NL8002780A

NL8002780A - Front-mounted rotary agricultural mower - has rotors driven from central gearbox above middle rotor

Info

Publication number: NL8002780A
Application number: NL8002780A
Authority: NL
Original assignee: Vogelenzang Alexander J
Priority date: 1980-05-14
Filing date: 1980-05-14
Publication date: 1981-12-16

Abstract

The rotary agricultural mower is driven from the top and mounted at the front of a tractor. It has three rotors in a frame, the two outer ones being to the rear of the middle one and turning in opposite directions so as to direct the grass inwards. The rotors (10,11,12) are driven from a central gearbox (18) above the middle one (11), the drive to which is taken from the tractor horizontal power take-off shaft, and then to a shaft extending vertically downwards, round which a concentric tube turns in the opposite direction. The three rotors can be arranged to form a single swath together when working.

Description

’....... ' ’ » . ."......." ". .

Μ ^ «PtΜ ^ «Pt

Landbouwcirkelmaaier met bovenaandri jving.Agricultural rotary mower with top drive.

De uitvinding heeft betrekking op een landbouwcirkelmaaier met bovenaandrijving, als frontmaaier voorop een trekker, voor bet maaien van gras en andere gewassen, voorzien van een frame met daarin gelagerd drie assen, elk uitge-5 rust met een maairotor, waarbij de beide buitenste maairotors in rijrichting gezien achter de binnenste zijn geplaatst en een aan elkaar tegengestelde, aan de voorkant naar binnen gerichte, draairichting hebben·The invention relates to an agricultural rotary mower with top drive, as front mower on the front of a tractor, for cutting grass and other crops, provided with a frame with three axles mounted in it, each equipped with a mowing motor, the two outer mowing motors in viewed behind the innermost direction of travel and have an opposite direction of rotation facing inwards at the front

Dergelijke cirkelmaaiers zijn bekend waarbij het schuin 10 vódr- en achter elkaar plaatsen van meer dan één maairotor geschiedt om de aangrenzende snijcirkels elkaar te laten overlappen zonder dat daarvoor een gesynchroniseerde aandrijf transmissie nodig is.Such rotary mowers are known in which more than one mowing motor is placed diagonally in front of and behind each other in order to overlap the adjacent cutting circles without the need for a synchronized drive transmission.

Doorgaans zijn hierbij de draairichtingen van de maai-15 rotors gelijk ofwel om en om aan elkaar tegengesteld. Bij gelijke draairichting wordt het gemaaide produkt voor een groot deel aan de voorkant van de maairotors zijwaarts verplaatst waarbij het afgesneden gewas, dat vódr de aangrenzende maairotor wordt geworpen, de maaiwerking nadelig 20 beïnvloedt en geen aaneengesloten zwadvorming wordt verkregen.Usually the directions of rotation of the mowing rotors are the same or alternately opposite each other. In the same direction of rotation, the mowed product is largely moved sideways at the front of the mowing rotors, whereby the cut crop, which is thrown before the adjacent mowing motor, adversely affects the mowing action and no continuous swath formation is obtained.

Bij om en om tegengestelde draairichting wordt midden achter de twee aan de voorkant naar binnen draaiende aangrenzende maairotors een aaneengesloten zwad gevormd en komt 25 het gewas van de derde rotor aan de zijkant naast de maaier te liggen.In the opposite direction of rotation, a contiguous swath is formed in the middle behind the two adjacent mowing rotors, which rotate inwards at the front, and the crop of the third rotor is placed on the side next to the mower.

Daar de cirkelmaaier volgens de uitvinding is ontworpen als frontmaaier voor koppeling aan de voorkant van een trekker dient achter de maaier een aaneengesloten zwad smaller dan de 30 werkbreedte te worden gevormd, zodanig dat dit zwad vrij- blijft van de trekkerwielen, terwijl deze wielen ook niet over het nog vast staande aangrenzende gewas mogen rijden.Since the rotary mower according to the invention is designed as a front mower for coupling to the front of a tractor, a continuous swath smaller than the working width must be formed behind the mower, so that this swath remains free from the tractor wheels, while these wheels do not are allowed to drive over the adhering crop that is still stationary.

let de cirkelmaaier volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door de totale werkbreedte van de drie aan-35 grenzende maairotors groter te kiezen dan de buitenste afstand van de trekkerwielen en door van de drie maairotors de beide buitenste een aan elkaar tegengestelde, aan de voor- 8002780 - 2 - kant naar binnen gerichte, draairichting te geven, waardoor een aaneengesloten zwad wordt verkregen zonder toepassing van zwadborden of andere hulpmiddelen. Ben soortgelijk effekt kan worden verkregen wanneer slechts twee naast elkaar geplaatste 5 maairotors worden toegepast, waarvan de totale werkbreedte gelijk is aan de werkbreedte van de drie maairotors van de / cirkelmaaier volgens de uitvinding, door deze twee dan eveneens een aan de voorkant naar binnen gerichte draairichting te geven.With the rotary mower according to the invention, this object is achieved by choosing the total working width of the three adjacent mowing rotors greater than the outer distance of the tractor wheels and by setting the two outer mowing rotors opposite to each other. 8002780 - 2 - inward-facing, direction of rotation, giving a continuous swath without using swath boards or other aids. A similar effect can be obtained if only two side-by-side mowing motors are used, the total working width of which is equal to the working width of the three mowing motors of the rotary mower according to the invention, by these two also facing inwards at the front. direction of rotation.

10 Soortgelijke landbouwcirkelmaaiers zijn bekend, doch hieraan zijn ten opzichte van de cirkelmaaier volgens de uitvinding een aantal nadelen verbonden.Similar agricultural rotary mowers are known, but there are a number of drawbacks with respect to the rotary mower according to the invention.

In de eerste plaats omdat de grotere diameter per maairotor de maaiwerking nadelig beïnvloedt. Vervolgens omdat bij naast 15 elkaar geplaatste maairotors een kwetsbare gesynchroniseerde aandrijf transmissie nodig is en tenslotte omdat twee aangrenzende maairotors, die in lijn dwars op de rijrichting staan opgesteld, niet stabiel op de grond staan waardoor in het vertikale vlak een extra steunpunt aan de trekker nodig 20 is ter voorkoming van voor- of achterover hellen van de rotors. Dit derde steunpunt belemmert een goede bodemaan-passing van de cirkelmaaier omdat deze door genoemd steunpunt de stand van de trekker volgt.In the first place because the larger diameter per mowing rotor adversely affects the mowing effect. Then because adjacent cutting mowers require a vulnerable synchronized drive transmission and finally because two adjacent mowing motors, which are positioned in line transverse to the direction of travel, are not stable on the ground, so that an additional support point on the tractor is required in the vertical plane. 20 is to prevent the rotors from tilting forward or backward. This third support point hinders a good ground adaptation of the rotary mower because it follows the position of the tractor through said support point.

Eventueel kan ook een cirkelmaaier met vier rotors die op één 25 lijn zijn geplaatst worden toegepast, waarvan de draairichting om en om tegengesteld is en de buitenste maairotors aan de voorkant een naar binnen gerichte draairichting hebben. Het bezwaar hiervan is echter dat dan twee afzonderlijke zwaden worden gevormd terwijl bovendien ook de bezwaren van de 30 kwetsbare gesynchroniseerde aandrijf transmissie en de door de trekker beïnvloede bodemaanpassing gelden.Optionally, a rotary mower with four rotors placed in one line can also be used, the direction of rotation of which is alternately opposite and the outer mowing motors at the front have an inward direction of rotation. The drawback of this is, however, that two separate swaths are then formed, while the drawbacks of the vulnerable synchronized drive transmission and the soil adaptation influenced by the tractor also apply.

Bij de cirkelmaaier volgens de uitvinding rust de maaier uitsluitend op drie vrij draaibare steunschotels die onder de maairotors zijn aangebracht en omdat deze in een driehoek zijn 35 geplaatst is de stand stabiel en de bodemaanpassing onafhankelijk van de stand van de trekker.In the rotary mower according to the invention, the mower rests exclusively on three freely rotatable support plates which are arranged under the mowing rotors and because these are placed in a triangle, the position is stable and the ground adjustment is independent of the position of the tractor.

Teneinde te bereiken dat de beide buitenste maairotors een aan de voorkant naar binnen gerichte draairichting hebben is op het frame van de cirkelmaaier boven de middelste maai- 800 2 7 80 - 3 - rotor een centrale tandwielkast geplaatst, waarbij de naar achteren gerichte horizontale astap via een aftaktussenas wordt aangedreven door de frontaftakas van de trekker en de uitgaande aandrijving voor de maairotors aan de onderkant van 5 deze tandwielkast bestaat uit een vertikaal uitstekende as met daaromheen een concentrische in tegengestelde richting draaiende bus. Poor de vertikaal naar beneden uitstekende as te koppelen aan de as van de middelste maairotor, waarop aan de bovenkant een riemschijf is gemonteerd, wordt deze maai-10 rotor met riemschijf in dezelfde richting gebracht als de uitgaande as. Op de tegengesteld draaiende concentrische bus is eveneens een riemschijf aangebracht· Van de twee concentrisch boven elkaar geplaatste riemschijven met ten opzichte van elkaar tegengestelde draairichtingen worden riemen naar 15 de riemschijven van de buitenste maairotors gelegd en wel zodanig dat voor beiden een aan de voorkant naar binnen gerichte draairichting wordt verkregen· Poor de wijze van aan-koppeling aan de trekker en omdat de maaier uitsluitend rust op de in een driehoek geplaatste steunschotels blijft de stand 20 van elke maairotor, ongeacht de ligging van het terrein, evenwijdig aan het steunvlak, waardoor een goede maaiwerking met gelijkmatige stoppellengte wordt verkregen.In order to ensure that the two outer mowing rotors have a direction of rotation directed inwards at the front, a central gearbox is placed on the frame of the rotary mower above the middle mowing 800 2 7 80 - 3 rotor, the rearward directed horizontal shaft journal via a PTO shaft is driven by the tractor's front PTO and the mowing rotor output drive at the bottom of this gearbox consists of a vertically projecting shaft surrounded by a concentric counter-rotating sleeve. By coupling the vertically downwardly extending shaft to the shaft of the middle mowing motor, on which a pulley is mounted at the top, this mow-10 rotor with pulley is brought in the same direction as the output shaft. A pulley is also mounted on the counter-rotating concentric sleeve · Belts are placed from the two concentrically placed pulleys on top of each other with opposite directions of rotation to the pulleys of the outer mowing rotors, in such a way that both of them have one in front Direction of rotation is obtained · Poor the method of coupling to the tractor and because the mower rests exclusively on the triangular support plates, the position of each mowing motor, regardless of the location of the terrain, remains parallel to the support surface, so that good cutting action with uniform stubble length is obtained.

Het meer voor- of achterover stellen, dat met cirkelmaaiers waarvan de maairotors op éên lijn zijn geplaatst vaak wordt 25 gedaan voor een gebrekkige maaihoogteverstelling hetwelk resulteert in een onregelmatige stoppellengte over de werk-breedte, kan en behoeft bij de cirkelmaaier volgens de uitvinding niet te worden toegepast· Een betere maaihoogteverstelling is verkregen door de vertikale afstand tussen de 30 vrij draaibare steunschotels en de maairotors traploos instelbaar te maken· Peze maaihoogteverstelling is konstruk-tief gerealiseerd door een aan de steunschotel bevestigde naaf met inwendige schroefdraad passend op de uitwendige schroefdraad van een dikwandige ring die d.m.v. een kogellager 35 is gefixeerd op een drukring die geklemd is op de rotoras·To put it more forward or backward, that rotary mowers with the mowing motors aligned on one another often do for a defective cutting height adjustment, which results in an irregular stubble length over the working width, and cannot and need not be done with the rotary mower according to the invention. be used · A better cutting height adjustment has been obtained by making the vertical distance between the 30 freely rotatable support plates and the mowing rotors infinitely adjustable. thick-walled ring that dmv a ball bearing 35 is fixed on a thrust ring clamped to the rotor shaft

Het kogellager met stof- en ve taf dichtingen kan tijdens hoogteverstellingen steeds op zijn plaats blijven zodat passingen met de vereiste nauwe toleranties kunnen worden toegepast. Poor verdraaiing van de steunschotel met naaf 8002780 - 4 - t.o.v. de dikwandige ring worden deze door de schroef draad-windingen in vertikale richting t.o.v· elkaar verplaatst, waarmede de maaihoogte wordt versteld. Voor het borgen van de schroefdraad na een hoogteverstelling is in het centrale gat 5 van de naaf in de steunschotel een af dicht ingsschijf met pas-rand aangebracht die met tapbouten is bevestigd aan de dikwandige ring. Door het aanhalen van de tapbouten wordt de af dicht ingsschijf in zijn pasrand geklemd tegen de naaf van de steunschotel en dient daarbij als borging en tevens als 10 vuilafdichting voor het kogellager. Voor het verstellen van de maaihoogte worden eerst de tapbouten losgeschroefd waarna met een passende hefboom de afdichtingsschijf t.o.v. de steunschotel wordt verdraaid zodat gelijktijdig door de verbinding via de tapbouten de dikwandige ring wordt verdraaid 15 t.o.v. de naaf van de steunschotel. Wanna er de gewenste hoogtestand is ingesteld worden de tapbouten wederom aangedraaid waardoor enerzijds de af dicht ingsschijf weer in de pasrand wordt geklemd en tevens de schroefdraad in de naaf en op de dikwandige ring naar 4ên kant worden getrokken, zodat 20bij schokkend neerzetten van de maaier deze stoot via de gehele lengte van de schroefdraad wordt overgebracht.The ball bearing with fabric and taffeta seals can remain in place during height adjustments so that fits with the required tight tolerances can be used. Due to the rotation of the support plate with hub 8002780 - 4 - with respect to the thick-walled ring, these are moved in the vertical direction with respect to each other by the screw thread turns, with which the cutting height is adjusted. In order to secure the screw thread after a height adjustment, a sealing disc with fitting edge is mounted in the central hole 5 of the hub in the support plate, which is fastened to the thick-walled ring with tap bolts. By tightening the capscrews, the sealing disc is clamped in its fitting edge against the hub of the support plate and thereby serves as a lock and also as a dirt seal for the ball bearing. To adjust the cutting height, the tap bolts are first unscrewed, after which the sealing disk is rotated with respect to the support plate with an appropriate lever, so that the thick-walled ring is rotated with respect to the hub of the support plate simultaneously by the connection via the tap bolts. When the desired height position has been set, the tap bolts are tightened again, so that on the one hand the sealing disc is again clamped in the fitting edge and also the thread in the hub and on the thick-walled ring are pulled to 4 sides, so that when the mower jerks down, impact is transmitted through the entire length of the thread.

Daar bij een frontmaaier met bovenaandrijving voor een goede bodemaanpassing een laag zwaartepunt gewenst is, zijn bij de cirkelmaaier volgens de uitvinding maairotors van 25 relatief geringe hoogte toegepast. Om desondanks zeker te zijn van een goede doorvoer van het gemaaide gewas van de voorkant naar de achterkant is voor de maairotors een haspel-vorm gekozen bestaande uit een cylindrisch deel met schijven aan de onder- en bovenkant zodat het gemaaide gewas langs het 30 cylindrische deel en tussen de onderste en bovenste schijf naar achteren wordt verplaatst. Bij een hoge maaicapaciteit, waarbij een grote hoeveelheid gewas per tijdseenheid moet worden doorgevoerd, zal daarbij de bovenste meedraaiende schijf van de maairotor, waaraan desgewenst nog naar beneden 35 gerichte meenemers kannen worden bevestigd, bi jdragen aan een goede gewasdoorvoer.Since a front drive with top drive requires a low center of gravity for good ground adaptation, mowing motors of relatively low height are used in the rotary mower according to the invention. Nevertheless, to ensure good throughput of the mowed crop from the front to the back, a reel shape has been chosen for the mowing rotors, consisting of a cylindrical part with discs at the bottom and top, so that the mown crop along the 30 cylindrical part. and moved backward between the bottom and top disc. With a high mowing capacity, where a large amount of crop per unit time has to be passed, the top rotating disc of the mowing motor, to which, if desired, still downwardly moving cleats can be attached, will contribute to a good crop throughput.

De cirkelmaaier volgens de uitvinding zal aan de hand van tekeningen nader worden toegelicht.The rotary mower according to the invention will be explained in more detail with reference to drawings.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een voor aan een trekker 800 27 80 - 5 - bevestigde cirkelmaaier volgens de uitvinding, waarop alleen een gedeelte van de voorwielen van de trekker staan aangegeven.Fig. 1 is a plan view of a rotary mower according to the invention attached to a tractor 800 27 80-5, showing only part of the front wheels of the tractor.

Fig. 2 is een zijaanzicht van fig. 1.Fig. 2 is a side view of FIG. 1.

5 Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn A-A van fig. 1.FIG. 3 is a sectional view taken on line A-A of FIG. 1.

Fig. 4 is een vergroting van het omlijnde detail I van fig. 3*Fig. 4 is an enlargement of the outlined detail I of FIG. 3 *

Fig. 5 is een vergroting van het omlijnde detail II van fig· 3» getekend met de linker- en de rechterzijde in ver-10 schillende maaihoogtestanden.Fig. 5 is an enlargement of the outlined detail II of FIG. 3 drawn with the left and right sides in different cutting height positions.

In fig. 1 is op de achterkant van het frame 2 van de cirkelmaaier een driepuntsframe 3 met bouten 4 scharnierend bevestigd en d.m.v. een staalkabel 5 met de voorkant verbonden. (Zie ook fig. 2). Dit driepuntsframe 3 is met de aan-15 koppelbekken 6 aan een voor een deel getekende driepunts-hefinrichting 7 aan een trekker gekoppeld waarvan de voorwielen 8 gedeeltelijk staan afgebeeld. De cirkelmaaier wordt voortbewogen volgens de pi jlrichting 9 en de onder het frame aangebrachte maairotors 10, 11 en 12 worden aangedreven in de 20 draairichting volgens de pijlen 13· Deze aandrijving geschiedt door de frontaftakas van de trekker via een niet getekende aftaktussenas die is aangesloten op de uitgaande as 17 van de tandwielkast 18 (ook fig. 2). De resterende delen van de aandrijf transmissie zijn nader toegelicht in fig. 3 en geven 25 aan op welke wijze de draairichting van de maairotors volgens de pijlen 13 wordt bewerkstelligd. Doordat de maairotors 10 en 11 een t.o.v. elkaar tegengestelde draairichting hebben zal het gemaaide gewas tussen de beide maairotors door schuin naar achteren worden afgevoerd. De maairotor 12 heeft een aan de 30 voor kant naar binnen gerichte draairichting en zal het gemaaide gewas schuin naar achteren afvoeren, waardoor beide gewasstromen tot één gezamenlijk zwad worden samengevoegd met de breedte ongeveer gelijk aan de afstand 14, die kleiner is dan de afstand 15 tussen de binnenkanten van de voorwielen 8. 35 De werkbreedte 16 is groter dan de afstand tussen de buitenkanten van de trekkerwielen 8 zodat hiermede niet over het ongemaaide gewas wordt gereden.In fig. 1 a three-point frame 3 with bolts 4 is hinged to the rear of the frame 2 of the rotary mower and hinged by means of a steel cable 5 connected to the front. (See also fig. 2). This three-point frame 3 is coupled with the coupling jaws 6 to a partially drawn three-point lifting device 7 to a tractor, the front wheels 8 of which are shown in part. The rotary mower is moved in the direction of the arrow 9 and the mowing rotors 10, 11 and 12 mounted under the frame are driven in the direction of rotation according to the arrows 13 · This drive is effected by the front PTO of the tractor via a PTO shaft (not shown) connected to the the output shaft 17 of the gearbox 18 (also fig. 2). The remaining parts of the drive transmission are further elucidated in fig. 3 and indicate how the rotation direction of the mowing rotors according to arrows 13 is effected. Because the mowing rotors 10 and 11 have a direction of rotation opposite to each other, the mowed crop will be discharged diagonally backwards between the two mowing rotors. The mowing rotor 12 has a front-inward direction of rotation and will discharge the cut crop diagonally backwards, thus combining both crop flows into one joint swath with the width approximately equal to the distance 14, which is less than the distance 15 between the inner sides of the front wheels 8. 35 The working width 16 is greater than the distance between the outer sides of the tractor wheels 8, so that it does not drive over the uncut crop.

In fig. 3 is te zien dat zich binnen in het huis 18 van de tandwielkast drie konische tandwielen 19, 20 en 21 bevinden 8002780 - 6 - waarbij de wielen 20 en 21 in tegengestelde draairichting t.o.v. elkaar worden aangedreven door het tandwiel 19· Het tandwiel 20 is op een doorlopende as 22 bevestigd waarop aan de onderkant een koppelingsschijf 23 is geplaatst (zie fig. 4) 5 waarmede via de pennen 24 en flexibele bussen 25 passend in de gaten van de op de as van de middelste maairotor 11 (fig. 1) geplaatste vaste riemschijf 26 rechtstreeks wordt aangedreven. Het konische tandwiel 21 is op een bus 27 bevestigd die concentrisch is met de doorlopende as 22 op welke bus 27 aan 10 de onderkant een riemschijf 28 is bevestigd die in tegengestelde richting draait aan de riemschijf 26. De bus 27 is met lagers 29 gelagerd in het huis 18 van de tandwielkast.Fig. 3 shows that inside the housing 18 of the gearbox there are three bevel gears 19, 20 and 21 8002780 - 6 - the wheels 20 and 21 being driven in opposite directions to each other by the gear 19 · The gear 20 is mounted on a continuous shaft 22 on which a coupling disc 23 is placed at the bottom (see fig. 4) 5 through which pins 24 and flexible bushes 25 fit into the holes of the shaft on the middle mowing motor 11 (fig. 1) installed fixed pulley 26 is driven directly. The bevel gear 21 is mounted on a bush 27 which is concentric with the continuous shaft 22 on which bush 27 is mounted at the bottom a pulley 28 which rotates in opposite direction to the pulley 26. The bush 27 is mounted with bearings 29 in the housing 18 of the gearbox.

De as 22 is aan de bovenkant met het lager 30 gelagerd in het huis 18 en aan de onderkant met een naaldlager 31 binnenin de 15 in tegengestelde richting draaiende bus 27 (fig. 4). Vanaf beide riemschijven 26 en 28 lopen V-snaren 32 en 33 waarmede resp. de op de maairotors 10 en 12 geplaatste V-snaarschijven 34 en 35 van de maairotors 10 en 12 in tegengestelde richting worden aangedreven (fig. 1)· 20 In fig. 3 is het lagerhuis 38 met bouten 37 tegen het frame 2 bevestigd waarin de as 38 van de maairotor 11 met de kogellagers 39 is gelagerd.The shaft 22 is mounted at the top with the bearing 30 in the housing 18 and at the bottom with a needle bearing 31 inside the counter-rotating sleeve 27 (Fig. 4). From both pulleys 26 and 28 V-belts 32 and 33 with which resp. the V-belt pulleys 34 and 35 placed on the mowing rotors 10 and 12 of the mowing rotors 10 and 12 are driven in the opposite direction (fig. 1) · 20 In fig. 3 the bearing housing 38 is fastened to the frame 2 with bolts 37 in which the shaft 38 of the mowing rotor 11 with the ball bearings 39 is mounted.

In fig. 3 en 5 is onderop de as 38 een moer 40 aangebracht waarvan de richting van de schroefdraad bij vast-25 draaien tegengesteld is aan de draairichting van de as 38, waarmede de bus 41 en de schijf 42 tegen de ring 43 worden geklemd welke ring 43 met schroefdraad op de as 38 de binnenring van het lager 39 tegen de borst 44 van de as 38 drukt. Op de bus 41 is het lager 60 voor de vrij draaibare 30 steunschotel bevestigd, dat tevens vast in de dikwandige ring 47 is gemonteerd. Centraal aan de steunschotel 45 is een naaf met inwendige schroefdraad 46 bevestigd die op de uitwendige schroefdraad van een dikwandige ring 47 is gedraaid waarmede de afstand van de steunschotel t.o.v. de maairotor 11 kan 35 worden versteld. Met tapbouten 48 in de dikwandige ring 47 wordt een af dicht ingsschi jf 49 met pasrand 50 tegen de naaf 46 van de steunschotel geklemd. In de afdichtingsschijf 49 zijn blinde gaten 51 aangebracht zodanig dat daarin een hefboom 52 met nokken 53 past om de afdichtingsschijf 49 t.o.v.In Figs. 3 and 5, a nut 40 is mounted on the bottom of the shaft 38, the direction of the screw thread of which is tightened in opposite direction to the direction of rotation of the shaft 38, with which the sleeve 41 and the disc 42 are clamped against the ring 43 which threaded ring 43 on the shaft 38 presses the inner ring of the bearing 39 against the chest 44 of the shaft 38. Mounted on the sleeve 41 is the bearing 60 for the freely rotatable support plate, which is also fixedly mounted in the thick-walled ring 47. Centrally mounted on the support disc 45 is a hub with internal screw thread 46 which is screwed onto the external screw thread of a thick-walled ring 47 with which the distance of the support disc with respect to the mowing motor 11 can be adjusted. With sealing bolts 48 in the thick-walled ring 47, a sealing disc 49 with fitting edge 50 is clamped against the hub 46 of the support disc. Blind holes 51 are provided in the sealing disc 49 in such a way that a lever 52 with cams 53 fits around the sealing disc 49 relative to

8002780 » - 7 - de steunschotel 45 te kunnen verdraaien na het oplossen van de tapbouten 48· Bij het verdraaien van de afdichtingsschijf 49 wordt via de tapbouten 48 de dikwandige ring 47 meegenomen.8002780 »- 7 - to be able to rotate the support plate 45 after the tap bolts 48 have been loosened. When the sealing disc 49 is rotated, the thick-walled ring 47 is taken along via the tap bolts 48.

De via een schijf 42 op de as 38 met bouten 54 bevestigde 5 maairotor 11 bestaat uit een cylindrisch deel 55 met aan de bovenkant een schijf 56. Aan de schijf 42 is eveneens met de bouten 54 de maaischijf 57 gemonteerd waarop het door de messen 58 afgesneden gewas terecht komt voor afvoer naar achteren. De messen 58 zijn d.m.v. verende meshouders 59 ook 10 met de bouten 54 aan de schijf 42 gekoppeld.The mowing motor 11, mounted via a disc 42 on the shaft 38 with bolts 54, consists of a cylindrical part 55 with a disc 56 at the top. The mower disc 57 is also mounted on the disc 42 with the bolts 54, on which it is driven by the blades 58 cut crop ends up for discharge backwards. The knives 58 are by means of resilient knife holders 59 are also coupled to the disc 42 with the bolts 54.

80027808002780

Claims

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the three mowing rotors jointly form a swath during operation. 3 * Device according to claims 1 and 2, characterized in that the outer mowing rotors are V-belts are driven.

4. Device according to claims 1 to 3 », characterized in that for the cutting height adjustment the distance between the mowing motor and the freely rotatable support plate is infinitely adjustable with the aid of a lever which is placed in blind holes of the sealing disc with cams with which it can be adjusted after 25 dissolving the tap bolts can be rotated with respect to the hub of the support plate, such that via the tap bolts the thick-walled ring with external threads mounted on the shaft is also rotated with respect to this internally threaded hub.

Device according to claim 4, characterized in that the cutting height adjustment is secured in that the relatively large fitting edge of the sealing disc is clamped against the hub of the support disc.

6. Device according to claims 4 and 5, characterized in that in the fixed position the sealing disk forms a smooth sliding surface with the bottom of the slightly convex support plate.

7. Device according to claims 4 to 6, characterized in that the freely rotatable support plate with one ball bearing is mounted on the rotor shaft via a sleeve.

8. Device according to claims 1 to 7 », characterized in that the mowing rotors have the form of a reel 5 consisting of a vertical cylinder against which a disc is arranged at the bottom and a disc of which the diameter is larger at the top. then three-quarters of the diameter of the bottom disc.

Device according to claim 8, characterized in that drivers are arranged at the bottom of the upper disc. 8002780