NL2015651B1 - Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. - Google Patents
Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2015651B1 NL2015651B1 NL2015651A NL2015651A NL2015651B1 NL 2015651 B1 NL2015651 B1 NL 2015651B1 NL 2015651 A NL2015651 A NL 2015651A NL 2015651 A NL2015651 A NL 2015651A NL 2015651 B1 NL2015651 B1 NL 2015651B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- manure
- vehicle
- holder
- plate
- scraper element
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/01—Removal of dung or urine ; Removal of manure from stables
- A01K1/0128—Removal of dung or urine ; Removal of manure from stables by means of scrapers or the like moving continuously
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/01—Removal of dung or urine ; Removal of manure from stables
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P3/00—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
- B60P3/22—Tank vehicles
- B60P3/2205—Constructional features
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P3/00—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
- B60P3/22—Tank vehicles
- B60P3/224—Tank vehicles comprising auxiliary devices, e.g. for unloading or level indicating
- B60P3/2245—Adaptations for loading or unloading
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60P—VEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
- B60P3/00—Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
- B60P3/22—Tank vehicles
- B60P3/224—Tank vehicles comprising auxiliary devices, e.g. for unloading or level indicating
- B60P3/225—Adaptations for pumps or valves
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Treatment Of Sludge (AREA)
- Vehicle Cleaning, Maintenance, Repair, Refitting, And Outriggers (AREA)
- Housing For Livestock And Birds (AREA)
Abstract
Een verrijdbaar mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer omvat een schraapsamenstel (13, 26, 27) voor door schrapen over de stalvloer in een mestverzamelruimte (14) bijeenschrapen van de mest, waarbij het schraapsamenstel (13, 26, 27) een gedeeltelijk rond de mestverzamelruimte (14) aangebracht, buigzaam, strookvormig schraperelement (13) en een afrollichaam (26) omvat. Het afrollichaam (26) strekt zich aan een van de mestverzamelruimte (14) afgekeerde zijde van het schraperelement (13) uit om in ieder geval tijdens het bijeenschrapen van de mest in contact met het schraperelement (13) te zijn, en heeft aan de naar het schraperelement (13) toegekeerde zijde ervan een afroloppervlak (35) dat naar het schraperelement (13) toe convex afgerond is. De toepassing van het afrollichaam (26) voor contact met het schraperelement (13) heeft een gunstig effect op de standtijd van het schraperelement (13) op het voertuig (1).
Description
Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer
De uitvinding heeft betrekking op een verrijdbaar mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer, welk voertuig voorzien is van een schraapsamenstel voor door schrapen over de stalvloer in een mestverzamelruimte bijeenschrapen van de mest, waarbij het schraapsamenstel een gedeeltelijk rond de mestverzamelruimte aangebracht, buigzaam, strookvormig schraperelement omvat.
Het begrip “mest” zoals gebruikt in deze tekst dient opgevat te worden als een totaalbegrip voor mest en eventueel ander vuil dat zich met de mest op een stalvloer kan bevinden, zoals voerresten. Begrippen als “boven” en “onder” zoals gebruikt in deze tekst dienen opgevat te worden in de context van een normale, operationele oriëntatie van het voertuig, waarin het voertuig zich over een te reinigen stalvloer kan voortbewegen en de bedoelde mestverwijderingsfunctie kan uitvoeren.
Een mestverwijderingsvoertuig dat is voorzien van een schraapsamenstel voor door schrapen over de stalvloer in een mestverzamelruimte bijeenschrapen van de mest is bekend, bijvoorbeeld uit WO-2013/010785-A1. Het bekende voertuig is zelfrijdend en omvat ten minste twee wielen, één motor en een besturingsinrichting, voor het door aandrijven van ten minste één van de wielen verplaatsen van het voertuig in een gewenste voortbewegingsrichting. Het bekende voertuig omvat voorts een tank voor mestopslag, met in de bovenzijde ervan een luchtafvoer, en verder met een mesttoevoeropening en een mestafvoeropening. Een met de besturingsinrichting verbonden vacuümpomp is voorzien voor het via de luchtafvoer onder een onderdruk brengen van de tank. Het schraapsamenstel van het bekende voertuig omvat een schraperelement dat tegen de beoogde rijrichting in gezien versmalt naar een dicht uiteinde, waarbij de mesttoevoeropening in de beoogde rijrichting gezien voor het schraperelement ligt en althans gedeeltelijk door het schraperelement omgeven is.
Ten behoeve van het opnemen van mest van een stalvloer wordt het voertuig geactiveerd om over de stalvloer te rijden. Bij het rijden verzamelt het schraperelement, dat ook wel als mestschuif aangeduid wordt, mest en concentreert die op een plek bij de mesttoevoeropening van de tank, alwaar de mest op basis van de werking van de vacuümpomp opgezogen kan worden. Het schraperelement kan vervaardigd zijn van elk geschikt materiaal of van elke geschikte combinatie van materialen, zoals staal en rubber. Een bijzonderheid van de werking van het bekende voertuig is dat zich voor het schraperelement een in hoofdzaak constante hoeveelheid mest zal verzamelen, uiteraard enigszins afhankelijk van het aanbod ervan. Het door de pomp gecreëerde vacuüm in de tank leidt ertoe dat de mest opgezogen wordt, maar zodra er te weinig aanbod of zuigkracht is, zal er netto niets meer gebeuren. De mest zal hooguit niet verder opgezogen worden, maar ook niet geheel weglopen uit de tank vanwege zijn eigen consistentie. De mest blijft als het ware in de tank hangen door het vacuüm dat in de tank heerst, welk vacuüm alleen maar zou toenemen indien de mest wel uit de tank zou lopen. Het uit de tank lopen van mest wordt in feite bovendien tegengewerkt door de mest die zich nog voor het schraperelement bevindt. Het resultaat van dit alles is dat zich vrijwel permanent een soort mestvoorraad voor het schraperelement bevindt, welke over de stalvloer voortgeschoven wordt wanneer het voertuig zich voortbeweegt.
De mesttoevoeropening van de tank van het bekende voertuig ligt bij het versmalde uiteinde van het schraperelement. Het voertuig is in het bijzonder geschikt voor het opnemen van mest van dichte stalvloeren. Bij roostervloeren en andere vloeren met openingen erin kan er in feite geen sprake zijn van verzamelen van mest door deze bijeen te schuiven.
In het bekende voertuig vallen de mesttoevoeropening en de mestafvoeropening samen als een enkele opening en bevindt deze opening zich deels, bij voorkeur geheel, op een onderste niveau van de tankbodem. Bij de enkele opening van de tank van het voertuig kan een pijp voorzien zijn, waarmee een eventueel hoogteverschil tussen de tankbodem en een plek waar mest opgezogen wordt, overbrugd kan worden. Door de positionering van de enkele opening in de tank is het voor het lossen van mest uit de tank op een geschikte plaats zoals boven een opening in de stalvloer van een onder de stalvloer gelegen mestopslagruimte niet nodig om de pomp van een omkeerinrichting te voorzien. De mest zal onder de invloed van de zwaartekracht uit de tank kunnen lopen, in ieder geval wanneer de pomp uitgezet wordt. Een omgekeerde werking van de pomp is daarom hierbij niet vereist om een lossen van de mest te realiseren.
Het schraperelement heeft een beperkte standtijd en dient gedurende de totale levensduur van het mestverwijderingsvoertuig van tijd tot tijd vervangen te worden. Met het oog daarop is het een doel van de uitvinding om maatregelen te verschaffen die er op gericht zijn de standtijd van het schraperelement te verbeteren. Het doel van de uitvinding wordt bereikt door een verrijdbaar mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer, welk voertuig voorzien is van een schraapsamenstel voor door schrapen over de stalvloer in een mestverzamelruimte bijeenschrapen van de mest, waarbij het schraapsamenstel een gedeeltelijk rond de mestverzamelruimte aangebracht, buigzaam, strookvormig schraperelement en een afrollichaam omvat, waarbij het afrollichaam zich uitstrekt aan een van de mestverzamelruimte afgekeerde zijde van het schraperelement om in ieder geval tijdens het bijeenschrapen van de mest in contact met het schraperelement te zijn, en waarbij het afrollichaam aan de naar het schraperelement toegekeerde zijde ervan een afroloppervlak heeft dat naar het schraperelement toe convex afgerond is.
Een bijzonder aspect van het mestverwijderingsvoertuig volgens de uitvinding is gerelateerd aan de toepassing van een afrollichaam bij het schraperelement, dat wil zeggen, de toepassing van een combinatie van een schraperelement en een afrollichaam dat zich langs het schraperelement uitstrekt. Het afrollichaam dient om in ieder geval tijdens het bijeenschrapen van de mest in contact met het schraperelement te zijn. Hierdoor wordt in het bijzonder bereikt dat het schraperelement gedurende de uitoefening van de mestschraapfunctie ervan over het convex afgeronde afroloppervlak van het afrollichaam afrolt. Ten opzichte van een conventionele situatie waarin er geen afrollichaam bij het schraperelement toegepast wordt, worden hierdoor spanningen die tijdens een mestschraapactie in het schraperelement optreden, gereduceerd, met als gevolg een verbeterde standtijd van het schraperelement met alle voordelen van dien.
Evenals het uit WO-2013/010785-A1 bekende mestverwijderingsvoertuig is het mestverwijderingsvoertuig volgens de uitvinding met name geschikt voor toepassing op stalvloeren die dicht zijn.
In een praktische uitvoeringsvorm kan het afrollichaam in dwarsdoorsnede aan de naar het schraperelement toegekeerde zijde ervan een in hoofdzaak halve cirkelvorm hebben. Ongeacht de precieze vorm van het convexe afroloppervlak van het afrollichaam kan het zo zijn dat het schraperelement en het afrollichaam op het voertuig tegen elkaar gemonteerd zijn, maar het kan ook zo zijn dat het schraperelement en het afrollichaam op het voertuig slechts op geringe afstand van elkaar gemonteerd zijn, bijvoorbeeld een afstand van hooguit enkele millimeters, op dusdanige wijze dat gewaarborgd is dat het schraperelement tegen het afroloppervlak van het afrollichaam aan ligt zo lang het schraperelement als gevolg van het uitoefenen van de mestschraapfunctie en het daarmee gepaard gaande slepende contact met een ondergrond enigszins vervormd is.
Met het oog op de bedoelde functie van het schraperelement, in het bijzonder het in een mestverzamelruimte bijeenschrapen van de mest, is het praktisch wanneer het schraperelement in lengterichting ervan gekromd is, in het bijzonder op een dusdanige wijze dat het schraperelement in een rijrichting van het voertuig gezien naar voren toe concaaf is. Het is hierbij gunstig wanneer het afroloppervlak in lengterichting van het afrollichaam eveneens gekromd is, bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig met het schraperelement, zodat wordt bereikt dat het eerder genoemde afrollen van de schraperelement over het afroloppervlak van het afrollichaam kan plaatsvinden en de voordelen van de reductie van spanningen in het schraperelement tijdens de uitoefening van een mestschraapactie behaald worden.
Het afrollichaam kan een langwerpig lichaam zoals een staaf of een buis omvatten, waarbij het praktisch is wanneer het langwerpige lichaam een in hoofdzaak cirkelronde buitenomtrek heeft. Het bereiken van een verbeterde standtijd van het schraperelement vereist volgens de uitvinding geen toepassing van complexe maatregelen. Het monteren van een staaf of buis zoals genoemd naast het schraperelement zodat het schraperelement tijdens een mestschraapactie hierop af kan rollen volstaat.
Het voertuig volgens de uitvinding kan verder een houderstrip omvatten die voorzien is om in combinatie met het afrollichaam een houder voor het schraperelement te vormen, waarbij een gedeelte van het schraperelement tussen het afrollichaam en de houderstrip geklemd zit. In de praktijk kan het gedeelte van het schraperelement een bovengedeelte zijn. Het afrollichaam, het schraperelement en de houderstrip kunnen aan elkaar bevestigd zijn onder toepassing van bevestigingsmiddelen die zich tussen het afrollichaam en de houderstrip uitstrekken, door het schraperelement heen. De genoemde bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld bouten zijn die in lengterichting van het afrollichaam, het schraperelement en de houderstrip op regelmatige afstand gepositioneerd zijn. Het is gunstig wanneer een onderrand van de houderstrip afgerond is, omdat het daarmee praktisch niet kan voorkomen dat de houderstrip in het schraperelement snijdt bij achterwaarts rijden van het voertuig.
Zoals uit de stand van de techniek bekend is, kan het voertuig volgens de uitvinding een tank voor mestopslag omvatten. In dat geval kan volgens de uitvinding een onder de tank gemonteerde plaat verschaft zijn, die voorzien is van een mestdoorlaatopening voor het ter plaatse van de mestverzamelruimte doorlaten van mest van en naar de tank. Daarbij kan dan een zuigmondelement verschaft zijn, dat ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening aan de plaat bevestigd is, dat de vorm van een kort hol buissegment heeft, en dat zich door de plaat heen uitstrekt in een richting naar onder toe. Het afrollichaam kan eveneens aan de plaat bevestigd zijn, op een positie die in de rijrichting van het voertuig een positie achter de mestdoorlaatopening is. In het algemeen gesproken kan de plaat als drager van een zuigmondelement en bij voorkeur ook van een combinatie van een schraperelement en een afrollichaam dienen. Dit biedt gunstige mogelijkheden voor schoonmaak, onderhoud, reparatie en vervanging van het zuigmondelement en eventueel ook het schraperelement, omdat het dan niet nodig is werkzaamheden te verrichten onder de tank van het voertuig, dat wil zeggen, op een relatief zeer laag niveau. In plaats daarvan is het dan mogelijk de plaat onder de tank uit te halen en daarmee een goede bereikbaarheid van het zuigmondelement en eventueel ook het schraperelement te hebben.
Ter bevestiging van het zuigmondelement aan de plaat kan een houder voor het zuigmondelement voorzien zijn, welke houder aan de plaat bevestigd is en zich ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening uitstrekt, waarbij een gedeelte van het zuigmondelement in de houder opgenomen is en aan de houder bevestigd is, waarbij de houder een samenstel van twee ringvormige houderelementen omvat, en waarbij elk houderelement een eerste deel heeft dat zich in het vlak van de plaat uitstrekt, en een integraal met het eerste deel verbonden tweede deel dat zich door de plaat heen uitstrekt en ten opzichte van het eerste deel in een richting onder toe is gebogen is. In de genoemde constructie kan het zo zijn dat de eerste delen van de houderelementen op elkaar bevestigd zijn, en dat de tweede delen van de houderelementen zich op afstand van elkaar bevinden en het gedeelte van het zuigmondelement tussen zich houden. De onderlinge verbinding van de delen van de houderelementen en het gedeelte van het zuigmondelement kan bijvoorbeeld door middel van lijm gewaarborgd zijn.
Een voorbeeld van een geschikt materiaal voor zowel het zuigmondelement als de houder voor het zuigmondelement is rubber. Het zuigmondelement dient primair voor het realiseren van een verlaagde inlaat voor op te nemen mest. Er kunnen dan zelfs dun vloeibare substanties van de stalvloer opgenomen worden. Met het oog daarop is het gunstig wanneer het zuigmondelement en de houder ervan flexibele eigenschappen hebben, zodat een zekere mate van beweging van het zuigmondelement ten opzichte van de plaat mogelijk is, hetgeen vooral van belang kan zijn wanneer het zuigmondelement in aanraking komt met oneffenheden en/of obstakels op het te reinigen staloppervlak.
Ter afdichting van het zuigmondelement zoals opgenomen in de houder tegen de tank van het voertuig kan aan een bovenzijde van de plaat en de houder voor het zuigmondelement geschikt afdichtmateriaal zoals schuimmateriaal op de houder aangebracht zijn. Doordat er op die manier gewaarborgd kan zijn dat er geen luchtlek bij het zuigmondelement is, kan het opnemen van de mest op optimaal effectieve wijze plaatsvinden.
Het is bijzonder praktisch wanneer een afmeting van de plaat voldoende is om aan twee kanten van het voertuig vrije toegang te hebben tot een gedeelte van de plaat, in het bijzonder een gedeelte van de plaat dat dient ter bevestiging van de plaat aan het voertuig. De plaat met de daaraan bevestigde componenten kan dan gemakkelijk op het voertuig gemonteerd worden en van het voertuig af genomen worden, zodat het niet nodig is werkzaamheden in de uiterst beperkte ruimte onder de tank van het voertuig te verrichten, bijvoorbeeld wanneer het gewenst is de plaat op het voertuig te monteren of van het voertuig af te nemen, of wanneer het gewenst is aan één of meer van de componenten onderhoud te plegen of één of meer van de componenten schoon te maken, te repareren ofte vervangen.
Het voertuig is bij voorkeur zelfrijdend, waarmee het een bemand of een autonoom zelfrijdend voertuig kan zijn. Een zelfrijdend voertuig omvat bij voorkeur een batterij alsmede een connector voor verbinden met een extern batterijoplaadmiddel ten behoeve van het opladen van de batterij.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van een plaat met een mestdoorlaatopening, een zuigmondelement dat ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening aan de plaat bevestigd is, en een aan de plaat bevestigde combinatie van een schraperelement en een afrollichaam dat zich langs het schraperelement uitstrekt, voor montage onder de tank van een mest-verwijderingsvoertuig dat een dergelijke tank voor mestopslag heeft. De montage kan bijvoorbeeld eenvoudig met bouten of dergelijke plaatsvinden. Een dergelijk samenstel heeft als voordeel dat dit eenvoudig van het voertuig waarop het is aangebracht kan worden weggenomen of vervangen. Gezien de zware omstandig-heden waarin het voertuig wordt gebruikt is het een groot voordeel wanneer een zwaar belast onderdeel als dit samenstel snel kan worden vervangen, waarna het vervangen samenstel bijvoorbeeld kan worden gereviseerd, gereinigd enzovoort.
In overeenstemming met hetgeen hierboven is toegelicht, kan een dergelijk samenstel voorts een houderstrip omvatten, dat zich uitstrekt aan de zijde van het schraperelement dat naar het zuigmondelement gericht is, waarbij het schraperelement dan tussen het afrollichaam en de houderstrip wordt vastgehouden. De plaat is bij voorkeur voorzien van twee bevestigingsplaatsen die op voldoende afstand van elkaar gelegen zijn om bij plaatsing van het samenstel onder het voertuig goed bereikbaar te zijn. De overige kenmerken en verbijzonderingen die voor het voertuig zijn beschreven in de conclusies en/of de hierboven uiteengezette beschrijving zijn, waar mogelijk, eveneens met voordeel van toepassing op het samenstel.
De genoemde en andere aspecten van de uitvinding zullen hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een niet-beperkende voorbeelduitvoeringsvorm van de uitvinding wordt getoond, en waarin figuur 1 schematisch een doorsnede-aanzicht toont van een mestverwijderingsvoertuig volgens de uitvinding, figuren 2 en 3 schematisch een perspectivisch aanzicht tonen van een samenstel dat deel uitmaakt van het in figuur 1 getoonde voertuig, omvattende een plaat, een zuigmondelement en een schraperelement, met in figuur 2 een onderzijde van het samenstel naar voren gericht, en met in figuur 3 een bovenzijde van het samenstel naar voren gericht, figuur 4 schematisch een doorsnede-aanzicht toont van het in figuren 2 en 3 getoonde samenstel, en figuur 5 schematisch een detail toont het doorsnede-aanzicht van figuur 4.
Figuur 1 toont een mestverwijderingsvoertuig 1 volgens de uitvinding. Het voertuig 1 omvat een tank 2 met een mestopslagruimte 3. Bovenin de mestopslagruimte 3 is een luchtafvoer 4 met een luchtaanzuigopening 5 en een luchtafgeefopening 6 aangebracht. Het voertuig 1 omvat voorts een pomp 7 met een aanzuigpijp 8 en een uitblaaspijp 9. De pomp 7 en een besturingsinrichting 10 voor de pomp 7 bevinden zich in een besturingsruimte 11 die naast de mestopslagruimte 3 aanwezig is. Onder de besturingsruimte 11 bevindt zich een uitblaasruimte 12.
Een schraperelement 13 begrenst de achterzijde van een mest-verzamelruimte 14 die via een zuigmondelement 16, 23 in verbinding staat met een mestinlaatopening 15 naar de tank 2. Geheel vooraan bevindt zich een optionele frontschuiver 18. Figuur 1 toont voorts een niveausensor 19, een accu 20, één van twee wielen 21, en een deksel 22 van het voertuig 1.
In het getoonde voorbeeld is het volume van de tank 2, oftewel de mestopslagruimte 3, gezien in een rijrichting van het voertuig 1 die in figuur 1 is aangeduid met pijl A, symmetrisch ten opzichte van de wielen 21. Dit heeft onder meer als effect dat bij vullen van de mestopslagruimte 3 geen kantelneiging van de tank 2 optreedt die anders invloed op de bodemdruk op het schraperelement 13 zou hebben.
De luchtaanzuigopening 5 van de luchtafvoer 4 bevindt zich in het getoonde voorbeeld bovenaan de mestopslagruimte 3. Op basis hiervan kan de mestopslagruimte 3 maximaal gevuld worden. Om te voorkomen dat teveel mest wordt aangezogen, en deze via de luchtafzuiging, weergegeven via de pijlen B, in de pomp terechtkomt, is de eerder genoemde niveausensor 19 verschaft die de pomp 7 desgewenst kan uitschakelen bij het bereiken van een te hoog niveau. Mocht er toch mest, vuil enz. in de luchtafvoer 4 en in de pomp 7 terechtkomen, dan kan één en ander eenvoudig worden gereinigd door openen van het deksel 22 en doorspoelen van het geheel, bijvoorbeeld met water en/of een ander geschikt reinigingsmiddel. In figuur 1 is getoond hoe het deksel 22 een positie bovenop de tank 2 kan hebben, hetgeen niet wegneemt dat het ook in de bovenzijde van de tank 2 geïntegreerd kan zijn. Een voorbeeld van de totale hoogte van het voertuig 1 is een hoogte van 60 cm, op grond waarvan het onder standaard hekwerken in de melkveehouderij kan doorrijden. Andere hoogtes van het voertuig 1 zijn binnen het kader van de uitvinding natuurlijk ook mogelijk.
De aanzuigpijp 8 van de pomp 7 is in beginsel op de luchtafvoer 4 aangesloten. De pomp 7 en de besturingseenheid 10 voor besturen van de pomp 7 en eventueel ook andere componenten zoals motor en wielen 21 van het voertuig 1, bevinden zich in de besturingsruimte 11 die praktisch niet door materiaal uit de mestopslagruimte 3 bereikt kan worden. De pomp 7 is bij voorkeur een zogenaamde vuilwaterpomp, zoals bekend voor toepassing op schepen e.d. Dit type pomp is bijzonder goed bestand tegen (extreem) vervuild water e.d., en dus ook tegen mest, hetgeen gunstig is voor het geval dat mest onbedoeld in de pomp 7 terechtkomt. De pomp 7 kan in de praktijk met een zeer laag vermogen toe. Zo hoeft de op te wekken onderdruk in de mestopslagruimte 3 niet hoger te zijn dan 0,06 bar bij een tankhoogte van 60 cm. Daarnaast hoeft ook de luchtafvoersnelheid niet hoog te zijn; in beginsel volstaat het dat de luchtafvoersnelheid even hoog is als de mesttoevoersnelheid. De laatstgenoemde snelheid hangt uiteraard samen met de rijsnelheid van het voertuig 1 en de dikte van de op te vegen mestlaag. In de praktijk blijkt een debiet van enkele tientallen liters per minuut reeds voldoende om een melkveestal voldoende schoon te houden. Door dit lage vereiste vermogen is het voor het voertuig 1 volgens de uitvinding praktisch zeer goed haalbaar als een autonoom voertuig met eigen energievoorziening te zijn uitgevoerd.
De mestinlaatopening 15 en het zuigmondelement 16, 23 dat toegang tot de mestinlaatopening 15 geeft, liggen, gezien in de rijrichting A van het voertuig 1, aan het einde van de mestverzamelruimte 14 die enerzijds begrensd wordt door het schraperelement 13 en anderzijds door een voorste deel 16 van het zuigmondelement 23. Aldus kan aan te vegen en op te zuigen mest onder het voorste deel 16 door naar de mestverzamelruimte 14, zodat bij beweging van het voertuig 1 zich daar ter plaatse in beginsel continu een voorraad mest bevindt. Het is gunstig om een continu aanbod van mest aan de mestinlaatopening 15 te hebben, zodat geen lucht maar mest naar de tank 2 wordt aangezogen. Eventueel kan een extra hoeveelheid mest worden opgezogen van een positie voor en/of naast het voorste deel 16, in het geval dat zich daar een mestbuffer gevormd heeft.
Vooraan het voertuig 1 bevindt zich een frontschuiver 18 die vreemde lichamen, zoals stenen e.d., kan beletten onder het voertuig 1 terecht te komen. Het voorste deel 16 is bij voorkeur flexibel, zodat lichamen die relatief groot zijn maar toch onder de frontschuiver 18 door passen, zoals graspollen e.d., door ombuigen van het voorste deel 16 toch betrouwbaar kunnen worden afgevoerd, namelijk via de mestinlaatopening 15. De mate waarin de frontschuiver 18 zich vanaf het voertuig 1 naar onder toe uitstrekt is zodanig gekozen dat grotere brokken die niet onder het maximaal omgebogen voorste deel 16 door zouden kunnen, doelmatig door de frontschuiver 18 worden tegengehouden. Overigens kan ook het hele zuigmondelement 16, 23 flexibel zijn uitgevoerd, zoals van een en hetzelfde materiaal en van dezelfde dikte.
De aandrijving van de wielen 21 van het voertuig 1 wordt elektrisch gevoed door de accu 20 en bestuurd door de besturingseenheid 10. Het schraperelement 13 kan dienen als derde afsteunpunt van het voertuig 1 op een ondergrond, in het bijzonder een te reinigen stalvloer 40. Het is echter ook mogelijk dat als derde afsteunpunt van het voertuig 1 een zwenkwiel (niet getoond) of dergelijke is voorzien. Deze optie is gunstig voor wat betreft besturing van het voertuig 1.
In het voertuig 1 maken het schraperelement 13 en het zuigmondelement 16, 23 deel uit van een samenstel 25 dat verder onder meer een gemeenschappelijke plaat 24 omvat waarop de genoemde elementen 13, 16, 23 gemonteerd zijn, en dat hiernavolgend aangeduid zal worden als functioneel samenstel 25. Details van het functionele samenstel 25, dat in figuur 1 slechts schematisch weergegeven is, zullen hiernavolgend aan de hand van figuren 2-5 nader worden toegelicht. In figuren 2-5 is te zien dat het functionele samenstel 25 niet alleen het schraperelement 13, het zuigmondelement 16, 23 en de gemeenschappelijke plaat 24 omvat, maar dat zich op de plaat 24 meer componenten bevinden. In het bijzonder gaat het om een afrollichaam 26 en een houderstrip 27 die zich aan weerszijden van een bovenste gedeelte van het schraperelement 13 uitstrekken. In het hiernavolgende zal nader ingegaan worden op de diverse componenten van het functionele samenstel 25.
De plaat 24 van het functionele samenstel 25 is ingericht om onder de tank 2 van het voertuig 1 vastgezet te worden. In het getoonde voorbeeld is de plaat 24 van twee op afstand van elkaar gepositioneerde bevestigingsplaatsen 28 voorzien, voor het opnemen van middelen zoals bouten ter bevestiging van de plaat 24 aan het voertuig 1. De afstand tussen deze bevestigingsplaatsen 28 is afgestemd op een breedte van het voertuig 1, dat wil zeggen, een horizontale afmeting van het voertuig 1 dwars op de rijrichting A, op de positie van het voertuig 1 die een montagepositie van de plaat 24 is. In het bijzonder is de afstand tussen de bevestigingsplaatsen 28, en daarmee een breedte van de plaat 24, zodanig gekozen dat de bevestigingsplaatsen 28 altijd goed bereikbaar zijn. In het bijzonder kan wanneer de plaat 24 zich op de bedoelde montagepositie bevindt, de ene bevestigingsplaats 28 van de ene zijkant van het voertuig 1 benaderd worden, en kan de andere bevestigingsplaats 28 van de andere zijkant van het voertuig 1 benaderd worden.
Een geschikt materiaal voor de plaat 24 is roestvast staal. De plaat 24 is voorzien van een mestdoorlaatopening 29 waarvan de vorm en de afmetingen op een dusdanige wijze op de vorm en de afmetingen van de mestinlaatopening 15 naar de tank 2 van het voertuig 1 afgestemd zijn, dat bij montage van de plaat 24 op de montagepositie de mestdoorlaatopening 29 van de plaat 24 de mestinlaatopening 15 vrij laat. In Figuur 1 is te zien dat het voorste deel 16 van het zuigmondelement 16, 23 zich, in de beoogde rijrichting gezien, vóór de voorwand van de tank 2 bevindt, en met name vóór de voorrand van de mestinlaatopening 15 naar de tank. In gebruik kan het deel 16 dan naar achteren ombuigen zonderde mestinlaatopening 15 af te dekken. Dit ombuigen geschiedt met name bij steviger brokken mest of stenen en dergelijke, waarbij het juist van belang is dat de opening 15 zo groot mogelijk is. Overigens loopt de mestdoorlaatopening 29 bij voorkeur naar voren door tot voorbij de mestinlaatopening 15, zodat het deel 16 optimaal naar achteren en naar boven kan buigen, dus tot deels in de opening 29, maar niet in de opening 15.
In het getoonde voorbeeld heeft de mestdoorlaatopening 29 in het algemeen de vorm van een rechthoek met afgeronde hoeken, althans is in het getoonde voorbeeld de afmeting van de mestdoorlaatopening 29 in de rijrichting A van het voertuig 1 significant kleiner dan de afmeting van de mestdoorlaatopening 29 in een richting haaks daarop, wat niet wegneemt dat binnen het kader van de uitvinding andere vormen van de mestdoorlaatopening 29 denkbaar zijn, zoals rond of spoelvormig (ovaal met puntig uitlopende uiteinden).
Het zuigmondelement 16, 23 is ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening 29 aan de plaat 24 gemonteerd. In het algemeen, maar niet uitsluitend, heeft het zuigmondelement 16, 23 de vorm van een kort buissegment dat zich door de plaat 24 heen, of vanaf de plaat 24, naar onder toe uitstrekt, met in het getoonde voorbeeld een buitenomtrek die dezelfde vorm heeft als de omtrek van de mestdoorlaatopening 29, derhalve in het algemeen de vorm van een rechthoek met afgeronde hoeken. Tijdens bedrijf van een voertuig 1 waarin het functionele samenstel 25 toegepast kan worden, wordt mest die zich in de mestverzamelruimte 14 bevindt, ter plaatse van het vrije uiteinde van het zuigmondelement 16, 23 opgenomen, waarna de mest verder omhoog door het zuigmondelement 16, 23 heen beweegt, achtereenvolgens de mestdoorlaatopening 29 in de plaat 24 en de mestinlaatopening 15 naar de tank 2 passeert, en dan in de tank 2 terecht komt. De hoogte van het zuigmondelement 16, 23 is zodanig gekozen dat wanneer het functionele samenstel 25 zich op de montagepositie op het voertuig 1 bevindt, en het voertuig 1 zich op een ondergrond zoals een stalvloer bevindt, het vrije uiteinde van het zuigmondelement 16, 23 zich op ten hoogste een geringe afstand boven de ondergrond bevindt.
Een geschikt materiaal voor het zuigmondelement 16, 23 is een flexibel materiaal zoals rubber. Bijvoorbeeld is het zuigmondelement 16, 23 aan de plaat 24 vastgelijmd. Ook is het mogelijk om het zuigmondelement uit twee stroken samen te stellen, die aan de uiteinden worden samengeklemd tussen respectieve klemdelen van metaal of dergelijke, en die samen een spoelvormige mestdoorlaatopening vormen. De klemdelen kunnen dan op hun beurt aan de plaat 24 bevestigd zijn. In dit geval zijn de delen 16 en 23 van het zuigmondelement twee aparte onderdelen die zijn samengeklemd. Hierna zal echter voor het gemak worden uitgegaan van één rondlopend zuigmondelement 23, waarbij 16 dan het deel van het zuigmondelement 23 aanduidt dat in de beoogde rijrichting gezien het meest vooraan ligt.
De details van een mogelijke manier waarop het zuigmondelement 16, 23 aan de plaat 24 bevestigd kan zijn, zullen hiernavolgend toegelicht worden. Doordat het zuigmondelement 16, 23 vast aan de plaat 24 zit, wordt bereikt dat het zuigmondelement 16, 23 gemakkelijk in de horizontale richting kan buigen, terwijl het in de verticale richting stijf kan zijn.
In de doorsnede-aanzichten van figuren 4 en 5 is goed te zien dat het functionele samenstel 25 een aan de plaat 24 bevestigde houder 30 omvat waarin of waarop een bovenste gedeelte van het zuigmondelement 16, 23 opgenomen is. In het getoonde voorbeeld omvat de houder 30 twee ringvormige houderelementen 31, 32, waarvan één hiernavolgend aangeduid zal worden als bovenste houderelement 31, en een ander als onderste houderelement 32. Elk van de houderelementen 31, 32 heeft een eerste deel 31a, 32a dat zich in het vlak van de plaat 24 uitstrekt, en een integraal met het eerste deel 31a, 32a verbonden tweede deel 31b, 32b dat ten opzichte van het eerste deel 31 a, 32a naar onder toe gebogen is om vanuit het vlak van de plaat 24 naar onder toe te reiken, in het bijzonder in een in hoofdzaak verticale richting. De eerste delen 31a, 32a van de houderelementen 31, 32 zijn op elkaar gelijmd, en de tweede delen 31b, 32b van de houderelementen 31,32 strekken zich op afstand van elkaar uit, waarbij het eerder genoemde bovenste gedeelte van het zuigmondelement 16, 23 zich tussen de tweede delen 31b, 32b van de houderelementen 31, 32 is vastgelijmd. Op deze manier is een stevige en afgedichte verbinding van het zuigmondelement 16, 23 aan de plaat 24 gerealiseerd.
Figuren 4 en 5 laten tevens een toepassing van afdichtmateriaal bovenop de houder 30 voor het zuigmondelement 16, 23 zien. In het getoonde voorbeeld is het afdichtmateriaal voorzien in de vorm van een ring 33 van schuimmateriaal. Bij montage van het functionele samenstel 25 tegen de onderzijde van de tank 2 van een mestverwijderingsvoertuig 1 wordt het schuimmateriaal gecomprimeerd wanneer de plaat 24 tegen de tank 2 aan wordt getrokken. Op deze manier wordt bereikt dat de aansluiting van het zuigmondelement 16, 23 op de tank 2 afgedicht wordt.
Het schraperelement 13 is in het getoonde voorbeeld uit rubber vervaardigd en heeft de vorm van een langwerpige strook die zich over de breedte van de plaat 24 uitstrekt, als een wisserblad. Het schraperelement 13 strekt zich in hoofdzaak verticaal ten opzichte van de plaat 24 uit, aan de onderkant van de plaat 24 waar ook het zuigmondelement 16, 23 zich uitstrekt, waarbij een onderzijde van het schraperelement 13 zich op een enigszins lager niveau ten opzichte van de plaat 24 bevindt dan een onderzijde van het zuigmondelement 16, 23, zoals in figuren 4 en 5 goed zichtbaar is. Hierdoor wordt bereikt dat wanneer het functionele samenstel 25 op een voertuig 1 gemonteerd is en het voertuig 1 over een stalvloer 40 bewogen wordt, het schraperelement 13 daadwerkelijk over de stalvloer 40 heen schraapt terwijl het zuigmondelement 16, 23 in staat is om in de voor het schraperelement 13 gelegen mestverzamelruimte 14 verzamelde mest op een enigszins hoger niveau op te nemen. Het schraperelement 13 strekt zich in een gekromde oriëntatie over de plaat 24 uit, met de concave zijde naar voren gericht, dat wil zeggen, naar het zuigmondelement 16, 23 gericht, en met de convexe zijde naar achteren gericht. Voor de volledigheid wordt opgemerkt, dat de aanduidingen “naar voren” en “naar achteren” opgevat dienen te worden als zijnde gerelateerd aan de toepassing van het functionele samenstel 25 in een mestverwijderingsvoertuig 1, en dan aan de beoogde normale, voorwaartse rijrichting A van een dergelijk voertuig 1.
Zoals eerder aangegeven is, bevindt een bovenste gedeelte van het schraperelement 13 zich tussen een afrollichaam 26 en een houderstrip 27. Het afrollichaam 26 bevindt zich aan de achterzijde van het schraperelement 13, dat wil zeggen aan de van het zuigmondelement 16, 23 af gekeerde zijde van het schraperelement 13, terwijl de houderstrip 27 zich aan de andere zijde van het schraperelement 13 uitstrekt. In het getoonde voorbeeld zijn het afrollichaam 26, het schraperelement 13 en de houderstrip 27 concentrisch ten opzichte van elkaar opgesteld, waarbij het afrollichaam 26 en de houderstrip 27 zich langs vrijwel de volledige lengte van het schraperelement 13 uitstrekken. Het afrollichaam 26 is vast aan de plaat 24 bevestigd. Het bovenste gedeelte van het schraperelement 13 en de houderstrip 27 zijn in het getoonde voorbeeld door middel van bouten 34 tegen het afrollichaam 26 vastgezet.
In het getoonde voorbeeld heeft het afrollichaam 26 de vorm van een buis met in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak cirkelronde buitenomtrek. Dit brengt het voordeel met zich mee dat het afrollichaam 26 over een convex afroloppervlak 35 contact met het schraperelement 13 maakt. Wanneer het functionele samenstel 25 op een voertuig 1 gemonteerd is en het schraperelement 13 de beoogde mestschraapfunctie uitvoert, rolt het bovenste gedeelte van het schraperelement 13 onder invloed van bewegingen in het overige gedeelte van het schraperelement 13, in het bijzonder bewegingen in een onderste gedeelte van het schraperelement 13, over het afroloppervlak 35 af. Hierdoor wordt bereikt dat spanningen die onder invloed van de genoemde bewegingen met name ter plaatse van het bovenste gedeelte van het schraperelement 13 opgewekt worden, geminimaliseerd kunnen worden, waardoor de kans op vermoeiing en breuk van het schraperelement 13 eveneens geminimaliseerd is. Met het oog op de wens breuk van het schraperelement 13 te voorkomen, is verder voorzien in een afgeronde vorm van een onderrand van de houderstrip 27. Wanneer het schraperelement 13 bij een achterwaartse beweging van het voertuig 1 onder de houderstrip 27 door buigt, vindt contact tussen het schraperelement 13 en de onderrand van de houderstrip 27 plaats, dat met de afgeronde vorm van de onderrand van de houderstrip 27 onschadelijk is voor het schraperelement 13.
Zoals eerder opgemerkt is, is het functionele samenstel 25 in zijn geheel eenvoudig onder een mestverwijderingsvoertuig 1 te monteren of juist weer van het voertuig 1 los te maken door gebruik te maken van de twee bevestigingsplaatsen 28 die op de plaat 24 voorzien zijn. Dit biedt vele gunstige mogelijkheden voor wat betreft schoonmaak, reparatie, vervanging etc. van de componenten die deel uitmaken van het functionele samenstel 25 en die belangrijk zijn bij het uitoefenen van de mestschraapfunctie van het voertuig 1.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet beperkt is tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse variaties en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Het mestverwijderingsvoertuig 1 volgens de uitvinding kan van meer componenten voorzien zijn dan in het voorgaande benoemd is. Zo kan het voertuig 1 met één of meer sproeiers en een bijbehorende vloeistofvoorziening uitgerust zijn om in staat te zijn een gedeelte van een te reinigen stalvloer 40 voorafgaand aan het uitoefenen van de mestschraapfunctie op dat gedeelte te bevochtigen, hetgeen het bijeen schrapen van de mest kan bevorderen.
Zoals uit WO-2013/010785-A1 bekend is, kan de mesttoevoeropening 15 tevens als mestafvoeropening dienen. Dit houdt in dat wanneer het de bedoeling is mest uit de tank 2 te lossen en het voertuig 1 daartoe boven de opening van een mestopslagruimte is gepositioneerd, de mest via de opening 15 met de in dat geval gecombineerde toevoer- en afvoerfunctie uit de tank 2 gelaten kan worden.
Claims (15)
1. Verrijdbaar mestverwijderingsvoertuig (1) voor het verwijderen van mest van een stalvloer (40), welk voertuig (1) voorzien is van een schraapsamenstel (13, 26, 27) voor door schrapen over de stalvloer (40) in een mestverzamelruimte (14) bijeenschrapen van de mest, waarbij het schraapsamenstel (13, 26, 27) een gedeeltelijk rond de mestverzamelruimte (14) aangebracht, buigzaam, strookvormig schraperelement (13) en een afrollichaam (26) omvat, waarbij het afrollichaam (26) zich uitstrekt aan een van de mestverzamelruimte (14) afgekeerde zijde van het schraperelement (13) om in ieder geval tijdens het bijeenschrapen van de mest in contact met het schraperelement (13) te zijn, en waarbij het afrollichaam (26) aan de naar het schraperelement (13) toegekeerde zijde ervan een afroloppervlak (35) heeft dat naar het schraperelement (13) toe convex afgerond is.
2. Voertuig (1) volgens conclusie 1, waarbij het afrollichaam (26) in dwarsdoorsnede aan de naar het schraperelement (13) toegekeerde zijde ervan een in hoofdzaak halve cirkelvorm heeft.
3. Voertuig (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schraperelement (13) in lengterichting ervan gekromd is, en waarbij het afroloppervlak (35) in lengterichting van het afrollichaam (26) eveneens gekromd is, bij voorkeur in hoofdzaak evenwijdig met het schraperelement (13).
4. Voertuig (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het afrollichaam (26) een langwerpig lichaam omvat, bij voorkeur een langwerpig lichaam met een in hoofdzaak cirkelronde buitenomtrek.
5. Voertuig (1) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een houderstrip (27) die voorzien is om in combinatie met het afrollichaam (26) een houder voor het schraperelement (13) te vormen, waarbij een gedeelte van het schraperelement (13) tussen het afrollichaam (26) en de houderstrip (27) geklemd zit.
6. Voertuig (1) volgens conclusie 5, waarbij het afrollichaam (26), het schraperelement (13) en de houderstrip (27) aan elkaar bevestigd zijn onder toepassing van bevestigingsmiddelen (34) die zich tussen het afrollichaam (26) en de houderstrip (27) uitstrekken, door het schraperelement (13) heen.
7. Voertuig (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij een onderrand van de houderstrip (27) afgerond is.
8. Voertuig (1) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een tank (2) voor mestopslag, een onder de tank (2) gemonteerde plaat (24) die voorzien is van een mestdoorlaatopening (29) voor het ter plaatse van de mestverzamelruimte (14) doorlaten van mest van en naar de tank (2), en een zuigmondelement (23) dat ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening (29) aan de plaat (24) bevestigd is, welk zuigmondelement (16, 23) in het bijzonder de vorm van een kort hol buissegment heeft en zich door de plaat (24) heen uitstrekt in een richting naar onder toe.
9. Voertuig (1) volgens conclusie 8, waarbij het afrollichaam (26) aan de plaat (24) bevestigd is, op een positie die in een rijrichting (A) van het voertuig (1) een positie achter de mestdoorlaatopening (29) is.
10. Voertuig (1) volgens conclusie 8 of 9, omvattende een houder (30) voor het zuigmondelement (16, 23), welke houder (30) aan de plaat (24) bevestigd is en zich ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening (29) uitstrekt, waarbij een gedeelte van het zuigmondelement (16, 23) in de houder (30) opgenomen is en aan de houder (30) bevestigd is, waarbij de houder (30) een samenstel van twee ringvormige houderelementen (31, 32) omvat, en waarbij elk houderelement (31, 32) een eerste deel (31a, 32a) heeft dat zich in het vlak van de plaat (24) uitstrekt, en een integraal met het eerste deel (31a, 32a) verbonden tweede deel (31b, 32b) dat zich door de plaat (24) heen uitstrekt en ten opzichte van het eerste deel (31a, 32a) in een richting onder toe is gebogen is.
11. Voertuig (1) volgens conclusie 10, waarbij de eerste delen (31a, 32a) van de houderelementen (31,32) op elkaar bevestigd zijn, en waarbij de tweede delen (31b, 32b) van de houderelementen (31, 32) zich op afstand van elkaar bevinden en het gedeelte van het zuigmondelement (16, 23) tussen zich houden.
12. Voertuig (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij aan een bovenzijde van de plaat (24) en de houder (30) voor het zuigmondelement (16, 23) materiaal (33) op de houder (30) aangebracht is, welk materiaal (33) dient ter afdichting van het zuigmondelement (16, 23) zoals opgenomen in de houder (30) tegen de tank (2) van het voertuig (1)·
13. Voertuig (1) volgens een der conclusies 8-12, waarbij een afmeting van de plaat (24) voldoende is om aan twee kanten van het voertuig (1) vrije toegang te hebben tot een gedeelte van de plaat (24), in het bijzonder een gedeelte (28) van de plaat (24) dat dient ter bevestiging van de plaat (24) aan het voertuig (1).
14. Voertuig (1) volgens een der voorgaande conclusies, welk voertuig (1) zelfrijdend is.
15. Samenstel (25) van een plaat (24) met een mestdoorlaatopening (29), een zuigmondelement (16, 23) dat ter plaatse van de omtrek van de mestdoorlaatopening (29) aan de plaat (24) bevestigd is, en een aan de plaat (24) bevestigde combinatie van een schraperelement (13) en een afrollichaam (26) dat zich langs het schraperelement (13) uitstrekt, voor montage onder de tank (2) van een voertuig (1) volgens een der conclusies 8-13.
Priority Applications (5)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2015651A NL2015651B1 (nl) | 2015-10-23 | 2015-10-23 | Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. |
| CA3002140A CA3002140C (en) | 2015-10-23 | 2016-10-14 | Manure removal vehicle for removing manure from an animal shed floor |
| EP16798834.4A EP3364749B1 (en) | 2015-10-23 | 2016-10-14 | Manure removal vehicle for removing manure from an animal shed floor |
| PCT/NL2016/050709 WO2017069616A1 (en) | 2015-10-23 | 2016-10-14 | Manure removal vehicle for removing manure from an animal shed floor |
| US15/770,068 US10932437B2 (en) | 2015-10-23 | 2016-10-14 | Manure removal vehicle for removing manure from an animal shed floor |
Applications Claiming Priority (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2015651A NL2015651B1 (nl) | 2015-10-23 | 2015-10-23 | Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL2015651B1 true NL2015651B1 (nl) | 2017-05-11 |
Family
ID=55236861
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL2015651A NL2015651B1 (nl) | 2015-10-23 | 2015-10-23 | Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. |
Country Status (5)
| Country | Link |
|---|---|
| US (1) | US10932437B2 (nl) |
| EP (1) | EP3364749B1 (nl) |
| CA (1) | CA3002140C (nl) |
| NL (1) | NL2015651B1 (nl) |
| WO (1) | WO2017069616A1 (nl) |
Families Citing this family (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CN112616688A (zh) * | 2020-12-17 | 2021-04-09 | 重庆市畜牧技术推广总站 | 一种猪舍粪沟自动清粪装置 |
| US11933005B1 (en) * | 2020-12-29 | 2024-03-19 | Marie Nichols | Animal waste collection robot |
| EP4111856A1 (de) * | 2021-07-02 | 2023-01-04 | Mehlhorn, Franziska | Vorrichtung zum abmisten von höfen und wiesen und sammelwalze sowie verfahren |
Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE19704777A1 (de) * | 1997-02-08 | 1998-08-13 | Alfred Wenger | Vorrichtung zum Reinigen von Stall-, Hof- und sonstigen Flächen |
| DE202006007378U1 (de) * | 2006-05-09 | 2006-07-27 | Westermann Gmbh & Co. Kg | Reinigungsvorrichtung für Spaltböden, mit Reinigungsfingern |
| EP2441327A1 (en) * | 2010-10-15 | 2012-04-18 | Lely Patent N.V. | Autonomous movable vehicle having a fillable container and an assembly including the autonomous movable vehicle and a filling station |
| WO2013010785A1 (en) * | 2011-07-15 | 2013-01-24 | Lely Patent N.V. | Manure-removal device |
Family Cites Families (2)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1036587C2 (nl) * | 2009-02-17 | 2010-08-18 | Lely Patent Nv | Inrichting voor het verplaatsen van materiaal liggend op een vloer. |
| NL1036581C2 (nl) * | 2009-02-17 | 2010-08-18 | Lely Patent Nv | Inrichting voor het verwijderen van mest van in het bijzonder een dichte vloer. |
-
2015
- 2015-10-23 NL NL2015651A patent/NL2015651B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-10-14 US US15/770,068 patent/US10932437B2/en active Active
- 2016-10-14 EP EP16798834.4A patent/EP3364749B1/en active Active
- 2016-10-14 WO PCT/NL2016/050709 patent/WO2017069616A1/en not_active Ceased
- 2016-10-14 CA CA3002140A patent/CA3002140C/en active Active
Patent Citations (4)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE19704777A1 (de) * | 1997-02-08 | 1998-08-13 | Alfred Wenger | Vorrichtung zum Reinigen von Stall-, Hof- und sonstigen Flächen |
| DE202006007378U1 (de) * | 2006-05-09 | 2006-07-27 | Westermann Gmbh & Co. Kg | Reinigungsvorrichtung für Spaltböden, mit Reinigungsfingern |
| EP2441327A1 (en) * | 2010-10-15 | 2012-04-18 | Lely Patent N.V. | Autonomous movable vehicle having a fillable container and an assembly including the autonomous movable vehicle and a filling station |
| WO2013010785A1 (en) * | 2011-07-15 | 2013-01-24 | Lely Patent N.V. | Manure-removal device |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| WO2017069616A1 (en) | 2017-04-27 |
| CA3002140C (en) | 2024-02-13 |
| CA3002140A1 (en) | 2017-04-27 |
| EP3364749A1 (en) | 2018-08-29 |
| US10932437B2 (en) | 2021-03-02 |
| US20180303058A1 (en) | 2018-10-25 |
| EP3364749B1 (en) | 2022-09-28 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| EP2731420B1 (en) | Manure-removal device | |
| NL2015650B1 (nl) | Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. | |
| US7281296B2 (en) | Debris collection systems, vehicles, and methods | |
| EP2962614B1 (de) | Handgeführtes bodenbearbeitungsgerät | |
| NL2015651B1 (nl) | Mestverwijderingsvoertuig voor het verwijderen van mest van een stalvloer. | |
| CN104963307B (zh) | 一种路面清扫车 | |
| NL2012785B1 (en) | An autonomous self-propelled manure removal vehicle. | |
| CN211718519U (zh) | 一种清洁机构及激光雷达系统 | |
| US8332990B2 (en) | Windshield wiper blade and suited for removal of solid material | |
| WO2017025032A1 (zh) | 一种自移动清洗机器人 | |
| CN206462946U (zh) | 一种集拖地与清扫功能为一体的地面清洁车 | |
| US10188251B2 (en) | Surface maintenance vehicle with an integrated water trap for trapping residual waste | |
| US20120096667A1 (en) | Windshield Wiper Blade Refill Suited for Removal of Solid Material | |
| CN105451623B (zh) | 具有捕获软管残水的自清洁储器的表面养护车辆 | |
| US6591448B1 (en) | Carpet extraction machine recovery tool | |
| CN117017132A (zh) | 用于地板清洁机的辊刷罩以及具有辊刷罩的地板清洁机 |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20201101 |