NL1007751C2 - Chirurgische inrichting. - Google Patents

Description

CHIRURGISCHE INRICHTING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een chirurgisch apparaat.

Veel chirurgische operaties, zoals galblaasoperaties, worden uitgevoerd met behulp van een endo-5 scoop. De chirurg maakt eerst een incisie, waardoor de endoscoop in het lichaam wordt gebracht. Via een andere incisie brengt de chirurg het chirurgische instrument in het lichaam teneinde de operatie uit te voeren. De chirurg kan het verloop van de operatie volgen op een 10 scherm dat afbeeldingen toont van de endoscoop. Op deze manier kunnen zeer precieze operaties worden uitgevoerd.

Bij veel van dit soort operaties moet lichaamsweefsel worden weggenomen. Teneinde dergelijk lichaamsweefsel weg te nemen is het noodzakelijk dat dit 15 eerst wordt vastgegrepen en op z'n plaats wordt gehouden, voordat het weefsel kan worden losgesneden, waarna het losgesneden lichaamsweefsel kan worden weggenomen uit het lichaam.

Om deze werkwijze uit te voeren gebruikt de 20 chirurg een apparaat voor het grijpen en op zijn plaats houden van het lichaamsweefsel, en een tweede, apart apparaat voor het lossnijden van het weefsel. Het gelijktijdig bedienen van deze twee instrumenten terwijl ook de endoscoop wordt bediend vereist een hoge mate van 25 chirurgische vaardigheid.

Bovendien moet bij dit soort operaties een grote incisie worden gemaakt teneinde gelijktijdig plaats te bieden aan de verschillende chirurgische instrumenten.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het 30 oplossen van één of meerdere van deze problemen.

De onderhavige uitvinding verschaft een instrument voor het uitvoeren van één of meerdere chirurgische operaties omvattende: 1007751 2 - een distaai gedeelte; - een middengedeelte dat uitsteekt uit het distale gedeelte; - een proximaal gedeelte dat vastzit aan het 5 middengedeelte tegenover het distale gedeelte; - middelen voor het vastgrijpen van lichaamsweefsel en dergelijke welke middelen bevestigd zijn vlakbij het distale gedeelte; - middelen nabij het proximale gedeelte van het 10 apparaat voor het lossnijden van lichaamsweefsel en dergelijke; - middelen nabij het distale gedeelte van het apparaat voor het bedienen van de grijpmiddelen en middelen nabij het distale gedeelte van het apparaat voor 15 het bedienen van de snijmiddelen.

De onderhavige uitvinding maakt het de chirurg mogelijk lichaamsweefsel vast te grijpen en los te snijden zonder dat het verwisselen van chirurgische instrumenten vereist is, waardoor het probleem van het 20 veranderen van de operatiepositie wordt opgelost.

Bovendien worden endoscopische operaties vergemakkelijkt, omdat de chirurg nu slechts één apparaat hoeft te bedienen in plaats van de voorheen vereiste twee apparaten, waardoor slechts een relatief kleine incisie 25 vereist is, wat op zijn beurt leidt tot minder trauma en minder littekens voor de patiënt.

De operatiemiddelen voor respectievelijk de grijp- en snijmiddelen omvatten bij voorkeur bevestigingsmiddelen voor de grijp- en snijmiddelen, en 30 de snijmiddelen en/of de grijpmiddelen zijn bij voorkeur verplaatsbaar ten opzichte van elkaar.

Dientengevolge zijn de grijp- en snijmiddelen onafhankelijk te bedienen.

De grijpmiddelen en snijmiddelen omvatten bij 35 voorkeur dezelfde twee samenwerkende bestanddelen waarbij deze bestanddelen bij voorkeur beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar in een eerste richting teneinde een schaarachtige snijbeweging te verschaffen, en waarbij de 1007751 3 bestanddelen bij voorkeur beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar in een tweede richting teneinde vast te grijpen zoals een tang.

Op deze manier kunnen de twee bestanddelen de 5 onafhankelijke functies van het grijpen en het snijden van lichaamsweefsel uitvoeren, waarbij aparte grijp- en snij-instrumenten niet langer noodzakelijk zijn.

Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het uitvoeren 10 van een chirurgische operatie met behulp van dit apparaat.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden in verband met de volgende beschrijving van een voorkeursuit-15 voeringsvorm ervan, welke verwijst naar de bijgevoegde afbeeldingen waarin staat weergegeven: in figuur 1 een perspectief-aanzicht van het apparaat volgens de onderhavige uitvinding; in figuur 2 een beperkt, perspectivisch, 20 gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van het apparaat uit figuur 1, in figuur 3 een perspectivisch gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een proximaal deel van het apparaat volgens figuur 1 en 2 tijdens het uitvoeren van 25 een snijbewerking, in figuur 4 een perspectivisch, gedeeltelijk opengewerkt aanzicht van een proximaal deel van het apparaat volgens figuur 1, 2 en 3 tijdens het uitvoeren van een grijpbewerking, en 30 in figuur 5 een perspectivisch aanzicht van het apparaat volgens de figuren l tot 4 in gebruik gedurende een chirurgische operatie.

Het apparaat 1 (figuur 1) heeft een proximaal gedeelte 2, een distaai gedeelte 4 en een middengedeelte 35 6 daar tussenin. Bovenste en onderste vingergrepen 8 respectievelijk 10 zijn bevestigd aan een buitenste wand 12.

1007751 4

Een bovenste duimgreep 14 en een onderste duimgreep 16 steken uit de buitenwand 12 bij het distale uiteinde 4.

Twee bekbestanddelen 18,20 zijn bevestigd aan 5 het proximale deel 2 van het apparaat 1.

Een bovenste staaf 22, figuur 2-4, strekt zich uit vanuit de bovenste duimgreep 14 om te eindigen in een driehoekig gedeelte 24 daarvan zoals staat weergegeven in de figuren.

10 Een onderste staaf 26 strekt zich uit vanuit de onderste duimgreep 16 door de buitenwand 12 om te eindigen in een naar boven gericht terminaal gedeelte 28 daarvan.

De bovenste en onderste staven, respectievelijk 15 22 en 26, steken door een bufferplaat 30 die is geplaatst nabij het distale gedeelte 4 van het apparaat. Een bovenste veer 32 ligt rondom staaf 22 tussen de bovenste duimgreep 14 en de bufferplaat 30.

Een onderste veer 34 ligt rondom de onderste 20 staaf 26 tussen de onderste duimgreep 16 en de bufferplaat 30.

Een bovenste sleuf 36 ligt diagonaal in voorwaartse richting vanuit de achterkant van het bovenste bekbestanddeel 18, en een onderste sleuf 38 ligt 25 diagonaal in tegenovergestelde richting aan de bovenste sleuf 36 in het onderste bekbestanddeel 20. Het aan het j uiteinde gelegen puntige gedeelte 28 van de onderste staaf 36 strekt zich uit door deze beide sleuven, 36 respectievelijk 38.

30 Het bovenste bekbestanddeel 18 vormt één deel met een rechtopstaand vlak gedeelte 40 ervan, dat plat tegen een corresponderend rechtopstaand vlak gedeelte 42 van het onderste bekbestanddeel 20 ligt.

Een naar boven gerichte sleuf 44 strekt zich 35 uit vanuit de achterzijde van het vlakke deel 40. Een corresponderende sleuf 46 strekt zich in neerwaartse richting eveneens uit in het vlakke deel 42. Een einddeel 1007751 .

5 48 van het driehoekige deel 24 van de bovenste staaf 22 ligt respectievelijk in deze sleuven 4'4 en 46.

Een naar voren gebogen stabilisatiepen 50 ligt in het proximale uiteinde 2 van de behuizing 12 en strekt 5 zich uit door de bovenste en onderste bekbestanddelen, 18 respectievelijk 20.

Een naar achteren gebogen stabilisatiepen 52 ligt door de behuizing 12 haaks op stabilisatiepen 52, door de rechtopstaande vlakke gedeeltes, respectievelijk 10 40 en 42.

De bovenste en onderste bekbestanddelen, respectievelijk 18 en 20, zijn voorzien van getande randen, respectievelijk 54 en 56 (zie ook figuren 3 en 4) .

15 Teneinde weefsel los te snijden plaatst de chirurg zijn vinger rond de bovenste en onderste vingergrepen 8, 10, en zijn duim achter de onderste duimgreep 16. Als kracht wordt uitgeoefend op de onderste duimgreep 16, wordt de onderste staaf 26 naar voren 20 gedrukt, waardoor het aan het uiteinde gelegen pengedeelte 28 daarvan naar voren wordt gedrukt in de bovenste en onderste sleuven 36 en 38 van de bovenste en onderste bekbestanddelen 18, 20, waardoor door middel van de diagonaal tegenovergestelde aard van de sleuven de 25 bovenste en onderste bekbestanddelen in tegengestelde richtingen roteren rondom de stabilisatiepen 50 om zo een schaarachtige snijwerking op te leveren. Controle over de mate van snijden wordt verschaft doordat de onderste duimgreep een veerspanning heeft tegen de bufferplaat 30 30 door middel van de onderste veer 34, figuur 3.

Gedurende deze beweging worden de rechtopstaande vlakke delen 42, 40 allebei verplaatst over het eindgedeelte 48 van het driehoekige gedeelte 24 van de bovenste staaf 22.

35 Teneinde een tangachtige grijpwerking te verschaffen legt de chirurg zijn vingers om de bovenste en onderste vingergrepen, maar oefent hij ditmaal kracht uit op de bovenste duimgreep 14 in voorwaartse richting.

f007761 6

Als dat gebeurt, wordt de bovenste staaf 22 geduwd in de richting van het distale uiteinde 2 van het apparaat, waardoor het driehoekige einddeel 24 naar voren wordt geduwd in de diagonaal tegenovergesteld geplaatste 5 sleuven 44 en 46 van de rechtopstaande vlakke delen 40 en 42 van de bekbestanddelen 18 en 20. Daardoor roteren de bovenste en onderste vlakke delen 40 en 42 om de stabilisatiepen 52 in tegenovergestelde richtingen zodat de bek-elementen openen en sluiten op een kaak-achtige 10 manier, figuur 4. Tijdens deze beweging worden de bekbestanddelen 18 en 29 allebei verplaatst over de stabilisatiepen 50.

De controle over deze grijpwerking wordt versterkt doordat de grijpbewerking onder veerspanning 15 staat dankzij de onderste veer 34 en bufferplaat 30.

Teneinde een goede snijwerking te verkrijgen strekken de getande randen van de bekbestanddelen zich niet uit over het gehele snijoppervlak daarvan, waardoor de snijoppervlakken nagenoeg recht blijven.

20 Volgens de onderhavige uitvinding wordt de chirurg derhalve voorzien van één instrument dat zowel snij- als grijpbewerkingen kan uitvoeren met een grote mate van precisie, waarbij een flinke kracht kan worden uitgeoefend bij deze beide operaties, nagenoeg zonder 25 schade aan het instrument zelf, figuur 5.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven en geïllustreerde i j uitvoeringsvorm, de gevraagde rechten worden eerder bepaald door de navolgende conclusies.

1007751

Claims (10)

1. Apparaat voor het uitvoeren van chirurgische operaties omvattende: - een distaai gedeelte; - een middengedeelte dat uitsteekt uit het 5 distale gedeelte; - een proximaal gedeelte dat vastzit aan het middengedeelte tegenover het distale gedeelte; - middelen voor het vastgrijpen van lichaamsweefsel en dergelijke welke middelen bevestigd 10 zijn vlakbij het distale gedeelte; - middelen nabij het proximale gedeelte van het apparaat voor het lossnijden van lichaamsweefsel en dergelijke; - middelen nabij het distale gedeelte van het 15 apparaat voor het bedienen van de grijpmiddelen - en middelen nabij het distale gedeelte van het apparaat voor het bedienen van de snijmiddelen.

2. Apparaat volgens conclusie 1, waarin de bedieningsmiddelen ondersteuningsmiddelen voor de 20 grijpmiddelen omvatten.

3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, waarin de bedieningsmiddelen ondersteuningsmiddelen voor de snijmiddelen omvatten.

4. Apparaat volgens conclusie 3, waarin de 25 snij-ondersteuningsmiddelen en/of de grijp-onder- steuningsmiddelen verplaatsbaar zijn ten opzichte van elkaar.

5. Apparaat volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de grijpmiddelen en de snijmiddelen 30 dezelfde twee samenwerkende bestanddelen omvatten, die bij voorkeur samenwerken teneinde een bek-achtige eenheid te vormen. 1007751

6. Apparaat volgens conclusie 5, waarin de ondersteuningsmiddelen nagenoeg ingesloten liggen in een beschermende behuizing die bij voorkeur buisvormig is.

7. Apparaat volgens de conclusies 5 of 6, 5 waarin één of beide samenwerkende bestanddelen verplaatsbaar is of zijn in een eerste richting teneinde een snijwerking te verschaffen en waarin één of beide samenwerkende bestanddelen eveneens verplaatsbaar zijn in een tweede richting teneinde een grijpwerking te verschaffen. 10

8. Apparaat volgens conclusie 7, waarin elk bestanddeel een nagenoeg vlak gedeelte heeft en een nagenoeg rechtopstaand gedeelte dat daaraan verbonden is, waarbij een eerste sleuf is aangebracht in de vlakke delen en waarbij een tweede sleuf is aangebracht in de 15 rechtopstaande delen.

9. Apparaat volgens conclusie 8, waarin de grijp-overdrachtsmiddelen zich uitstrekken door de eerste of tweede sleuven, en waarin de snij-overdrachtsmiddelen zich uitstrekken door de tweede of eerste snij-sleuven.

10. Gebruik van een apparaat volgens een van de voorgaande conclusies voor het uitvoeren van een chirurgische operatie. i 1007751