volgens de aan de hand van figuur 18 beschreven gangbare stappen is vervaardigd, wordt deze volgens conventionele werkwijzen 30 naar de tandarts gestuurd teneinde teruggeplaatst te worden in de mond van de patiënt. Niet zelden blijkt dat dan een nabewerking nodig is, hetgeen met de hierna beschreven 18 additionele stappen volgens de uitvinding geheel, of althans grotendeels, had kunnen worden voorkomen.
Nadat de mannelijke delen 16 uit de vrouwelijke delen 32 zijn uitgenomen, wordt van het bovenvlak 60 van de 5 modelvoet 58 een laag materiaal afgeslepen (figuur 19), waardoor er een tussenruimte 70 tussen tandboogafgietsel 14 en modelvoet 58 ontstaat wanneer het mannelijk deel 16 wordt teruggeplaatst in het vrouwelijk deel 32. Dit betreft de situatie waarbij het verbreed middenlijf 22 van het 10 mannelijk deel 16 aangrijpt op de bovenrand 36 van het vrouwelijk deel 32.
Opgemerkt wordt dat bij het wegslijpen van een laag materiaal van het bovenvlak 60 van de modelvoet 58 tevens materiaal van het elastisch vervormbare deel 42 wordt 15 weggeslepen. Daar het elastisch vervormbare deel 42 uit makkelijk te verspanen materiaal bestaat, zal de slijpschijf hierdoor niet beschadigd raken.
Het verbreed middenlijf 22 zorgt enerzijds voor een starre koppeling tussen het mannelijk deel 16 en het 20 vrouwelijk deel 32 mogelijk is, terwijl - in de situatie waarbij het mannelijk deel 16 uit het vrouwelijk deel 32 is uitgenomen - er nabij het bovenvlak 60 van de modelvoet 58 een bepaalde dikte is waar zich enkel makkelijk te verspanen materiaal van het vervormbaar elastisch deel 42 uitstrekt.
25 Het vrouwelijk deel 32 dat doorgaans van metaal zal zijn vervaardigd en derhalve een slijpschijf snel zal beschadigen, strekt zich hier niet uit.
Zoals getoond in figuur 19 wordt bij het wegslijpen van een laag materiaal van het bovenvlak 60 van 30 de modelvoet 58 ervoor zorggedragen dat het metalen deel van het vrouwelijk koppelorgaan 32 niet geraakt wordt, dat wil zeggen dat er minimaal een geringe dikte elastisch 19 vervormbaar deel 42 boven de bovenraad 36 van het vrouwelijk deel 32 blijft uitsteken.
In figuur 19 wordt verder getoond dat het tandboogafgietsel 14 van de onderkaak door de mediaanlijn -5 die overeenkomt met het in figuur 18 aangegeven vlak 72 -tussen de voortanden is doorgezaagd. Het tandboogafgietsel 14 wordt zo opgedeeld in twee helften. Iedere tandbooghelft 14a, 14b in het model heeft - net als de kaak van de patiënt - enige mate van bewegingsvrijheid. In het fysieke model 10 kunnen de twee tandbooghelften 14a en 14b op veerkrachtige wijze ten opzichte van de modelvoet 58 bewegen, zodat de variatie tussen figuren 3 en 6 modelmatig kan worden nagebootst. De tandtechnicus kan aldus de tandboog 14a en het werkstuk 68 van de te bewerken tand modelmatig in de in 15 werkelijkheid optredende interdigitatie brengen, waardoor de kroon of brug reeds in het model aan de werkelijke situatie kan worden getoetst. Het tandboogafgietsel 14a fungeert hierbij als referentie voor het bepalen van de stand van het werkstuk 68 .
20 In figuur 20 is het werkstuk 68 met zijn mannelijk deel 16 teruggeplaatst in het vrouwelijk deel 32 dat met het elastisch vervormbaar deel 42 in de modelvoet 58 is opgenomen. Het afgietsel 6' van de boventand en het afgietsel 8' van de ondertand van het werkstuk 68 bevinden 25 zich in de in figuur 20 getoonde situatie in de afwijkende interdigitatie zoals die in figuur 6 wordt weergegeven. Doordat het elastisch vervormbare deel 42 op veerkrachtige wijze vervormbaar is kan door het uitoefenen van een kracht F op het afgietsel 6' van de boventand, een kracht op het 30 werkstuk 68 met de ondertand 8' worden uitgeoefend. Deze kracht zorgt ervoor dat het werkstuk 68 via de pijl M beweegt (figuur 21) totdat de interdigitatie ontstaat die zich normaliter van nature voordoet wanneer de boven- 2 en 20 onderkaak 4 volledig op elkaar aansluiten, en getoond wordt in figuur 3. De tandtechnicus kan bij het bewerken van het afgietsel van de ondertand 8' in zijn werkstuk 68 derhalve reeds modelmatige wijze de interdigitatie toetsen. Op deze 5 wijze kan hij met het fysieke model van het werkstuk 68 op een kroon en/of brug afleveren die géén of slechts een minimale nabewerking na plaatsing in het gebit van de patiënt behoeft.
Hoewel de in figuren 9-21 getoonde 10 uitvoeringsvormen de voorkeur hebben, omdat in het tandboogafgietsel 14 slechts een smalle bevestigingspen 18 hoeft te worden aangebracht, is het tevens denkbaar dat het elastisch vervormbaar deel 42 rond de bevestigingspen 18 van het mannelijk deel 16 is aangebracht, en dat het vrouwelijk 15 deel 32 op starre wijze op de modelvoet 58 is opgenomen (figuren 22 en 23). Het elastisch vervormbare deel 42 strekt zich in dat geval ten minste over de gehele breedte van het middenlijf 22 van het mannelijk deel 16 uit, teneinde bij het uitoefenen van een kracht F op werkstuk 68, een 20 kanteling en/of verplaatsing van het werkstuk 68 ten opzichte van de modelvoet 58 mogelijk te maken.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te 25 illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. In het bijzonder wordt opgemerkt dat de vakman technische maatregelen van de verschillende uitvoeringsvormen kan combineren. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de 30 nu volgende conclusies.

Claims (22)

1. Werkwijze voor het verbinden van een afgietsel van een tandboog aan een modelvoet voor het daarin op 5 opnemen van het tandboogafgietsel, omvattende de stap van: - het aan een koppelorgaan aanbrengen van een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel, teneinde het koppelorgaan op veerkrachtige wijze bevestigbaar aan het tandboogafgietsel of de modelvoet te maken. 10
2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende de stap van: - het aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde van de modelvoet verwijderen van een laag 15 materiaal, teneinde in gekoppelde toestand van modelvoet en tandboogafgietsel enige speling daartussen te verschaffen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende de stap van: 20. het door de mediaanlijn tussen de voortanden delen van het tandboogafgietsel.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelorgaan ten minste een 25 mannelijk deel omvat dat bevestigd wordt in het tandboogafgietsel.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelorgaan ten minste een 30 vrouwelijk deel omvat dat bevestigd wordt in de modelvoet.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stap van: - het koppelen van ieder mannelijk deel met een vrouwelijk deel, waarbij ieder vrouwelijk deel een uitsparing omvat waarin het mannelijk deel op vormpassende wijze opneembaar is. 5
7. Werkwijze volgens conclusie 6, verder omvattende de stappen van: - het zodanig boven een mal van een modelvoet positioneren van het tandboogafgietsel, dat de vrouwelijke 10 delen, die gekoppeld zijn aan de in het tandboogafgietsel aangebrachte mannelijke delen, zich binnen het door de mal ingesloten volume bevinden; - het vullen van de mal met een zich uithardend vulmedium dat na uitharding een modelvoet vormt; en 15. het uit de modelvoet wegnemen van het tandboogafgietsel met zijn één of meer koppelorganen.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, 20. waarbij het koppelorgaan een zich in hoofdzaak dwars op het contactvlak tussen tandboogafgietsel en modelvoet uitstrekkende hoogterichting (H) omvat; en - waarbij de stap van het aan het koppelorgaan aanbrengen van een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel 25 het ten minste over nagenoeg de gehele hoogte (H) van het koppelorgaan aanbrengen van elastisch materiaal omvat.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij tevens elastisch materiaal aan het uiteinde van het koppelorgaan 30 wordt aangebracht.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij het elastisch materiaal een dikte tussen 0,1 en 10 mm, en meer bij voorkeur een dikte tussen 1 en 3 mm, omvat.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelorgaan uit één geheel is vervaardigd, waarbij een binnenwaarts gekeerd deel in hoofdzaak vormvaste materiaaleigenschappen omvat, en waarbij een buitenwaarts gekeerd deel in hoofdzaak elastische 10 materiaaleigenschappen omvat.
12. Werkwijze volgens een van de conclusies 5-11, waarbij het mannelijk deel een verbreed middenlijf (22) omvat dat in gekoppelde toestand van het mannelijk deel en 15 het vrouwelijk deel afsteunt tegen een rand (36) van het vrouwelijk deel, en de stap van het aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde van de modelvoet verwijderen van een laag materiaal, teneinde in gekoppelde toestand van modelvoet en tandboogafgietsel enige speling 20 daartussen te verschaffen, wordt voorafgegaan door het uit het vrouwelijk deel uitnemen van het mannelijk deel.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 5-12, waarbij aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde 25 van de modelvoet ten minste zoveel materiaal wordt verwijderd dat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel met daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel en de hoogte van het verbreed middenlijf (22) van het mannelijk deel groter is dan de hoogte van de modelvoet. 30
14. Werkwijze volgens een van de conclusies 5-13, waarbij aan de naar het tandboogafgietsel toegekeerde zijde van de modelvoet ten minste zoveel materiaal wordt verwijderd dat de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel en de hoogte van het verbreed middenlijf (22) van het mannelijk deel groter is dan de hoogte van de modelvoet.
15. Samenstel voor de werkwijze volgens een van de conclusies 1-14, omvattende: - een in hoofdzaak langwerpig en vormvast mannelijk deel, dat een bevestigingsdeel omvat voor bevestiging van het mannelijk deel in een tandboogafgietsel; 10. een in een modelvoet aanbrengbaar vrouwelijk deel omvattende een uitsparing waarin het mannelijk deel op vormpassende wijze opneembaar is, teneinde een in hoofdzaak starre verbinding tussen het mannelijk deel en het vrouwelijk deel te vormen; en 15. waarbij het mannelijk en/of vrouwelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel omvat teneinde het mannelijk en/of vrouwelijk deel op veerkrachtige wijze bevestigbaar aan het tandboogafgietsel of de modelvoet te maken. 20
16. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij het vrouwelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel omvat teneinde het vrouwelijk deel op veerkrachtige wijze in de modelvoet aanbrengbaar te maken. 25
17. Samenstel volgens conclusie 15 of 16, waarbij het mannelijk deel ten minste een in hoofdzaak elastisch vervormbaar deel omvat teneinde het mannelijk deel op veerkrachtige wijze in het tandboogafgietsel aanbrengbaar te 30 maken.
18. Samenstel volgens een van de conclusies 15-17, waarbij het mannelijk deel een verbreed middenlijf (22) omvat dat in gekoppelde toestand van het mannelijk deel en het vrouwelijk deel afsteunbaar is tegen een rand (36) van het vrouwelijk deel.
19. Samenstel volgens een van de conclusies 15-18, waarbij de hoogte van het vrouwelijk deel ten minste kleiner is dan de hoogte van de modelvoet.
20. Samenstel volgens een van de conclusies 15-18, 10 waarbij de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel met daaromheen aangebracht elastisch vervormbaar deel en de hoogte van het verbreed middenlijf (22) van het mannelijk deel kleiner of gelijk is aan de hoogte van de onbewerkte modelvoet. 15
21. Samenstel volgens een van de conclusies 15-18, waarbij de gezamenlijke hoogte van het vrouwelijk deel en de hoogte van het verbreed middenlijf (22) van het mannelijk deel kleiner of gelijk is aan de van de onbewerkte 20 modelvoet.
22. Samenstel volgens een van de conclusies 15-21, waarbij een werkwijzen volgens een van de conclusies 1-14 wordt toegepast.
NL2003279A 2009-07-24 2009-07-24 Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet. NL2003279C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003279A NL2003279C2 (nl) 2009-07-24 2009-07-24 Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003279 2009-07-24
NL2003279A NL2003279C2 (nl) 2009-07-24 2009-07-24 Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003279C2 true NL2003279C2 (nl) 2011-01-25

Family

ID=41785554

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003279A NL2003279C2 (nl) 2009-07-24 2009-07-24 Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2003279C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0268464A2 (en) * 1986-11-18 1988-05-25 Minnesota Mining And Manufacturing Company Method for extra-oral dental restoration
US5306145A (en) * 1992-01-15 1994-04-26 Michael Robert M Dental model preparation and apparatus therefor
DE4429724A1 (de) * 1994-08-23 1996-02-29 Wolfgang Kohlbach Kiefermodell und Verfahren zu seiner Herstellung
DE19530538A1 (de) * 1995-08-19 1997-02-20 Mack Heinz Toleranzflexible Steckverbindung zur Befestigung von Zahn- oder Kiefersegmenten auf einer Modellbasis
US20020049009A1 (en) * 2000-09-13 2002-04-25 Norbert Rabenstein Plug connection for jaw stump models
US20020094503A1 (en) * 1998-12-04 2002-07-18 Align Technology, Inc. Manipulable dental model system for fabrication of a dental appliance

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0268464A2 (en) * 1986-11-18 1988-05-25 Minnesota Mining And Manufacturing Company Method for extra-oral dental restoration
US5306145A (en) * 1992-01-15 1994-04-26 Michael Robert M Dental model preparation and apparatus therefor
DE4429724A1 (de) * 1994-08-23 1996-02-29 Wolfgang Kohlbach Kiefermodell und Verfahren zu seiner Herstellung
DE19530538A1 (de) * 1995-08-19 1997-02-20 Mack Heinz Toleranzflexible Steckverbindung zur Befestigung von Zahn- oder Kiefersegmenten auf einer Modellbasis
US20020094503A1 (en) * 1998-12-04 2002-07-18 Align Technology, Inc. Manipulable dental model system for fabrication of a dental appliance
US20020049009A1 (en) * 2000-09-13 2002-04-25 Norbert Rabenstein Plug connection for jaw stump models

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100865079B1 (ko) 치열 교정용 브라켓 위치설정 지그 및 그 제조방법
US7147465B2 (en) Dental modeling and articulating system and method
EP1621157B1 (en) Method of arranging artificial teeth
US9456882B2 (en) Impressionless dental modeling systems and methods
US6106284A (en) Dental cast tray assembly
AU2020245943B2 (en) Denture, reference denture, and denture manufacturing method
WO2018179554A1 (ja) 試適義歯、試適義歯作製プログラム、及び義歯作製方法
US20170319313A1 (en) Bite registration tool, bite registration tool set, and suitable bite registration method
US6247927B1 (en) Disposable articulator having tray support with opening which accepts a projection from a tray
US6948932B2 (en) Dental modeling and articulating system
JP7531529B2 (ja) ブレーシングボディ(bracing body)を有する付加製造義歯床
US20140080088A1 (en) Dental articulator
NL2003279C2 (nl) Werkwijze en samenstel voor het verbinden van een tandboogafgietsel aan een modelvoet.
US6056546A (en) Claspless partials
WO2004002360A1 (en) Dental modeling and articulating system and method
KR100865080B1 (ko) 치열 교정 브라켓 및 이를 이용한 치열 교정 시스템
US20060210944A1 (en) Dental modeling and articulating system and method
US20060216667A1 (en) Dental modeling and articulating system and method
JPH0551301B2 (nl)
US20080118888A1 (en) Dental articulator systems and methods
WO2006091982A2 (en) Dental modeling and articulating system and method
KR102410633B1 (ko) 치과용 보철물 제조방법 및 이를 포함하는 보철물
KR20190080585A (ko) 치아 교합 기록 채득 방법 및 치아 교합 기록 채득 후 교합기로 옮기기 위한 바이트 포크 연결장치
US20070111155A1 (en) Dental articulator systems and methods
US20040234927A1 (en) Artificial maxillary molar unit and alignment instrument to be used for aligning the artificial maxillary molar unit in denture

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130201