NL2037067B1

NL2037067B1 - Growing facility

Info

Publication number: NL2037067B1
Application number: NL2037067A
Authority: NL
Inventors: Lodewijk Maria Holtermans Bob
Original assignee: Bob Holtermans Beheer B V
Priority date: 2024-02-20
Filing date: 2024-02-20
Publication date: 2025-08-28
Also published as: WO2025177159A1

Abstract

_]_2_ Kweekinrichting Een kweekinrichting voor het kweken van insectenlarven, omvat een langwerpige kweekbodem (12) die zich in axiale richting uitstrekt. Tevens is een bewerkingsinrichting voorzien met ten minste één bewerkingsorgaan waarmee een bewerking over de kweekbodem uitvoerbaar is. In hoofdzaak parallel aan de teelbodem is een axiale geleiding (16) voorzien en het ten minste ene bewerkingsorgaan (25,35,45) gaat uit van een wagen (20,30,40) die volgens de geleiding (16) verplaatsbaar is tussen een eerste axiale positie ten opzichte van de kweekbodem (12) en een verderop gelegen tweede axiale positie ten opzichte van de kweekbodem. Het ten minste ene bewerkingsorgaan (25,35,45) biedt een werkzame breedte die althans nagenoeg overeenstemt met een breedte van de kweekbodem (12). Fig. 1_]_2_ Breeding device A breeding device for breeding insect larvae comprises an elongated breeding base (12) extending in an axial direction. A working device is also provided with at least one working member with which a working operation can be carried out over the breeding base. An axial guide (16) is provided substantially parallel to the breeding base, and the at least one working member (25,35,45) extends from a carriage (20,30,40) which is movable according to the guide (16) between a first axial position relative to the breeding base (12) and a second axial position located further away relative to the breeding base. The at least one working member (25,35,45) offers an effective width that at least substantially corresponds to a width of the breeding base (12). Fig. 1

Description

KweekinrichtingGrowing facility

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kweekinrichting voor het kweken van insectenlarven, omvattende een langwerpige kweekbodem die zich in axiale richting uitstrekt, en een bewerkingsinrichting met ten minste één bewerkingsorgaan waarmee een bewerking over de kweekbodem uitvoerbaar is.The present invention relates to a breeding device for breeding insect larvae, comprising an elongated breeding base extending in an axial direction, and a processing device with at least one processing member with which a processing operation can be carried out over the breeding base.

Een kweekinrichting voor insectenlarven, met name die van de zwarte soldatenvlieg, beoogt een ideale omgeving te bieden voor een efficiënte productie van larven als een duurzame bron van voedzame eiwitten en vetten. Een bekende inrichting bestaat doorgaans uit grote, afgesloten containers of bakken met een gecontroleerde temperatuur en vochtigheid, waarin organisch afvalmateriaal zoals voedselresten als teelbodem wordt geboden. De larven van de zwarte soldatenvlieg gedijen goed bij temperaturen tussen 25 en 35°C en een relatieve vochtigheidsgraad van ongeveer 50-70%. Een constante toevoer van vers organisch materiaal zorgt voor de groei en ontwikkeling van de larven, die zich voeden met het afval. Na een paar weken kunnen de volgroeide zwarte soldaten vlieg larven worden geoogst en verwerkt tot hoogwaardig insectenmeel, dat vervolgens rechtstreeks kan worden gebruikt als voer voor vissen, vee en pluimvee en als ingrediënt in diervoeder of zelfs etenswaar voor menselijke consumptie. Daarmee draagt een dergelijke kweekinrichting bij aan een circulaire economie en een verminderde druk op traditionele eiwitbronnen, terwijl daarmee tegelijkertijd een verwerking van organisch afval wordt bevorderde om zo een milieuvriendelijke voedselproductie te ondersteunen.A rearing system for insect larvae, particularly those of the black soldier fly, aims to provide an ideal environment for efficient larval production as a sustainable source of nutritious proteins and fats. A common setup typically consists of large, sealed containers or bins with controlled temperature and humidity, in which organic waste material such as food scraps serves as a growing medium. Black soldier fly larvae thrive at temperatures between 25 and 35°C and a relative humidity of approximately 50-70%. A constant supply of fresh organic material ensures the growth and development of the larvae, which feed on the waste. After a few weeks, the mature black soldier fly larvae can be harvested and processed into high-quality insect meal, which can then be used directly as feed for fish, livestock, and poultry, and as an ingredient in animal feed or even human food. In this way, such a breeding facility contributes to a circular economy and reduces pressure on traditional protein sources, while at the same time promoting the processing of organic waste to support environmentally friendly food production.

Met name de larven van de zwarte soldatenvlieg blijken een weinig kieskeurig en bijzonder efficiënt middel voor een conversieslag van organisch afval naar voedingsrijke eiwitten. De optimale kweekomstandigheden vragen echter om een geconditioneerd klimaat dat veelal slechts in een gesloten, overdekte teeltomgeving zoals een productiehal of kelder realiseerbaar is. Dit vergt aanzienlijke investeringen en vraagt om een optimale inzet van de beschikbare productiemiddelen. Een factor daarbij is een pakkingsdichtheid waarmee de kweekinrichting kan worden ingezet, De bekende containers of bakken vergen behalve hun eigen voetafdruk tevens relatief veel serviceruimte die nodig is om gedurende een teeltcyclus inspecties en bewerkingen op of bij de kweekbodem uit te voeren, hetgeen gewoonlijk handmatig plaatsvindt.The larvae of the black soldier fly, in particular, prove to be an undemanding and highly efficient means of converting organic waste into nutritious proteins. However, optimal cultivation conditions require a controlled climate, which is often only achievable in a closed, covered cultivation environment such as a production hall or cellar. This requires significant investment and requires optimal use of the available production resources. A key factor is the packing density required to deploy the cultivation system. Conventional containers or trays, in addition to their own footprint, also require a relatively large amount of service space, which is necessary to carry out inspections and operations on or near the cultivation surface during a cultivation cycle, which is usually performed manually.

Een kweekinrichting die efficiënter omgaat met een beschikbaar vloeroppervlak in de teeltomgeving wordt beschreven in Internationale octrooiaanvrage WO 2023/161750 van aanvraagster. De daaruit bekende kweekinrichting omvat een omvat een langwerpig rek met een rekbodem waarover een kweekbodem zich over althans in hoofdzaak een volle lengte uitstrekt. De kweekbodem gaat daarbij uit van een verplaatsbaar doek en wordt aan weerszijden geflankeerd door een stel opgaande wanden. Door het doek in of uit het rek te schuiven kan een verse kweekbodem in het rek worden geïntroduceerd respectievelijk een te oogsten kweekveld daaruit worden verwijderd. De bekende kweekinrichting biedt daarmee een belangrijke efficiency verbetering ten opzichte van een kweek in al of niet gestapelde containers of bakken maar vergt nog immer zijdelings serviceruimte voor een handmatige benadering ten behoeve van tussentijdse bewerkingen op of bij de kweekbodem.A cultivation device that makes more efficient use of available floor space in the cultivation environment is described in applicant's International Patent Application WO 2023/161750. The cultivation device known from it comprises an elongated rack with a rack base over which a cultivation base extends over at least substantially its entire length. The cultivation base consists of a movable cloth and is flanked on either side by a set of upright walls. By sliding the cloth in or out of the rack, a fresh cultivation base can be introduced into the rack or a cultivation field to be harvested can be removed from it. The known cultivation device thus offers a significant efficiency improvement compared to cultivation in stacked or unstacked containers or trays, but still requires lateral service space for manual access for intermediate operations on or near the cultivation base.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een kweekinrichting die in dat opzicht een hogere pakkingsdichtheid toelaat.The present invention aims, among other things, to provide a breeding device that allows a higher packing density in this respect.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een kweekinrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat althans in hoofdzaak parallel aan de teelbodem een axiale geleiding is voorzien, dat het ten minste ene bewerkingsorgaan uitgaat van een wagen die volgens de geleiding verplaatsbaar is tussen een eerste axiale positie ten opzichte van de kweekbodem en een verderop gelegen tweede axiale positie ten opzichte van de kweekbodem, en dat het ten minste ene bewerkingsorgaan een werkzame breedte biedt die althans nagenoeg oversenstemt met een breedte van de kweekbodem.In order to achieve the intended objective, a cultivation device of the type described in the preamble is, according to the invention, characterised in that an axial guide is provided at least substantially parallel to the cultivation bed, that the at least one working member extends from a carriage which, according to the guide, is movable between a first axial position relative to the cultivation bed and a second axial position located further away relative to the cultivation bed, and that the at least one working member provides an effective width which at least substantially corresponds to a width of the cultivation bed.

Aldus kunnen bewerkingen op of bij de teeltinrichting over het traject van de geleiding volledig vanaf de wagen worden uitgevoerd zonder voor verdere menselijke inmenging bereikbaar te behoeven zijn. De wagen kan met voordeel van een kops uiteinde van de kweekbodem naar een tegenover liggende uiteinde daarvan worden gelid om aldus de volledige kweekbodem te bestrijken. De kweekinrichting kan pal naast een verdere kweekinrichting worden geplaatst zonder rekening te houden met gangpaden of verdere serviceruimte. Dit leidt tot een bijzonder hoge pakkingsdichtheid en daarmee tot een bijzonder efficiënte inzet van beschikbare plaatsruimte in de teeltomgeving.This allows operations on or near the cultivation facility along the guidance path to be carried out entirely from the carriage, without requiring further human intervention. The carriage can be advantageously guided from one end of the cultivation bed to the opposite end, thus covering the entire cultivation bed. The cultivation facility can be positioned directly adjacent to another cultivation facility without requiring aisles or additional service space. This results in a particularly high packing density and thus highly efficient use of available space in the cultivation environment.

Een veel voorkomende bewerking die soms gedurende een teeltcyclus noodzakelijk blijkt te zijn is een bijvoederen van de larven als het teeltsubstraat dreigt te worden uitgeput. Met het oog daarop heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de bewerkingsinrichting een doseerinrichting omvat waarmee een substraat over de kweekbodem verspreidbaar is, dat het ten minste ene bewerkingsorgaan een band omvat met een omloop waarin de band wisselt van een aanvoerrichting naar een retourrichting, dat de band met de omloop door de wagen wordt meegevoerd, dat de band ter plaatse van de eerste positie bereikbaar is voor toevoermiddelen om het substraat te ontvangen, en dat de band het substraat vanaf de omloop lost.A common operation that sometimes proves necessary during a cultivation cycle is supplementary feeding of the larvae when the cultivation substrate is in danger of becoming exhausted. With this in mind, a particular embodiment of the cultivation device according to the invention is characterized in that the processing device comprises a metering device with which a substrate can be spread over the cultivation surface, that the at least one processing member comprises a belt with a circulation in which the belt switches from a feed direction to a return direction, that the belt is carried along with the circulation by the carriage, that the belt is accessible at the first position to supply means for receiving the substrate, and that the belt discharges the substrate from the circulation.

De omloop waar het doek van richting wisselt, zorgt voor een lossing van het ter plaatse meegevoerde substraat. Doordat deze omloop in axiale richting door de wagen over de kweekbodem wordt gevoerd, zal daaronder voortdurend vers substraat op de kweekbodem worden gelost terwijl de wagen zicht verplaatst. Een verse voedingsbodem kan aldus van op afstand over de kweekbodem worden verspreid om daarmee een verdere ontwikkeling van de larven te bevorderen. Met voordeel omvat de band een doek (folie), in het bijzonder een kunststof doek, meer in het bijzonder een vezel-versterkt kunststof doek. Een dergelijk doek laat zich desgewenst efficiënt en doeltreffende reinigen voor opvolgend gebruik.The circulation where the cloth changes direction ensures the release of the substrate carried along the belt. Because this circulation is carried axially by the cart over the breeding ground, fresh substrate is continuously released onto the breeding ground as the cart moves. Fresh substrate can thus be spread over the breeding ground from a distance, promoting further larval development. Advantageously, the belt comprises a cloth (foil), particularly a plastic cloth, especially a fiber-reinforced plastic cloth. Such a cloth can be cleaned efficiently and effectively for subsequent use, if desired.

In zijn gang van de eerste axiale positie naar de tweede en visa-versa, voert de wagen de band mee die daardoor een steeds grotere lengte verkrijgt ten opzichte van dienst uitgangspositie.In its movement from the first axial position to the second and vice versa, the carriage carries the belt, which thereby acquires an increasingly greater length compared to its starting position.

Om deze grotere lengte te faciliteren en in omgekeerde richting te kunnen innemen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding als kenmerkt dat de band een eerste uiteinde en een overstaand distaal uiteinde omvat, waarbij het eerste uiteinde uitgaat van een wikkelinrichting. Aan het eerste uiteinde kan de band aldus eenvoudig worden verlengd of ingekort door afwikkelen respectievelijk opwikkelen door middel van de wikkelinrichting. Het systeem blijft hierdoor compact. Het overstaande distale uiteinde kan eveneens door een wikkelinrichting worden gevoerd, doch een in een praktische uitvoeringsvorm is de kweekinrichting gekenmerkt doordat het distale uiteinde voorbij de omloop aan de wagen is gefixeerd. In het bijzonder kan het distale uiteinde voorbij de omloop vast met de wagen zijn verbonden.To accommodate this greater length and to accommodate it in the reverse direction, a preferred embodiment of the cultivation device according to the invention is characterized by the belt comprising a first end and a protruding distal end, with the first end extending from a winding device. At the first end, the belt can thus be easily lengthened or shortened by unwinding or winding it up, respectively, using the winding device. This keeps the system compact. The protruding distal end can also be fed through a winding device, but in a practical embodiment, the cultivation device is characterized by the distal end being fixed to the carriage beyond the loop. In particular, the distal end beyond the loop can be fixed to the carriage.

A-A-

Door verdamping kan een bovenlaag van het kweekbed op de kweekbodem na verloop van tijd uitdrogen, hetgeen een nadelige invloed heeft op een ontwikkeling en groei van de larven. In dat geval is het wenselijk om de bovenlaag te verversen. Met het oog daarop heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de bewerkingsinrichting een bodemverbeteringsinrichting omvat, omvattende een aangedreven rotatieas in de wagen waarvan ten minste één lepel uitgaat die bij rotatie van de rotatieas een kweekbed op de kweekbodem beroert, in het bijzonder omschudt. In de praktijk blijkt een beroering van het kweekbed, waarbij de drogere toplaag wordt verwisseld met substraat vanuit daaronder gelegen lagen, een doeltreffende maatregel om over een dikte van het kweekbed een gelijkmatige gemiddelde vochtigheidsgaard te handhaven.Evaporation can cause the top layer of the breeding bed on the breeding ground to dry out over time, which has a detrimental effect on the development and growth of the larvae. In that case, it is advisable to replace the top layer. With this in mind, a further particular embodiment of the breeding device according to the invention is characterized in that the working device comprises a soil improvement device, comprising a driven rotation shaft in the carriage from which at least one paddle extends. When the rotation shaft rotates, it agitates, in particular shakes, a breeding bed on the breeding ground. In practice, agitating the breeding bed, whereby the drier top layer is replaced with substrate from underlying layers, has proven to be an effective measure for maintaining a uniform average moisture level across the thickness of the breeding bed.

Teneinde de insectenlarven bij een beroering van het kweekbed zo min mogelijk te kwetsen, heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van de kweekinrichting daarbij als kenmerk dat de ten minste ene lepel telkens door een flexibele lamel van een al of niet natuurlijk rubber wordt gevormd. Het relatief zachte rubber van de scheporganen blijkt niet of nauwelijks schade aan de larven te berokkenen terwijl het substraat daardoor wordt omgeschud.To minimize damage to the insect larvae when the breeding bed is disturbed, a preferred embodiment of the breeding device features the feature that at least one scoop is formed by a flexible lamella made of either natural or synthetic rubber. The relatively soft rubber of the scoops appears to cause little or no damage to the larvae while it stirs the substrate.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de bewerkingsinrichting een bevochtigingsinrichting omvat die in staat en ingericht om de kweekbodem over een breedte van de kweekbodem te bevochtigen. Voor het geval het kweekbed als geheel over een dikte daarvan onvoldoende vocht bevat om voor een optimale ontwikkeling van de larven een toereikende vochtigheidsgraad te handhaven kan de bevochtigingsinrichting op de wagen worden ingezet om in het kweekbed een aanvullende hoeveelheid vocht te suppleren. Aldus kan over de duur van een kweekcyclus een optimale vochthuishouding worden gegarandeerd. Voor een meer permanente gecontroleerde vochthuishouding kan ook de toevlucht worden genomen tot een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting die volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat daarin een vloeistof voerende leiding is voorzien die zich over een lengte van de kweekbodem uitstrekt en één of meer sproeiers voedt met een onderling overlappende sproeibeelden.A further special embodiment of the breeding device, according to the invention, is characterized in that the processing device comprises a humidifier capable of and designed to moisten the breeding bed across its entire width. If the breeding bed as a whole does not contain sufficient moisture over a certain thickness to maintain a sufficient humidity level for optimal larval development, the humidifier can be deployed on the trolley to supplement the breeding bed with moisture. This ensures optimal moisture levels throughout the breeding cycle. For more continuously controlled moisture levels, a further special embodiment of the breeding device can be used, which, according to the invention, is characterized in that it includes a fluid-carrying pipe extending across the breeding bed and feeding one or more spray nozzles with overlapping spray patterns.

Voor een ononderbroken bedrijf van de bewerkingsinrichting strekt het tot voordeel dat de wagen tussen de uitgangspositie en eindpositie een obstakelvrij traject kan afleggen. Onder meer voor dat doel heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat de kweekbodem zich uitstrekt over een doorlopende gootbodem tussen overstaande wanden van een goot, die zich uitstrekt van de eerste positie tot de tweede positie. De wagen voert hierbij ononderbroken over de doorlopende gootbodem en de kweekbodem die zich daarop bevindt. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting heeft daarbij als kenmerk dat de overstaande wanden van de goot vormvast zijn en de geleiding vormen waarover de wagen verrijdbaar is.For uninterrupted operation of the processing device, it is advantageous that the carriage can travel an obstacle-free path between the starting position and the end position. For this purpose, among others, a further special embodiment of the cultivation device according to the invention is characterized in that the cultivation floor extends over a continuous gutter bottom between the opposite walls of a gutter, which extends from the first position to the second position. The carriage moves continuously over the continuous gutter bottom and the cultivation floor located on it. A further special embodiment of the cultivation device is characterized in that the opposite walls of the gutter are dimensionally stable and form the guide over which the carriage can move.

De wagen kan zelf-rijdend zijn. In een uitvoeringsvorm is de kweekinrichting daartoe gekenmerkt doordat wagen zelf-rijdend is en een aandrijfmotor omvat die de wagen drijft. De wagen kan ook zonder aandrijfmotor zijn uitgevoerd. Daartoe is een alternatieve uitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de wagen een getrokken wagen omvat, waarbij de wagen aan een frontale zijde met een lier is gekoppeld.The carriage can be self-propelled. In one embodiment, the cultivation device is characterized in that the carriage is self-propelled and comprises a drive motor that propels the carriage. The carriage can also be designed without a drive motor. An alternative embodiment of the cultivation device according to the invention is characterized in that the carriage comprises a towed carriage, with the carriage being coupled to a winch on one front side.

De lier kan bijvoorbeeld aan een frontale zijde uitgaan van een wikkelinrichting die motorisch wordt aangedreven en de wagen voorttrekt. Na de bereiken van de eindpositie kan de wagen desgewenst handmatig of met een proximale wikkelinrichting aan de band naar de uitgangspositie worden terug gebracht.For example, the winch can be connected to a motor-driven winding device on one side, which pulls the carriage forward. After reaching the end position, the carriage can be returned to its starting position manually or with a proximal winding device attached to the belt, if desired.

Door de kweekinrichting zijdelings dicht opeen te verenigen met één of meer soortgelijke verdere kweekinrichtingen kan optimaal gebruik worden gemaakt van een beschikbaar vloeroppervlak in de teeltomgeving. Een verdere vergroting van een productiecapaciteit kan ook verticaal worden bewerkstelligd. Daartoe heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de kweekinrichting volgens de uitvinding als kenmerk dat kweekbodem deel uitmaakt van een aantal soortgelijke kweekbodems die op verschillende niveaus boven elkaar zijn geplaatst, waarbij de wagen tussen opeenvolgende niveaus verrijdbaar is. In een dergelijke gestapelde teeltomgeving wordt de beschikbare ruimte bijzonder efficiënt benut. Een tussenruimte tussen verschillende niveaus behoeft niet {veel) groter te zijn dan nodig is voor een doorgang van de wagen, waarmee het kweekbed bijvoorbeeld met behulp van een camerasysteem kan worden geïnspecteerd en, indien nodig, aan een bewerking worden onderworpen.By stacking the cultivation device closely together laterally with one or more similar additional cultivation devices, optimal use can be made of the available floor space in the cultivation environment. A further increase in production capacity can also be achieved vertically. To this end, a further special embodiment of the cultivation device according to the invention is characterized by the cultivation bed being part of a number of similar cultivation beds placed on different levels above one another, with the trolley being mobile between successive levels. In such a stacked cultivation environment, the available space is utilized particularly efficiently. The space between different levels need not be (much) larger than necessary for the trolley to pass through, allowing the cultivation bed to be inspected, for example, using a camera system and, if necessary, processed.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont:The invention will be explained in more detail below using an exemplary embodiment and an accompanying drawing. The drawing shows:

Figuur 1 een zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een kweekinrichting volgens uitvinding;Figure 1 shows a side view of a first exemplary embodiment of a breeding device according to the invention;

Figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm van bewerkingsmiddelen ten behoeve van de kweekinrichting van figuur 1;Figure 2 shows a first embodiment of processing means for the cultivation device of Figure 1;

Figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van bewerkingsmiddelen ten behoeve van de kweekinrichting van figuur 1;Figure 3 shows a second embodiment of processing means for the cultivation device of Figure 1;

Figuur 4 een derde uitvoeringsvorm van bewerkingsmiddelen ten behoeve van de kweekinrichting van figuur 1; enFigure 4 shows a third embodiment of processing means for the cultivation device of Figure 1; and

Figuur 5 een frontaalaanzicht van de bewerkingsinrichting van figuur 3 in de kweekinrichting van figuur 1.Figure 5 is a frontal view of the processing device of Figure 3 in the cultivation device of Figure 1.

Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.It should be noted that the figures are purely schematic and not always drawn to (the same) scale. In particular, for clarity's sake, some dimensions may be exaggerated to a greater or lesser extent. Corresponding parts in the figures are indicated by the same reference numeral.

De in figuur 1 weergegeven kweekinrichting omvat een stellage 10 van langwerpige stalen of aluminium rekken 15 met typisch een lengte van enkele tot enkele tientallen meter en typische een breedte van 100 tot 180 centimeter. Elk rek 15 biedt over in hoofdzaak een volle lengte daarvan een gootvormige kweekbodem 12 waarop insectenlarven, in het bijzonder die van de zwarte soldatenvlieg, kunnen worden geweekt. De gootbodem 12 is bedekt met een in het rek getrokken folie, zoals omschreven in Internationale octrooiaanvrage WO 2023/161750 van aanvraagster, welker inhoud als hier aangehaald en ingelast dient te worden beschouwd. Het gaat hierbij om een kunststof folie van enkele tienden van een millimeter tot enkele millimeter dikte, bijvoorbeeld van polypropyleen of EPDM-rubber (Ethyleen-Propyleen-Dieen-Monomeer), die tevens over een zekere hoogte tegen de wanden van het betreffende rek 15 opgaat om larven minder kans te geven langs de wanden omhoog te kruipen. Op de kweekbodem wordt een substraat 14 gestort van een organisch materiaal, zoals bijvoorbeeld groente-fruit-tuin (GFT) afval, dat dient als voedingsbron voor jonge larven die daarin zullen gedijen en uitgroeien tot een volwassen stadium. De larven kunnen reeds vooraf met het substraat 14 zijn gemengd, maar kunnen ook naderhand daarover worden verspreid. De kweekinrichting omvat bovendien een bewerkingsinrichting 20 met één of meer bewerkingsorganen 25 waarmee een bewerking op of bij de kweekbodem 12 kan worden uitgevoerd.The breeding device shown in Figure 1 comprises a rack 10 of elongated steel or aluminum racks 15, typically ranging in length from a few to several tens of meters and typically ranging in width from 100 to 180 centimeters. Each rack 15 provides a trough-shaped breeding floor 12 along substantially its entire length, on which insect larvae, particularly those of the black soldier fly, can be cultured. The trough floor 12 is covered with a film drawn into the rack, as described in the applicant's International Patent Application WO 2023/161750, the contents of which are incorporated herein by reference. This film is a plastic film, ranging in thickness from a few tenths of a millimeter to a few millimeters, for example, made of polypropylene or EPDM rubber (ethylene-propylene-diene-monomer), which also extends up the walls of the rack 15 to a certain height to reduce the chance of larvae crawling up the walls. A substrate 14 of organic material, such as organic waste (for example, vegetable, fruit, and garden waste), is poured onto the breeding ground. This serves as a food source for young larvae that will thrive there and develop into adults. The larvae may be pre-mixed with the substrate 14, but can also be spread over it afterward. The breeding device also comprises a processing device 20 with one or more processing elements 25, which can be used to process the breeding ground 12.

De bewerkingsinrichting omvat in het voorbeeld van figuur 1 een doseerinrichting in de vorm van een wagen 20 waarmee een band 25 vanaf een wikkelinrichting wordt meegevoerd, zie ook ys figuur 2. De wagen loopt vanaf een eerste kops uiteinde van een rek 15 naar een tegenoverliggend uiteinde van de kweekbodem over een geleiding. De geleiding wordt gevormd door stalen rails 16 die van de opgaande wanden 17 van een rek 15 uitgaan, zie ook figuur 5. De wagen 20 beslaat vrijwel een volledige breedte van het betreffende rek 15. De voortgetrokken band 25 wordt gevormd door een folie van ruwweg eenzelfde breedte als de kweekbodem 12 en kan uit eenzelfde of vergelijkbare kunststof folie zijn gevormd als waarmee de kweekbodem is bedekt. In dit voorbeeld is voor wat betreft de band 25 uit oogpunt van duurzaamheid uitgegaan van een glad vezel-versterkt kunststof doek, bijvoorbeeld van polypropyleen. Aan een frontale zijde van de wagen omvat de band een omloop 22 waarin de band 25 wisselt van een aanvoerrichting naar een retourrichting, zie ook figuur 2. Voorbij de omloop 22 is de band aan het frame van de wagen 20 bevestigd.In the example of Figure 1, the processing device comprises a dosing device in the form of a carriage 20, which carries a belt 25 from a winding device; see also Figure 2. The carriage runs from the first end of a rack 15 to an opposite end of the growing medium along a guide. The guide is formed by steel rails 16 extending from the upright walls 17 of a rack 15; see also Figure 5. The carriage 20 covers almost the entire width of the rack 15 in question. The drawn belt 25 is formed by a film of roughly the same width as the growing medium 12 and can be made of the same or similar plastic film as that used to cover the growing medium. In this example, for the belt 25, a smooth fiber-reinforced plastic cloth, for example polypropylene, has been used for durability. On a frontal side of the carriage, the belt comprises a circulation 22 in which the belt 25 changes from a feed direction to a return direction, see also Figure 2. Beyond the circulation 22, the belt is attached to the frame of the carriage 20.

Aan het eerste kopse uiteinde wordt de band door een toevoerinrichting 50 gevoed met een substraatmateriaal 14 dat met een nagenoeg constante snelheid wordt aangevoerd. De wagen wordt vanaf het tegenover gelegen uiteinde van het rek voortgetrokken door een, niet nader getoonde, lier en omvat daartoe aan weerszijden een haak 24 waaraan een lierkabel kan worden gekoppeld. Het op de band 25 gestorte substraat wordt met de band meegevoerd en valt aan de voorzijde ter plaatse van de omloop 22 van de band 25 en op de kweekbodem 12 of, in het geval van een suppletie, op een daarop liggend kweekbed. Een wikkelinrichting 55 20 voorziet voortdurend in een vers bandoppervlak waarop het toegevoerde substraat wordt aangevoerd om verderop ter plaatse van de nu verder verwijderde omloop 22 van de band te vallen. Gaandeweg kan de kweekbodem 12 op deze wijze over de volledige lengte en breedte van het substraat 14 worden voorzien of daarmee worden aangevuld. Bij het bereiken van de eindpositie aan het tegenover liggende uiteinde van de kweekbodem 12, wordt de lierkabel los gekoppeld of gevierd en kan de wagen met de wikkelinrichting 55 weer worden ingenomen om eventueel naar een volgend niveau in de stellage 10 te worden verplaatst.At the first end, the belt is fed by a feed device 50 with substrate material 14, which is supplied at a substantially constant speed. The carriage is pulled from the opposite end of the rack by a winch (not shown) and, for this purpose, comprises a hook 24 on either side to which a winch cable can be attached. The substrate deposited on belt 25 is carried along with the belt and falls at the front, at the location of belt loop 22, onto the growing bed 12 or, in the case of replenishment, onto a growing bed lying on top of it. A winding device 55 continuously provides a fresh belt surface onto which the supplied substrate is fed, to fall further down at the location of the belt loop 22, now further away. Gradually, the growing bed 12 can be supplied with or replenished with substrate 14 in this manner over its entire length and width. When the end position is reached at the opposite end of the growing bed 12, the winch cable is released or lowered and the carriage with the winding device 55 can be taken up again and, if necessary, moved to the next level in the rack 10.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de kweekinrichting voorzien van een vergelijkbare wagen waarin een bodem verbeteringsinrichting 35 schuil. Figuur 3 toont deze uitvoeringsvorm in 30 een schematisch zij-aanzicht, terwijl figuur 5 een frontaal aanzicht toont. De wagen 30 kan net zoals de doseerinrichting van figuur 2 in de lengterichting van de kweekbodem 12 worden voortgetrokken of, zoals in dit geval, zelf-rijdend zijn uitgevoerd. Daartoe is daarin een niet nader getoonde elektromotor voorzien die aan een lange voedingskabel vanaf een haspel aan één van beide uiteinden van een elektrische voeding wordt voorzien. De elektromotor drijft één of meer van de wielen 31,33 van de wagen aan waarmee de wagen over de geleiding 16 loopt of kan een afzonderlijk wiel aandrijven dat specifiek daarvoor is voorzien en al of niet op dezelfde geleiding 16 aangrijpt. In het bijzonder kan in het laatste geval met voordeel een tandwiel worden toegepast dat aangrijpt in een tandheugel die zich over de lengte van de kweekbodem 12 uitstrekt. Een dergelijke tandheugel aandrijving is in staat aanmerkelijke meer tractie over te brengen.In an alternative embodiment, the cultivation device is equipped with a similar carriage housing a soil improvement device 35. Figure 3 shows a schematic side view of this embodiment at 30, while Figure 5 shows a frontal view. The carriage 30, like the metering device in Figure 2, can be pulled along the length of the cultivation bed 12 or, as in this case, be self-propelled. For this purpose, an electric motor (not shown) is provided, which is supplied with an electrical power supply at one end via a long power cable from a reel. The electric motor drives one or more of the wheels 31, 33 of the carriage, which move the carriage along the guide 16, or it can drive a separate wheel specifically designed for this purpose and which may or may not engage the same guide 16. In the latter case, a gear wheel can be advantageously used that meshes with a rack extending along the length of the cultivation bed 12. Such a rack and pinion drive is capable of transferring considerably more traction.

De wagen 30 omvat een rotatieas 32 die bijvoorbeeld via een overbrenging met dezelfde motor is gekoppeld als waarmee de wagen 30 wordt voortbewogen, dan wel door een afzonderlijke elektromotor in de wagen 30 wordt aangedreven. De rotatieas 32 strekt zich over nagenoeg een volle breedte van de kweekbodem 12 uit draagt over die breedte een stel scheporganen 35 die het substraat 14 op de kweekbodem 12 zullen beroeren. Voor de scheporganen 35 kunnen allerlei vormen, dimensies, aantallen en materialen worden toegepast die in staat zijn om het losse substraat 14 op te nemen en om te scheppen bij een rotatie om de rotatieas 32. In dit voorbeeld worden de scheporganen 35 in dat kader gevormd door flexibele lamellen van een al of niet natuurlijk rubber die het substraat 14 omhusselen. Hierdoor zal substraatmateriaal 14 in een drogere toplaag van het kweekbed worden verwisseld door vochtiger materiaal 14 van een daaronder gelegen substraatlaag. De relatief milde beroering door middel van dergelijke flexibele rubberen lamellen 35 leidt niet of nauwelijks tot schade van enige betekenis bij de larven. Dit levert uiteindelijk een homogenere vochtverdeling in het kweekbed en tevens een beluchting daarvan, hetgeen beiden de ontwikkeling van de larven bevordert.The carriage 30 comprises a rotational axis 32, which is coupled, for example, via a transmission to the same motor that propels the carriage 30, or is driven by a separate electric motor within the carriage 30. The rotational axis 32 extends across substantially the entire width of the growing bed 12 and carries a set of scooping members 35 across that width, which will agitate the substrate 14 on the growing bed 12. Various shapes, dimensions, numbers, and materials can be used for the scooping members 35, capable of picking up and scooping the loose substrate 14 during rotation about the rotational axis 32. In this example, the scooping members 35 are formed within that framework by flexible lamellae of a rubber, which may or may not be natural, that envelop the substrate 14. This causes substrate material 14 in a drier top layer of the growing bed to be exchanged for wetter material 14 from a substrate layer below. The relatively mild disturbance provided by such flexible rubber slats 35 causes little to no significant damage to the larvae. This ultimately results in a more homogeneous moisture distribution in the growing bed and also improves its aeration, both of which promote larval development.

In een derde uitvoeringsvoorbeeld omvat de wagen 40 een bevochtigingsinrichting in de vorm van één of meer sproeiers 45, zie figuur 4. De wagen is zelf-rijdend en omvat daartoe een niet nader getoonde elektromotor als aandrijving. De sproeiers 45 worden gevoed door een niet nader getoonde pomp in de wagen 40 waarmee een fijne nevel over een volledige breedte van het kweekbed 12 wordt verspreid. Voor een aanvoer en bron van sproeivloeistof kan een reservoir in de wagen 40 dienen, dan wel de pomp met een flexibele slang worden aangesloten op een waterleiding. In het laatste geval wordt de slang bij voorkeur vanaf een haspel naar de wagen 40 geleid en naar behoefte afgewikkeld. Desgewenst kunnen nutriënten aan de sproeivloeistof worden toegevoegd.In a third exemplary embodiment, carriage 40 comprises a humidification device in the form of one or more sprayers 45, see Figure 4. The carriage is self-propelled and therefore comprises an electric motor (not shown) as a drive. Sprayers 45 are fed by a pump (not shown) in carriage 40, which distributes a fine mist across the entire width of the growing bed 12. A reservoir in carriage 40 can serve as a supply and source of spray liquid, or the pump can be connected to a water pipe with a flexible hose. In the latter case, the hose is preferably guided from a reel to carriage 40 and unwound as needed. Nutrients can be added to the spray liquid if desired.

Voor een meer permanente bevochtiging van het kweekbed 12 kan ook een vaste vloeistof voerende leiding 60 bovenin elk rek worden voorzien die zich daarbij over een lengte van de kweekbodem 12 uitstrekt zoals in figuur 1 is weergegeven. Daaraan is een aantal sproeiers 65 gekoppeld die aldus door de leiding 60 worden gevoed en onderling overlappende sproeibeelden afgeven.For more permanent moistening of the growing bed 12, a solid liquid-carrying pipe 60 can also be provided at the top of each rack, extending along the length of the growing bed 12, as shown in Figure 1. A number of sprayers 65 are connected to this pipe 60, which are thus fed by the pipe 60 and emit overlapping spray patterns.

Een totale kweekinrichting omvat één of meer stellages 10 van de soort zoals in figuur 1 is weergegeven met ieder éen of meer van de getoonde rekken. Elk niveau en/of ieder stellage 10 kan van een daarin rijdende of voortgetrokken wagen 20,30,40 zijn voorzien, maar ook kan een wagen 20,30,40 van het ene rek 15 naar een ander rek 15 worden verplaatst. De aanvoerinrichting 15 voor het substraat 14 kan op een rijdend onderstel worden uitgevoerd om eveneens eenvoudig van de ene stellage 10 naar een andere te worden verreden. Daarin is met voordeel een hefinrichting voorzien om de substraataanvoer over de verschillende niveaus in een stellage te kunnen verplaatsen.A complete cultivation setup comprises one or more racks 10 of the type shown in Figure 1, each with one or more of the racks shown. Each level and/or rack 10 can be equipped with a trolley 20, 30, or 40 moving or towing within it, or a trolley 20, 30, or 40 can be moved from one rack 15 to another. The substrate feeder 15 can be mounted on a mobile chassis to easily move from one rack 10 to another. A lifting device is advantageously provided therein to move the substrate feeder across the different levels within a rack.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.Although the invention has been explained in more detail above by means of only a single exemplary embodiment, it should be clear that the invention is by no means limited thereto.

Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo kunnen met name ook andere typen van bewerkingsinrichtingen of middelen in of aan de wagen worden voorzien en kunnen met name ook verschillende bewerkingsmiddelen in de wagen worden gecombineerd. De wagen biedt in samenhang met de geleiding over de volle lengte van het kweekbed een bijzonder compacte en plaats besparende mogelijkheid om gedurende een kweekcyclus desgewenst bewerkingen op het kweekbed uit te voeren.On the contrary, within the scope of the invention, many variations and embodiments are possible for an average skilled person. For example, other types of processing devices or resources can be incorporated into or attached to the cart, and various processing resources can be combined within the cart. Combined with the guidance along the entire length of the growing bed, the cart offers a particularly compact and space-saving option for performing operations on the growing bed during a growing cycle.

Claims

Conclusions:

1. Breeding device for breeding insect larvae, comprising an elongated breeding base extending in an axial direction, and a processing device with at least one processing member with which a processing operation can be carried out over the breeding base, characterized in that an axial guide is provided at least substantially parallel to the breeding base, that the at least one processing member extends from a carriage which is movable according to the guide between a first axial position relative to the breeding base and a second axial position relative to the breeding base located further away, and that the at least one processing member provides an effective width which at least substantially corresponds to a width of the breeding base.

2. Cultivation device according to claim 1, characterised in that the processing device comprises a metering device with which a substrate can be spread over the cultivation bottom, that the at least one processing member comprises a belt with a circulation in which the belt changes from a supply direction to a return direction, that the belt is carried along with the circulation by the carriage, that the belt is accessible at the location of the first position for supply means for receiving the substrate, and that the belt unloads the substrate from the circulation.

3. Breeding device according to claim 2, characterised in that the belt comprises a cloth, in particular a plastic cloth, more particularly a fibre-reinforced plastic cloth.

4. Breeding device according to claim 2 or 3, characterised in that the band comprises a first end and an opposite distal end, the first end extending from a winding device.

5. Breeding device according to claim 4, characterised in that the distal end is fixed to the carriage beyond the circulation.

6. Cultivation device according to claim 1, characterised in that the working device comprises a soil improvement device, comprising a driven rotation shaft in the carriage from which at least one scoop member extends which, when the rotation shaft rotates, stirs a cultivation bed on the cultivation bottom, in particular shakes it.

7. Breeding device according to claim 6, characterised in that the at least one scoop member is each formed by a flexible lamella made of natural or non-natural rubber.

8. Breeding device according to claim 1, characterised in that the processing device comprises a moistening device which is able and arranged to spray the breeding ground over a width of the breeding ground.

9. Breeding device according to one or more of the preceding claims, characterised in that it comprises a liquid-carrying pipe which extends over a length of the breeding ground and feeds one or more sprayers with mutually overlapping spray patterns.

10. Breeding device according to one or more of the preceding claims, characterised in that the breeding bottom extends over a continuous gutter bottom between opposite walls of a gutter, which extends from the first position to the second position.

11. Breeding device according to claim 9, characterised in that the opposite walls of the gutter are dimensionally stable and form the guide over which the carriage can be moved.

12. Breeding device according to one or more of the preceding claims, characterized in that the carriage is self-propelled and comprises a drive motor that drives the carriage.

13. Breeding device according to one or more of claims 1 to 11, characterised in that the carriage comprises a towed carriage, the carriage being coupled to a winch on a front side.

14. Breeding device according to one or more of the preceding claims, characterised in that the breeding bed is part of a number of similar breeding beds placed on different levels above each other, the carriage being movable between successive levels.