NL1005026C1

NL1005026C1 - Agricultural machine.

Info

Publication number: NL1005026C1
Application number: NL1005026A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Johannes Gerardus Bom; Adrianus Petrus Mari Brabander
Original assignee: Maasland Nv
Priority date: 1996-10-25
Filing date: 1997-01-16
Publication date: 1998-04-28
Also published as: WO1998018309A1; AU724560B2; EP0888042A1; AU4728097A

Description

LANDBOUWMACHINEAGRICULTURAL MACHINE

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine, in het bijzonder een grondbewerkingsmachine, zoals een al dan niet met een cultivator gecombineerde 5 zaaimachine, voorzien van een steuninrichting voor aankoppe-ling aan de voorste hefinrichting van een trekker, welke inrichting ter afsteuning op de grond is voorzien van een met een gestel verbonden rol.The present invention relates to an agricultural machine, in particular a tillage machine, such as a seeder, whether or not combined with a cultivator, provided with a support device for coupling to the front lifting device of a tractor, which device for supporting the ground is provided with a roller connected to a frame.

Dergelijke machines zijn algemeen bekend. Dergelij-10 ke machines hebben tot doel, doorgaans door ploegen primair bewerkte grond verder te verkruimelen, althans in het bovenste deel van de primair bewerkte grondlaag. Omdat de primaire bewerking vooral tot doel heeft de bovenste grondlaag te keren is deze meestal grof opgebroken en is het contact met 15 de onberoerde grondlaag sterk verkleind. De bekende machines hebben tot doel, de primair bewerkte grond voorafgaand aan de verkruimeling zodanig aan te drukken dat dit contact tussen gekeerde grond en onberoerde grond althans in zekere mate hersteld wordt. Dit contact is nodig voor de groei van 20 planten in verband met de capillaire vochtaanvoer uit diepere grondlagen. Bij het aandrukken kunnen forse krachten optreden in het gestel van de machine of in de verbinding daarvan met de trekker. Dit noopt vaak tot een relatief zwaar uitgevoerd gestel. De onderhavige uitvinding heeft tot doel te komen tot 25 een constructie waarin dergelijke krachten vermeden worden of waarin dergelijke krachten een geringere uitwerking op de constructie hebben.Such machines are generally known. The purpose of such machines is, generally, to further crumble primary cultivated soil by plowing, at least in the upper part of the primary cultivated soil layer. Since the primary purpose of the primary treatment is to reverse the top soil layer, it is usually coarsely broken up and the contact with the untouched soil layer is greatly reduced. The known machines have the object of pressing the primary cultivated soil prior to crumbling in such a way that this contact between turned soil and untouched soil is restored at least to a certain extent. This contact is necessary for the growth of 20 plants due to the capillary moisture supply from deeper soil layers. Substantial forces can occur when pressing on the frame of the machine or in its connection to the tractor. This often necessitates a relatively heavy-duty frame. The object of the present invention is to achieve a construction in which such forces are avoided or in which such forces have a lesser effect on the construction.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt wanneer tussen het gestel en de rol voor onderlinge zwenking 30 om althans een in de rijrichting georiënteerde denkbeeldige, dan wel reële as geschikte steunmiddelen aanwezig zijn. Met een dergelijke constructie kunnen veelal ongelijkmatigheden in het veld door de rol gevolgd worden, zonder dat torsie-krachten tussen trekker en gestel of in het gestel zelf 35 optreden. De constructie vergemakkelijkt ook de gang van de trekker tijdens het bedrijf. Door het in sterke mate vermijden van in de inrichting optredende torsiekrachten kan het gestel daarvan bovendien relatief lichter en daarmee voorde- 1005026 2 liger worden uitgevoerd.According to the invention this object is achieved when between the frame and the roller for mutual pivoting 30 about at least one imaginary or real axis suitable supporting means are present in the direction of travel. With such a construction, irregularities in the field can often be followed by the roller, without torsional forces occurring between the tractor and the frame or in the frame itself. The construction also facilitates the movement of the tractor during operation. Moreover, by avoiding torsional forces occurring in the device to a great extent, the frame thereof can be made relatively lighter and thus more advantageous.

In een gunstige uitvoeringsvorm omvatten de steun-middelen een reële zwenkas, aan de uiteinden waarvan rolle-gers zijn aangebracht, welke rollegers met geringe speling 5 tussen een bovenste en onderste horizontaal steunvlak in het gestel zijn opgenomen. In een alternatieve uitvoering steunt het gestel via ten minste twee, elk aan een laterale zijde buiten het overdwarse midden van de rol aangebrachte veerele-menten, zoals duwveren of al dan niet hydraulisch uitgevoerde 10 schokdempers op de rol.In a favorable embodiment the support means comprise a real pivot axis, at the ends of which roller bearings are arranged, which roller bearings are received in the frame with a small clearance between an upper and lower horizontal supporting surface. In an alternative embodiment, the frame rests on the roller via at least two spring elements, each mounted on a lateral side outside the transverse center of the roller, such as push springs or shock absorbers, whether or not hydraulically designed.

Volgens een verder aspect van de uitvinding worden de duwkrachten van de trekker via het gestel van de inrichting op de rol overgebracht met behulp van tussen het gestel en de rolconstructie aangebrachte armen, welke in verbin-15 dingspunten zijn voorzien van kogelscharnieren. Volgens de uitvinding kunnen de armen in verband met de voortbeweging van de rol zowel in een duwende stand als in een trekkende stand in de machine zijn opgenomen.According to a further aspect of the invention, the pushing forces of the tractor are transferred to the roller via the frame of the device with the aid of arms arranged between the frame and the roller construction, which are provided with ball joints on connecting points. According to the invention, the arms can be incorporated in the machine in a pushing position as well as in a pulling position in connection with the advancement of the roller.

Een verdergaand bijzonder aspect van de uitvinding 20 betreft een inrichting waarin dergelijke armen zich grotendeels boven de rol, in hoofdzaak horizontaal, en vanaf het gestel naar de rol toe met een neerwaartse richtingscomponent uitstrekken. Een dergelijke machine is in de rijrichting in hoogterichting compact, zodat het manoeuvreren met de machine 25 vergemakkelijkt wordt en zodat het zwaartepunt dicht bij de trekker terecht komt.A further special aspect of the invention relates to a device in which such arms extend largely above the roller, substantially horizontally, and from the frame towards the roller with a downward direction component. Such a machine is compact in height direction in the direction of travel, so that maneuvering with the machine 25 is facilitated and so that the center of gravity comes close to the tractor.

De onderhavige uitvinding is in het bijzonder van voordeel wanneer de landbouwmachine wordt gevormd door een combinatie van een cultivator en een zaai- of strooimachine, 30 waarbij de voorraadbak hiervan afsteunt op het gestel van de inrichting. Bij een dergelijke landbouwmachine wordt met de constructie volgens de onderhavige uitvinding het voordeel verkregen dat bij een plaatselijke ongelijkmatigheid of een plaatselijke helling in het grondoppervlak het gestel en de 35 voorraadbak hun stand ten opzichte van de hefinrichting van de trekker kunnen behouden. Met name wanneer de voorraadbak volledig is gevuld, heeft dit het voordeel dat geen additionele krachten als gevolg van het overhellen van de voorraad- 1005026 3 bak in de constructie optreden.The present invention is particularly advantageous when the agricultural machine is formed by a combination of a cultivator and a sowing or spreading machine, the storage bin of which rests on the frame of the device. With such an agricultural machine, the construction according to the present invention provides the advantage that in the event of a local unevenness or a local slope in the ground surface, the frame and the hopper can maintain their position relative to the lifting device of the tractor. Particularly when the hopper is completely filled, this has the advantage that no additional forces arise as a result of the tilting of the hopper 1005026 3 in the construction.

De uitvinding omvat voorts een constructie waarin de ventilator in de onmiddellijke nabijheid van de aanbouwbok van de inrichting is opgesteld, waarbij de aandrijfas daarvan 5 in de rijrichting is georiënteerd en waarbij de as van de ventilator via overbrengingsmiddelen in aandrijvende verbinding staat met een aandrijfas welke in het overdwarse midden van de inrichting is gelegen. Een dergelijke constructie is zeer compact en voordelig door de relatief korte en eenvoudi-10 ge overbrengingsmogelijkheid via een kruiskoppelingsas, welke is aangesloten op de voorste aftakas van een trekker.The invention furthermore comprises a construction in which the fan is arranged in the immediate vicinity of the mounting frame of the device, the drive shaft thereof being oriented in the direction of travel and wherein the shaft of the fan is in transmission connection via transmission means which the transverse center of the device is located. Such a construction is very compact and advantageous due to the relatively short and simple transmission possibility via a universal joint shaft, which is connected to the front PTO of a tractor.

De uitvinding omvat voorts een landbouwmachine met een doseerinrichting waarvan de uitstroomopening bijvoorbeeld ten behoeve van een afdraaiproef met behulp van een schuifin-15 richting wordt vrijgegeven.The invention furthermore comprises an agricultural machine with a metering device, the outflow opening of which, for example for a calibration test, is released by means of a sliding device.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.The invention will now be further elucidated with reference to the annexed drawings.

Figuur 1 is een achteraanzicht van een tot een landbouwmachine volgens de inrichting behorende inrichting; 20 Figuur 2 toont een zijaanzicht van de inrichting volgens figuur 1;Figure 1 is a rear view of a device belonging to an agricultural machine according to the device; Figure 2 shows a side view of the device according to Figure 1;

Figuur 3 is een verticale doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 1, welke lijn samenvalt met een denkbeeldig middenvlak M van de machine; • 25 Figuur 4 is een aanzicht van een gedeelte van de inrichting volgens de pijl IV in figuur 2;Figure 3 is a vertical section taken along line III-III in Figure 1, which line coincides with an imaginary center plane M of the machine; Figure 4 is a view of a part of the device according to the arrow IV in figure 2;

Figuur 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in figuur 4;Figure 5 is a section on line V-V in Figure 4;

Figuur 6 is een zijaanzicht overeenkomstig figuur 2 30 van een deel van de inrichting volgens een alternatieve uitvoering;Figure 6 is a side view corresponding to Figure 2 of a part of the device according to an alternative embodiment;

Figuur 7 is een gedeeltelijke weergave van het vooraanzicht van een tweede alternatieve uitvoering van de inrichting; 35 Figuur 8 is een vooraanzicht overeenkomstig de pijl VIII-VIII in figuur 2 van een deel van de machine en toont een derde alternatieve uitvoering van de inrichting; 1005026 4Figure 7 is a partial front view view of a second alternative embodiment of the device; Figure 8 is a front view corresponding to the arrow VIII-VIII in Figure 2 of a part of the machine showing a third alternative embodiment of the device; 1005026 4

Figuur 9 is een aanzicht van een dwarsdoorsnede volgens een lijn IX-IX in figuur 8.Figure 9 is a cross-sectional view taken along a line IX-IX in Figure 8.

Overeenkomstige delen in de figuren zijn met gelijke verwijzingscijfers aangegeven. De uitvinding is 5 geenszins beperkt tot de hier afgebeelde en beschreven uitvoeringsvormen; deze dienen slechts ter illustratie van de uitvindingsgedachte.Corresponding parts in the figures are indicated with the same reference numerals. The invention is by no means limited to the embodiments shown and described here; these only serve to illustrate the inventive idea.

Figuur 1 toont een via een rol 2 op de grond steunbare inrichting 1. De inrichting 1 maakt deel uit van 10 een voor het overige niet weergegeven landbouwmachine, in het onderhavige voorbeeld een machine voor het spreiden van korrelig materiaal, zoals een zaaimachine of een kunstmeststrooier. Hiertoe is de inrichting met dit voorbeeld voorzien van een voorraadbak 10. De rol 2 en de voorraadbak 10 zijn 15 onderling gekoppeld via een gestel 3. De inrichting 1 is bestemd voor aankoppeling aan de voorste hefinrichting van een trekker. Hiertoe omvat de inrichting 1 een bok 4 voorzien van de benodigde en op zich bekende aankoppelmiddelen. De weergegeven bok 4 betreft een zogenaamde snelkoppelbok. Het 20 gestel 3 omvat een paar onderste, in hoofdzaak horizontaal en vanaf de aanbouwbok 4 in voorwaartse richting zich uitstrekkende onderste liggers 5 en een bovenste ligger 6. De bovenste ligger 6 is hier uitgevoerd als een, in dwarsdoorsnede gezien, V-vormig gebogen plaatdeel en de onderste liggers 5 25 als holle rechthoekprofielen. De langsliggers 5, 6 zijn nabij hun voorste uiteinde gekoppeld met een raamwerk bestaande uit een onderste dwarsligger 7 en een bovenste dwarsligger 8, welke onderling gekoppeld zijn door een paar in opwaartse richting convergerende schoren 9. Het raamwerk is onder een 30 hoek van ongeveer 45° in het gestel opgenomen ten behoeve van een goede aanligging en een goede verbinding met de achterste wand van een, gezien in zijaanzicht, V-vormig gevormde voorraadbak 10. De voorraadbak 10 heeft een op zich bekende vorm met een grootste onderste deel met twee rechthoekige 35 trechtervormige delen, waarvan de binnenste en in de rijrichting A gelegen zijwanden tenminste nabij hun bovenrand onderling gekoppeld zijn. Onder de onderste langsliggers 5 is het 1005026 5 gestel 3 voorzien van twee horizontale en dwars op de rijrichting verlopende en met de open zijde naar elkaar toegekeerde U-profielen 11. De voorste hiervan ligt nagenoeg boven de voorste begrenzing van de rol 2 en is via steunlippen 12 5 die de uiteinden van het U-profiel afsluiten met de onderste dwarsligger 7 verbonden. Het achterste U-profiel 11 is op overeenkomstige wijze via steunlippen 13 met een tussen de onderste langsliggers 5 aangebrachte dwarsbalk 14 gekoppeld. De benen 15 en 16 van de U-profielen 11 verlopen horizontaal. 10 De U-profielen 11 zijn beide op gelijke hoogte in de inrichting 1 opgenomen. De rol 2 is onder meer via een centrale steun 18 tegen de U-profielen 11 afgesteund. Hiertoe omvat de rol 2 een steunelement 19, in de onderhavige uitvoering uitgevoerd als een enkelvoudige, verticaal opgestelde plaat, 15 aan de bovenzijde waarvan tot tussen een onderste been 15 en een bovenste been 16 van de U-profielen 11 zich uitstrekkende, dwars op de breedterichting van de rol verlopende, asdelen 20 zijn aangebracht. Om de asdelen 20 zijn nagenoeg tussen het onderste been 15 en het bovenste been 16 van een 20 U-profiel 11 passende legers 21 aangebracht. In de weergegeven uitvoering vormen het voorste en het achterste asdeel 20 één geheel, zodat een versteviging van het in de onderhavige uitvoering plaatvormige steunelement 19 wordt verkregen. Tevens is het middendeel hiertoe dikker uitgevoerd dan de 25 uiteindedelen waarop de legers 21 zijn aangebracht. In een niet weergegeven uitvoering is het steunelement 19 gevormd door twee, omgekeerd V-vormig, opgestelde plaatdelen. Gezien in zijaanzicht heeft een steunelement 19 een in hoofdzaak driehoekige vorm, waarbij de achterste en onderste hoek 30 samenvalt met een tot het rolgestel behorende horizontale dwarsbalk 23. De dwarsbalk 23 is in de machine opgenomen in het denkbeeldige vlak buiten het bovenste en achterste kwadrant van de rol 2, en is via naar de as 25 van de rol toe strekkende rolgesteldelen 24 met de as 25 van de rol 2 35 verbonden. Volgens de uitvinding kan elke willekeurige rol worden toegepast. De uitvoering volgens figuur 1 omvat een pakkerrol, terwijl figuur 7 een uitvoering met een zogenaamde segmentenrol illustreert. In de in figuur 7 weergegeven 1005026 6 voorkeursuitvoering met rolsegmenten 22, hier in de vorm van banden, strekken de gesteldelen 24 zich tussen de segmenten 22 naar de as 25 toe uit. Bij een uitvoering in de vorm van bijvoorbeeld een pakkerrol, een rol met een gesloten cilin-5 drische omtrekswand waarop in kransen uitsteeksels ten behoeve van het afrollen van de rol zijn aangebracht, zijn de gesteldelen 24 langs de uiteinden van de rol 2 gevoerd.Figure 1 shows a device 1 which can be supported on the ground via a roller 2. The device 1 forms part of an agricultural machine, not shown otherwise, in the present example a machine for spreading granular material, such as a seed drill or a fertilizer spreader . To this end, the device with this example is provided with a storage bin 10. The roller 2 and the storage bin 10 are mutually coupled via a frame 3. The device 1 is intended for coupling to the front lifting device of a tractor. For this purpose the device 1 comprises a trestle 4 provided with the necessary coupling means known per se. The trestle 4 shown is a so-called quick coupling trestle. The frame 3 comprises a pair of lower, lower horizontal beams 5, extending horizontally from the add-on trestle 4 in the forward direction, and an upper beam 6. The upper beam 6 is here designed as a cross-section, V-shaped curved plate part and the bottom beams 5 as hollow rectangular profiles. The longitudinal beams 5, 6 are coupled near their front end to a framework consisting of a lower cross beam 7 and an upper cross beam 8, which are mutually coupled by a pair of upwardly converging struts 9. The framework is at an angle of approximately 45 ° included in the frame for a good contact and a good connection with the rear wall of a storage bin 10, seen in side view, from a V-shaped shape. The storage bin 10 has a known shape with a largest lower part with two rectangular 35 funnel-shaped parts, the inner and side walls of which, in the direction of travel A, are mutually coupled at least near their top edge. Underneath the lower longitudinal beams 5, the 1005026 5 frame 3 is provided with two horizontal U-profiles 11 running transversely to the direction of travel and with the open side facing each other. The front of these lies substantially above the front boundary of the roll 2 and is via supporting lips 125 which close the ends of the U-profile are connected to the lower cross beam 7. The rear U-profile 11 is correspondingly coupled via support lips 13 to a cross beam 14 arranged between the lower longitudinal beams 5. The legs 15 and 16 of the U-profiles 11 extend horizontally. The U-profiles 11 are both received at the same height in the device 1. The roller 2 is supported, among other things, against the U-profiles 11 via a central support 18. To this end, the roller 2 comprises a support element 19, in the present embodiment designed as a single, vertically arranged plate, 15 at the top of which extends between a lower leg 15 and an upper leg 16 of the U-profiles 11, transversely of the shaft parts 20 running in the width direction of the roller are provided. Almost between the lower leg 15 and the upper leg 16 of a U-profile 11, fitting bearings 21 are arranged around the shaft parts 20. In the shown embodiment, the front and the rear axle part 20 form one whole, so that a reinforcement of the plate-shaped support element 19 in the present embodiment is obtained. The central part is also made thicker for this purpose than the end parts on which the bearings 21 are arranged. In an embodiment (not shown) the support element 19 is formed by two plate parts arranged upside down in V-shape. Seen in side view, a support member 19 has a substantially triangular shape, the rear and bottom corners 30 of which coincide with a horizontal crossbeam 23 belonging to the roller frame. The crossbeam 23 is incorporated in the machine in the imaginary plane outside the upper and rear quadrant of the roller 2, and is connected to the shaft 25 of the roller 2 via roller parts 24 extending towards the axis 25 of the roller. Any role can be used according to the invention. The embodiment according to figure 1 comprises a packer roller, while figure 7 illustrates an embodiment with a so-called segment roller. In the preferred embodiment shown in figure 7 with roller segments 22, here in the form of belts, the frame parts 24 extend between the segments 22 towards the shaft 25. In an embodiment in the form of, for example, a packer roller, a roller with a closed cylindrical peripheral wall on which protrusions for rolling the roller are arranged in wreaths, the frame parts 24 are guided along the ends of the roller 2.

De rol 2 is voorts via een vierhoekscharniercon-structie met in hoofdzaak opwaarts gerichte zwenkassen 29 met 10 het gestel 3 van de inrichting 1 verbonden. Hiertoe is het gestel 3, in de onderhavige uitvoering tegen de buitenzijde van de steunlippen 12 voorzien van lippenparen 27 waarin een zwenkas 29 onder een hoek van ongeveer 15° in zowel opwaartse en achterwaartse, als in opwaartse en zijwaartse richting kan 15 worden opgenomen. Op overeenkomstige wijze is het rolgestel 23, 24 voorzien van lippenparen 28, bijvoorbeeld aangebracht tegen de binnenzijde van een rolgesteldeel 24. Tussen een voorste lippenpaar 27 en een aan de betreffende zijde van de machine aangebracht achterste lippenpaar 28 strekt zich een 20 verbindingsarm 30 uit. Een arm 30 is nabij beide uiteinden via een kogelscharnier 26 met de zwenkas 29 gekoppeld. Beide armen 30 verlopen in achterwaartse richting neerwaarts, hetgeen een onderlinge zwenking van gestel 3 en rol 2 om de zwenkas 20 mogelijk maakt: de voorzijde van de armen hebben 25 een vaste positie juist onder het gestel 3, terwijl de achterste uiteinden van de armen 30 voor het met de rol 2 mee kunnen zwenken enige afstand tot het gestel nodig hebben. Deze constructie bevordert de compactheid van de inrichting en vormt een op zichzelf staand deel van de uitvinding. Voor 30 het beperken van de onderlinge zwenkbaarheid is het gestel 3 voorzien van aanslagen 31 in de vorm van plaatdelen die vanaf een onderste langsligger 5 in buitenwaartse richting verlopen en verstevigd zijn met tenminste één rib 32. Het in plaatmateriaal uitvoeren van de aanslag 31 waarborgt de aanslag van 35 een achterste zwenkas 29 in elke stand van de rol 2 ten opzichte van het gestel 3.The roller 2 is further connected to the frame 3 of the device 1 via a quadrilateral hinge construction with substantially upwardly directed pivot axes 29. For this purpose the frame 3, in the present embodiment, is provided with lip pairs 27 against the outside of the supporting lips 12, in which a pivot axis 29 can be received at an angle of approximately 15 ° in both the upward and backward, as well as in the upward and lateral directions. In a corresponding manner, the rolling frame 23, 24 is provided with pairs of lips 28, for instance arranged against the inside of a rolling frame part 24. Between a front lip pair 27 and a rear lip pair 28 arranged on the relevant side of the machine, a connecting arm 30 extends. An arm 30 is coupled to the pivot shaft 29 near both ends via a ball joint 26. Both arms 30 extend backwards in a downward direction, which permits a pivotal movement of frame 3 and roller 2 about the pivot axis 20: the front of the arms 25 have a fixed position just below the frame 3, while the rear ends of the arms 30 require some distance from the frame to be able to swing along with the roller 2. This construction promotes the compactness of the device and forms an independent part of the invention. In order to limit the mutual pivotability, the frame 3 is provided with stops 31 in the form of plate parts which extend outwardly from a lower longitudinal beam 5 and are reinforced with at least one rib 32. Carrying the stop 31 in plate material ensures the stop of a rear pivot shaft 29 in each position of the roller 2 relative to the frame 3.

De werking van de machine is als volgt.The operation of the machine is as follows.

Tijdens het bedrijf wordt het gestel 3 door de 1005026 7 voorste hefinrichting van een trekker vooruit geduwd en is de hefinrichting volgens de bedoeling in een zodanige stand vastgesteld dat het gewicht van de voorzijde van de trekker, en van de inrichting 1, over de rol 2 en de voorwielen van de 5 trekker verdeeld wordt. Dit heeft met name wanneer bijvoorbeeld door ploegen primair bewerkte grond in een secundaire bewerking met bijvoorbeeld een rotorkopeg tot een in graangewas doorgaans geringere diepte verkruimeld wordt, de onderste laag primair bewerkte grond ten behoeve van capillaire 10 vochtaanvoer goed tegen de onbewerkte onderlaag wordt aangedrukt. Niettemin kan, bijvoorbeeld wanneer het er primair om gaat het gewicht van de inrichting 1 met voorraadbak 10 slechts in minimale mate via de trekker op de grond af te steunen, de hefinrichting van de trekker in een zweefstand 15 worden gesteld.During operation, the frame 3 is pushed forward by the front hoist of a tractor 1005026 7 and the hoist is intentionally set in such a position that the weight of the front of the tractor, and of the device 1, over the roller 2 and the front wheels of the tractor are distributed. This has in particular when, for example, plowed primary cultivated soil in a secondary operation with, for example, a rotary harrow, is crumbled to a grain depth which is usually of a smaller depth, the bottom layer of primary cultivated soil is pressed well against the raw substrate for the purpose of capillary moisture supply. Nevertheless, for instance when it is primarily a matter of supporting the weight of the device 1 with the hopper 10 on the ground only to a minimal extent via the tractor, the lifting device of the tractor can be set in a floating position.

De specifieke steunmiddelen in de machine gevormd door de steunvlakken 15, 16, de as 20, de legers 21 en de vierhoekscharnierconstructie 29, 30, maken op gunstige wijze een simultane zwenking van de rol 2 ten opzichte van het 20 gestel 3 om een denkbeeldige verticale zwenkas mogelijk bij het sturen van de voorste trekkerwielen. Een dergelijke constructie vergemakkelijkt het bijsturen van de trekkerma-chinecombinatie tijdens bedrijf, met name wanneer het een grondbewerkingswerktuig omvat zoals de combinatie van een 25 rotorkopeg of frees met een zaaimachine.The specific support means in the machine formed by the support surfaces 15, 16, the shaft 20, the bearings 21 and the quadrilateral hinge construction 29, 30 advantageously make a simultaneous pivot of the roller 2 relative to the frame 3 about an imaginary vertical swivel axle possible when steering the front tractor wheels. Such a construction facilitates adjustment of the tractor-chine combination during operation, especially when it includes a tillage implement such as the combination of a rotary harrow or cultivator with a seeder.

Tijdens het bedrijf past de rol 2 zich aan onregelmatigheden in het bodemoppervlak aan door zwenking om de horizontale as 20, welke zwenking mede mogelijk gemaakt wordt door de kogelscharnierconstructies 26 nabij de zwenkassen 29 30 van de verbindingsarmen 30. Ten opzichte van een ruime passing in de verbindingspunten van de vierhoekscharnierconstructie, welke eveneens een dergelijke onderlinge zwenkbaar-heid van rol 2 en gestel 3 toelaat, heeft een kogelscharnier 26 het voordeel dat de legers 21 exact ten opzichte van de 35 steunvlakken 15 en 16 zijn gepositioneerd, zodat de breedte hiervan minimaal gehouden kan worden. In een duurdere uitvoering volgen de aanligvlakken 15 en 16 een gekromde baan overeenkomstig de door de vierhoekscharnierconstructie 1005026 8 bepaalde kromming. De weergegeven constructie met een standaard U-profiel 11 met relatief brede benen 15, 16 heeft het voordeel van een snelle en goedkope fabricage-mogelijkheid. De duwkracht van de trekker wordt in hoofdzaak op de rol 2 5 overgebracht via de stuurarmen 30. De beide legers 21 en het steunelement 19 zorgen hierbij voor een vaste en juiste stand van de rol 2. Door de aangegeven plaats van de legers 21 rusten zowel het voorste als het achterste leger 21 tijdens het bedrijf beide tegen het bovenste steunvlak 16. Bij het 10 heffen van de machine rusten de legers 21 op de onderste steunvlakken 15. In een niet weergegeven alternatief voor de steunvlakken 15 wordt een steun 18 via één of meer flexibele verbindingselementen zoals kettingen in het gestel 3 opgehangen. De plaats van de legers 21 nabij de voorste, respectie-15 velijk achterste begrenzingslijn van de rol 2 vormt tevens een gunstig compromis tussen de bij het afsteunen van de inrichting 1 optredende momenten enerzijds en de grootte van de door de legers 21 beschreven kromme bij het sturen van de rol 2. De onderlinge zwenkbaarheid van rol 2 en gesteldeel 3 20 heeft het voordeel dat tijdens het bedrijf in de inrichting 1 en in de verbinding daarvan met de trekker optredende torsie-krachten worden beperkt.During operation, the roller 2 adapts to irregularities in the bottom surface by pivoting about the horizontal axis 20, which pivoting is also made possible by the ball joint constructions 26 near the pivoting axes 29 of the connecting arms 30. With respect to a wide fit in the connecting points of the quadrilateral hinge construction, which also permits such a mutual pivotability of roller 2 and frame 3, a ball joint 26 has the advantage that the bearings 21 are positioned exactly relative to the supporting surfaces 15 and 16, so that the width thereof is kept minimal. can become. In a more expensive embodiment, the contact surfaces 15 and 16 follow a curved path in accordance with the curvature determined by the quadrilateral hinge construction 1005026 8. The construction shown with a standard U-profile 11 with relatively wide legs 15, 16 has the advantage of a fast and cheap manufacturing possibility. The pushing force of the tractor is mainly transmitted to the roller 25 via the control arms 30. The two bearings 21 and the supporting element 19 hereby ensure that the roller 2 is fixed and correct. The indicated location of the bearings 21 rests both the front as well as the rear bearing 21 both during operation against the upper support surface 16. When the machine is lifted, the bearings 21 rest on the lower support surfaces 15. In an alternative (not shown) to the support surfaces 15, a support 18 is moved via one or more flexible connecting elements such as chains suspended in the frame 3. The location of the bearings 21 near the front and rear boundary line of the roller 2 also constitutes a favorable compromise between the moments occurring when supporting the device 1 on the one hand and the magnitude of the curve described by the bearings 21 on the other hand. controlling the roller 2. The mutual pivotability of roller 2 and frame part 3 has the advantage that torsion forces occurring in the device 1 and in its connection with the tractor are limited during operation.

In de bijzondere uitvoering van de uitvinding, dat de inrichting 1 onderdeel vormt van een als zaai- of strooi-25 machine uitgevoerde landbouwmachine, is de inrichting 1 voorzien van een voorraadbak 10 met op de afvoeropeningen daarvan aangesloten doseerinrichtingen 34, welke aangedreven worden via een electromotor 35 en welke het gedoseerde zaadgoed toedienen aan een venturi-inrichting 36 waarmee het 30 gedoseerde zaad ten behoeve van transport naar zaai-, dan wel strooi-elementen aan een luchtstroom worden toegediend.In the special embodiment of the invention, that the device 1 forms part of an agricultural machine designed as a sowing or spreading machine, the device 1 is provided with a storage bin 10 with dosing devices 34 connected to the discharge openings thereof, which are driven via a electric motor 35 and which administer the dosed seed to a venturi device 36 with which the dosed seed is supplied to an air stream for transport to sowing or spreading elements.

Figuur 4 toont een doseerrad 33 en een ketsplaat 47, via welke gedoseerd zaad in een door een aanvoerslang 37 toegevoerde, en een door een venturi-element 48 versnelde 35 luchtstroom wordt toegediend. Het lucht-zaadmengsel wordt via een afvoerslang 38 naar een in de tekening niet weergegeven zaad- of strooieenheid toegevoerd. De afvoerslang 38 is aangesloten op een tot de venturi-inrichting 36 behorende 1005026 9 afvoerconus 49. De toevoeropening van de afvoerconus 49 bevindt zich op enige afstand van de afvoeropening van het venturi-element 48 in een huis 50, dat voor een deel een eenheid met de afvoerconus 49 vormt. Het met de afvoerconus 5 49 verbonden huisdeel is via klemelementen 51 van het met het venturi-element 48 gekoppelde huisdeel verwijderbaar, na losneming van de klemelementen 51 en na verplaatsing van het met de afvoerconus 49 verbonden huisdeel door een haaks gevormd, open sleufgat 52. Het met het venturi-element 48 10 verbonden huisdeel is vast aan de doseerinrichting 34 verbonden met behulp van op de plaatsen 53 aangebrachte klemelementen. Het losneembare huisdeel is ten behoeve van correcte onderlinge plaatsing van de huisdelen voorzien van een op een bodemplaat van het huis 50 aangebrachte aanslag 54. De in het 15 voorgaande weergegeven vrijgave van de afvoeropening van de doseerinrichting 34 dient het op eenvoudige wijze ijken van de doseerinrichting 34 met behulp van een afdraaiproef.Figure 4 shows a metering wheel 33 and a deflector plate 47, via which dosed seed is supplied in an air flow accelerated by a venturi element 48 and supplied by a supply hose 37. The air-seed mixture is supplied via a discharge hose 38 to a seed or spreading unit not shown in the drawing. The discharge hose 38 is connected to a 1005026 9 discharge cone 49 belonging to the venturi device 36. The supply opening of the discharge cone 49 is located at some distance from the discharge opening of the venturi element 48 in a housing 50, which in part is a unit with the discharge cone 49. The housing part connected to the discharge cone 49 can be removed via clamping elements 51 from the housing part coupled to the venturi element 48, after detaching the clamping elements 51 and after displacement of the housing part connected to the discharge cone 49 through an open slotted hole 52 formed at right angles. The housing part connected to the venturi element 48 is fixedly connected to the dosing device 34 by means of clamping elements arranged at the positions 53. For the purpose of correct mutual positioning of the housing parts, the detachable housing part is provided with a stop 54 arranged on a bottom plate of the housing 50. The release of the dosing device 34 shown above, serves to calibrate the dosing device in a simple manner. 34 using a calibration test.

Figuur 6 toont een alternatieve constructie voor het vrijgeven van deze opening met behulp van een horizontaal 20 aangebrachte zwenkas 56. Hiertoe is in een alternatieve constructie een venturi-element 57 voorzien van een flens 58, welke aan één zijde om een horizontale en dwars op de rijrichting georiënteerde zwenkas 56 ten opzichte van een aan de doseerinrichting 34 aangebrachte flens zwenkbaar is. Tijdens 25 bedrijf is het venturi-element 57 tegen het doseerelement 34 vastzetbaar met behulp van klemelement 58, dat uit een klemmende positie wegzwenkbaar is om een eveneens horizontaal en dwars op de rijrichting aangebrachte zwenkas 59. De alternatieve uitvoering 57 heeft het voordeel dat de vrijgave 30 snel en zonder kans tot vuil worden van een venturideel kan plaatsvinden, en dat een juiste onderlinge positionering van doseerinrichting 34 en venturi-inrichting 57 gegarandeerd en snel kan plaatsvinden.Figure 6 shows an alternative construction for releasing this opening by means of a horizontally arranged pivot shaft 56. To this end, in an alternative construction, a venturi element 57 is provided with a flange 58, which on one side encloses a horizontal and transverse to the pivot axis 56 oriented in the direction of travel can pivot relative to a flange arranged on the metering device 34. During operation, the venturi element 57 can be secured against the dosing element 34 by means of clamping element 58, which can be pivoted out of a clamping position about a pivot axis 59 which is also arranged horizontally and transversely to the direction of travel. The alternative embodiment 57 has the advantage that the release 30 can take place quickly and without risk of contamination of a venturi part, and that a correct mutual positioning of dosing device 34 and venturi device 57 can be ensured and can take place quickly.

Voor het opwekken van de luchtstroom ten behoeve 35 van het transport van het gedoseerd zaad is de machine voorzien van een ventilator 40, welke deel uitmaakt van een ventilatoreenheid met een drager 41, waarop de ventilator 40 is aangebracht en welke dwars op de aandrijfas van de venti- 1005026 10 lator ofwel luchtpomp 40 verloopt, welke met een buitenste uiteinde en nabij de aandrijfas van de ventilator 40 in het bevestigingspunt 42 via lippen met de bovenste dwarsligger 8 is verbonden en met het andere uiteinde, nabij het verticaal 5 en in de rijrichting denkbare middenvlak M van de machine in het bevestigingspunt 43, eveneens via lippen met de dwarsbalk 14 is verbonden. De ventilatoreenheid 39 omvat een het genoemde middenvlak M van de machine snijdende, via een steun 45 met de drager 41 verbonden en gelegerde aandrijfas 44, 10 welke via een gegroefd uiteinde koppelbaar is met een kruis-koppelingsas voor aandrijving vanaf de voorste aftakas van een trekker. In een stabiele uitgangspositie bevindt de aandrijfas 44 zich recht boven de zwenkas 20. De aandrijfas 44 staat via in een afscherming 46 ondergebrachte aandrijf-15 wielen en één of meer daartussen aangebrachte oneindige aandrijfelementen, bij voorkeur V-snaren, in aandrijvende verbinding met de ventilator 40. De drager 41 is van zodanige afmeting dat de ventilator 40 ook bij forse afmeting in de grootte-orde van de hoogte van de aanbouwbok 4, aan een 20 laterale zijde van de aanbouwbok 4 kan worden opgesteld. Dit heeft het voordeel, wanneer de aandrijfas van de ventilator en de aandrijfas 44 in de rijrichting A zijn georiënteerd, dat de meest achterwaarts gelegen, dwars op de rijrichting gedachte raaklijn van ventilator 40 en van aanbouwbok 4, 25 kunnen samenvallen, zodat de afstand van het zwaartepunt van de inrichting 1 tot de trekker minimaal gehouden kan worden. Niettemin verschaft de hier weergegeven constructie een eenvoudige en doelmatige aandrijving van de ventilator 40. De ventilator 40 pompt via een centrale, met gaas afgedekte 30 opening opgenomen lucht door een flexibele leiding 37, welke zich via ten minste één in de figuur niet weergegeven T-stuk opsplitst, naar de venturi-inrichtingen 36 dan wel 57. De venturi-inrichtingen 36, dan wel 57 zijn volgens een voorkeursuitvoering horizontaal en dwars op de rijrichting A in 35 de machine opgenomen en monden uit in doorvoerslangen 38, welke langs de trekker in achterwaartse richting naar een aldaar in de machine opgenomen zaai- of strooieenheid uitmonden .For generating the air flow for the purpose of transporting the dosed seed, the machine is provided with a fan 40, which is part of a fan unit with a carrier 41, on which the fan 40 is arranged and which is transverse to the drive shaft of the blower or air pump 40, which is connected with an outer end and near the drive shaft of the fan 40 in the attachment point 42 via lips to the upper cross member 8 and to the other end, near the vertical 5 and in the direction of travel imaginable central plane M of the machine in the attachment point 43, which is also connected to the cross beam 14 via lips. The fan unit 39 comprises a drive shaft 44, which intersects the said central plane M of the machine, which is connected via a support 45 to the carrier 41 and which is connected via a grooved end to a cross-coupling shaft for driving from the front PTO of a tractor . In a stable starting position, the drive shaft 44 is located directly above the pivot shaft 20. The drive shaft 44 is in drive connection with the fan via drive wheels 15 housed in a shield 46 and one or more infinite drive elements, preferably V-belts, arranged therebetween. 40. The carrier 41 is of such a size that the fan 40 can also be arranged on a lateral side of the mounted trestle 4, even with a large dimension in the order of magnitude of the height of the add-on trestle 4. This has the advantage, if the drive shaft of the fan and the drive shaft 44 are oriented in the direction of travel A, that the most rearward tangent to the transverse direction of the direction of the direction of the fan 40 and of the mounting block 4, 25 can coincide, so that the distance of the center of gravity of the device 1 until the tractor can be kept at a minimum. Nevertheless, the construction shown here provides a simple and efficient drive of the fan 40. The fan 40 pumps air drawn in through a central mesh-covered opening through a flexible conduit 37, which passes through at least one T- not shown in the figure. piece, to the venturi devices 36 or 57. According to a preferred embodiment, the venturi devices 36 or 57 are accommodated in the machine horizontally and transversely to the direction of travel A and open into feed-through hoses 38, which pass along the tractor. backwards to a seeding or spreading unit incorporated therein.

1005026 111005026 11

De figuren 8 en 9 illustreren een tweede alternatieve constructie voor het bijvoorbeeld ten behoeve van een afdraaiproef vrijgeven van een uitstroomopening 61 van de op zichzelf bekende doseerinrichting 34. Met een afdraaiproef 5 wordt de gedoseerde hoeveelheid zaad bij een gegeven toerental van het doseerrad 33 geijkt. Het doseerrad 33 is onderdeel van de doseerinrichting 34. Tijdens de draaibeweging neemt het doseerrad 33 bijvoorbeeld tussen radiale schoepen van het rad 33 zaad mee dat ter hoogte van het rechter onder-10 kwartier in de weergave van het rad 33 wegvalt in de richting van een opening 61, welke toegang geeft tot een venturi-inrichting zoals de eerder beschreven venturi-inrichting 36.Figures 8 and 9 illustrate a second alternative construction for releasing an outflow opening 61 of, for example, a dosing device 34 known per se for the purpose of a calibration test. With a calibration test 5, the dosed quantity of seed is calibrated at a given speed of the dosing wheel 33. The metering wheel 33 is part of the metering device 34. During the rotary movement, the metering wheel 33 takes, for example, between radial blades of the wheel 33 seed which drops away in the direction of the wheel 33 at the level of the lower right quarter. opening 61, which provides access to a venturi device such as the previously described venturi device 36.

Figuur 8 toont vanuit een vooraanzicht overeenkomstig de pijl VII in figuur 2 de linker van ten minste twee 15 uitsprongopening in de voorraadbak 10. In de onderhavige uitvoering is de losneembaarheid van een huis 50 van de venturi-inrichting 36 achterwege gelaten en is de venturi-inrichting 36 verbonden met het verschuifbare deel van een schuifinrichting 62. De schuifinrichting 62 omvat een beves-20 tigingsplaat 63, welke nabij zijn onderzijde is voorzien van uit kunststofmateriaal gevormde geleidestrippen, in een uitsparing waarvan een bijvoorbeeld uit metalen plaatmateriaal gevormde schuif 65 geleidbaar is. De schuif 65 is voorzien van een handvat 66 en rust bij voorkeur slechts met vier 25 nokvormige uitstulpsels 67 op de uitsparingen in de geleide-strippen 64, welke een rechtgeleiding voor de schuif 63 vormen. Bij voorkeur komt de uitsparing in de geleidestrippen 64 overeen met de dikte van het materiaal waaruit de schuif 63 is gevormd. Nabij de achterzijde is de bevestigingsplaat 30 63 voorzien van een achterste lip 68, aan de onderzijde waarvan een aanslag voor de schuif 65 is voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een bout/moerverbinding of welke de aanslag zelve vormt door omzetting over 90° in neerwaartse richting. Zowel de schuif 65 als de bevestigingsplaat 63 zijn 35 voorzien van een opening overeenkomstig de opening 61 in de doseerinrichting 34. Meer in het bijzonder kunnen de schuif 65 en de bevestigingsplaat 63 worden opgevat als te zijn gevormd als uit plaatmateriaal gevormde rechthoekige raamwer- 1005026 12 ken. Halverwege het raamwerk van de drager is een dwarsverbinding aangebracht met daarin een opening 69, waardoorheen een borg- of vergrendelpen gevoerd kan worden voor het in de bedrijfsstand vergrendelen van de schuif 65, bijvoorbeeld met 5 een borgpen 70. Nabij zijn voorste uiteinde is de bevesti-gingsplaat 63 nog voorzien van een voorste aanslag 73, welke voorkomt dat de schuif 65 bij het vrijmaken van de uitstroom-opening 61 uit de rechtgeleiding 64 getrokken wordt.Figure 8 shows from a front view corresponding to the arrow VII in Figure 2 the left-hand side of at least two bounce-out opening in the hopper 10. In the present embodiment, the releasability of a housing 50 of the venturi device 36 has been omitted and the venturi device 36 connected to the slidable part of a sliding device 62. The sliding device 62 comprises a mounting plate 63, which is provided near its underside with guide strips formed of plastic material, in a recess of which a slide 65 formed for instance of metal plate material is conductable. The slider 65 is provided with a handle 66 and preferably rests only with four cam-shaped protuberances 67 on the recesses in the guide strips 64, which form a straight guide for the slider 63. Preferably, the recess in the guide strips 64 corresponds to the thickness of the material from which the slide 63 is formed. Near the rear, the mounting plate 30 63 is provided with a rear lip 68, on the underside of which a stop for the slide 65 is provided, for example in the form of a bolt / nut connection or which forms the stop itself by conversion through 90 ° into downward direction. Both the slider 65 and the mounting plate 63 are provided with an opening corresponding to the opening 61 in the dosing device 34. More specifically, the slide 65 and the mounting plate 63 can be understood to be formed as rectangular window frames formed of sheet material 1005026 12 know. Halfway through the frame of the carrier, a transverse connection is provided with an opening 69 therein, through which a locking or locking pin can be passed for locking the slide 65 in the operating position, for instance with a locking pin 70. Near its front end the fastening -Leg plate 63 still provided with a front stop 73, which prevents the slide 65 from being pulled out of the straight guide 64 when the outflow opening 61 is released.

De lengte van de bevestigingsplaat 63 en de gelei-10 destrippen 64 komt overeen met het dubbele van de lengte van de schuif 65 een goede geleiding dan wel ondersteuning wordt verkregen bij de beweging naar een voorste stand van de venturi-inrichting waarin de afvoeropening 61 in de doseerin-richting 34 is vrijgegeven. Figuur 9 geeft de schuif weer in 15 de bedrijfsstand waarin de opening in het huis van de venturi-inrichting 36 zich recht onder de opening 61 bevindt.The length of the mounting plate 63 and the guide strips 64 corresponds to double the length of the slide 65, good guidance or support is obtained when moving to a front position of the venturi device in which the discharge opening 61 is the dosing device 34 is released. Figure 9 shows the slide in the operating position in which the opening in the housing of the venturi device 36 is directly below the opening 61.

In de onderhavige uitvoering is tegen de venturi-inrichting 36 een drager 72 aangebracht, welke de afvoerslang 38 van de venturi-inrichting onder de rechter uitstroomope-20 ning van de machine draagt. In de onderhavige uitvoering is de drager 72 ringvormig en is de afvoerslang 38 door de ring gevoerd. Bij het vrijgeven van de afvoeropening 61 wordt zodoende, gebruik makend van de in de afvoerslang 38 aanwezige speling ofwel beweegbaarheid, de afvoerslang van de 25 naburige uitstroomopening meebewogen, zodat de ruimte onder de doseerinrichting 34 vrij blijft voor het plaatsen van een opvangbek, maatbeker of emmer.In the present embodiment, a carrier 72 is mounted against the venturi device 36, which carries the discharge hose 38 of the venturi device under the right-hand outflow opening of the machine. In the present embodiment, the carrier 72 is annular and the discharge hose 38 is passed through the ring. Thus, when the discharge opening 61 is released, using the clearance or movability present in the discharge hose 38, the discharge hose of the adjacent outlet opening is moved along, so that the space under the dosing device 34 remains free for placing a collection jaw, measuring cup or bucket.

De onderhavige uitvoering heeft verder het voordeel dat de opening voor de gebruiker op comfortabele wijze 30 geopend kan worden doordat het handvat 66 op geringe afstand van de voorzijde van de machine is of kan zijn aangebracht en dat bij het terugplaatsen van de venturi-inrichting niet tegen de op de venturi-inrichting en de daarop aangesloten toevoer- en de afvoerslangen 37 en 38 inwerkende zwaarte-35 kracht gewerkt hoeft te worden. Dit geldt temeer omdat de venturi-inrichting door de plaats onder de voorraadbak zich bij het manipuleren daarvan noodzakelijkerwijze op relatief grote afstand van het lichaam van de gebruiker bevindt. De 1005026 13 schuif 65 rust bij voorkeur slechts met vier nokken 67 op de geleidestrippen 64, zodat wrijving, die als gevolg van vervuiling van de strippen ontstaat, minimaal gehouden kan worden en bij bedrijf van de schuif effectief opgeheven kan 5 worden.The present embodiment has the further advantage that the opening for the user can be opened comfortably in that the handle 66 is or can be arranged at a small distance from the front of the machine and that when the venturi device is replaced it does not prevent the force of gravity acting on the venturi device and the supply and discharge hoses 37 and 38 connected thereto has to be worked. This is all the more so because the venturi device is necessarily located at a relatively great distance from the user's body when it is manipulated by the location under the storage container. The 1005026 13 slide 65 preferably rests only with four cams 67 on the guide strips 64, so that friction, which arises as a result of contamination of the strips, can be kept to a minimum and can be effectively removed during operation of the slide.

De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op alle details in de tekeningen, in het bijzonder tevens op de de uitvinding mede bepalende onderdelen. De uitvinding heeft verder betrek-10 king op allerlei alternatieven in de constructie, uiteraard vallende binnen de bewoordingen van de hiernavolgende conclusies .The invention is not limited to what has been described above, but also relates to all details in the drawings, in particular also to the components which determine the invention. The invention further relates to all kinds of alternatives in the construction, of course falling within the terms of the following claims.

10050261005026

Claims

Agricultural machine, in particular a soil tillage machine, such as a seeder, whether or not combined with a cultivator, provided with a support device 5 (1) for coupling to the front lifting device of a tractor, which device is provided for supporting on the ground of a roller (2) connected to a frame (3), characterized in that between the frame (3) and the roller (2) for mutual pivoting, at least one imaginary or real one oriented in the direction of travel (A) shaft (20) suitable support means (18; 19-21, 23, 24) are provided.

Agricultural machine according to claim 1, characterized in that the supporting means (18; 19 - 21, 23, 24) comprise a real pivot axis (20).

Agricultural machine according to claim 1 or 2, characterized in that one or more front supports (21) between roller (2) and frame (3) in front of the axis of the roller, and one or more rear supports (21) behind the center line of the roller (2).

Agricultural machine according to claim 3, characterized in that the supporting means (18; 19 - 21, 23, 24) comprise a roller bearing.

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the supporting means (15 - 24) can be moved in a limited manner over or along one in the frame (3) or in the roller construction (2; 23 - 25) included support surface (15, 16).

Agricultural machine according to claim 5, characterized in that a supporting surface (15, 16) forms part of a U-profile (11).

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller (2) is connected to the frame (3) via a quadrangular hinge construction (29, 30) with substantially upwardly directed pivot axes (29).

Agricultural machine according to claim 7, characterized in that a supporting surface (15, 16) is arranged between the pivot axes (29) 10 05 0 26 of the quadrilateral hinge construction (29, 30) conceivable on a transverse line in the device.

Agricultural machine according to claim 7 or 8, characterized in that the quadrilateral hinge construction (29, 30) is formed by a trapezoidal construction with two arms (30) converging in the forward direction.

Agricultural machine according to claim 9, characterized in that the arms (30) are arranged in height between the roller (2) and the frame (3) and run downwards in the rearward direction.

Agricultural machine according to claim 9 or 10, characterized in that the arms (30) are connected to a pivot shaft (29) via a ball joint (26).

Agricultural machine according to any one of claims 7-11, characterized in that the support device (1) comprises a hopper 15 (10) with one or more outflow openings (17) which open in front of the front pivot shafts (29).

Agricultural machine according to any one of claims 7-12, characterized in that the front pivot shafts (29) are arranged in front of the roller (2) and the rear pivot shafts (29) behind the roller (2).

Agricultural machine in particular according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame (3) comprises a substantially triangular coupling head (4) for coupling to the front lifting device of the tractor, to which substantially horizontal, forward-extending lower and upper arms (5, 6) are provided, and which arms (5, 6) form the connection of the hitch (4) to a front frame of two horizontal supports connected by braces (9) (7, 30 8).

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller (2) is provided with a horizontal roller frame beam (23), which is connected to the shaft (25) of the roller (2) via anti-parts (24), against which roller frame beam (23) an upwardly and forwardly extending support (18) is provided for supporting supporting means (15, 16, 21, 22) arranged between the frame (3) and the roller (2). 1005026

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller (2) comprises a central shaft (25) on which roller segments, such as belts, are arranged and wherein the frame (3) and the roller (2) are present Support means (18) comprises at least one support (24) extending between the roller segments towards the shaft (25).

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the supporting means (15, 16, 19, 20) comprise at least one U-shaped profile (11), in which a bearing (21) rotatable about an axis (20) ) can travel a curved path defined by the pivotal hinge construction (29, 30).

Agricultural machine according to any one of the preceding claims, characterized in that two U-shaped profiles (11) facing each other, at least at almost the same height, are accommodated in the frame (3) and the respective bearings (21) via a shaft (20) is coupled to the roller (2).

19. Device (1) for coupling to the lifting device of a tractor, in particular to the front lifting device, as shown in one or more of the preceding claims.

Roll (2), in particular as shown in any one of the preceding claims, suitable for use in a machine according to one or more of the preceding claims.

Agricultural machine provided with a support device (1) according to any one of the preceding claims and provided with a storage bin (10) connected to the frame.

Agricultural machine according to claim 21, characterized in that the device (1) is provided with a fan 30 (40) for pneumatic transport of granular material present in the hopper (10), which fan (40) is via an infinite transfer element connected to a drive shaft (44) arranged in the transverse center of the device, which is suitable for driving via a PTO shaft. 35

Agricultural machine, in particular according to claim 21 or 22, characterized in that the device (1) comprises a dosing device (34) which opens onto a venturi device (36) for mixing in an air stream of the dosed seed, which venturi device can release the outflow opening of the dosing device (34) by pivoting about a horizontal axis (56).

Agricultural machine, in particular according to any one of the preceding claims, provided with a sliding device (60) for releasing the outflow opening (61) under a metering wheel (33) of a metering device (34) by means of sliding parts in the machine. ).

Agricultural machine according to claim 24, characterized in that the sliding device (62) is provided with a handle (66) near the front of the machine.

26. Agricultural machine according to claim 24 or 25, characterized in that the sliding device (62) is provided with straight guide means (64) for sliding a slide (65) in the machine in the forward direction, on which the the machine parts (36) to be connected to the outflow opening (61) are movable in the machine in the forward direction (A).

27. Agricultural machine according to claim 26, characterized in that the length of the straight guide (64) corresponds at least approximately to twice the length of the slide (65).

28. An agricultural machine according to any one of claims 24 to 27, characterized in that the machine parts (36) to be moved are provided with a carrier (72) for moving a discharge hose (38) together with the machine parts (36). a second machine part (36) is connected in the machine.

29. Agricultural machine or part thereof, as set out in one or more of the preceding claims. 1005026