NL2006567C2

NL2006567C2 - IMPROVED WALKING AID.

Info

Publication number: NL2006567C2
Application number: NL2006567A
Authority: NL
Inventors: Bart Wouter Villerius
Original assignee: Villerius Medical
Priority date: 2011-04-07
Filing date: 2011-04-07
Publication date: 2012-10-09

Description

Verbeterde loophulpImproved walking assistance

De onderhavige uitvinding betreft een loophulp voor het ondersteunen van een persoon, omvattende een frame, tenminste drie onder het frame geplaatste, in met het frame 5 verbonden lagers gelagerde wielen voor het rijdbaar dragen van het frame, tenminste één met het frame verbonden steunorgaan voor het ondersteunen van een lichaamsdeel van de persoon, waarbij de loodrechte projectie van het steunorgaan op ondergrond binnen een vak ligt dat wordt omsloten door de wielen verbinden rechte lijnen en een eerste remsysteem dat van tenminste één met het steunorgaan verbonden 10 bedieningselement en van een voor aangrijping op ten minste één van de wielen ingerichte eerste rem is voorzien.The present invention relates to a walking aid for supporting a person, comprising a frame, at least three wheels mounted under bearings in bearings connected to the frame for supporting the frame to be supported, at least one support member connected to the frame for supporting the frame. supporting a body part of the person, wherein the perpendicular projection of the support member onto the ground lies within a compartment enclosed by the wheels, straight lines connect and a first braking system which comprises at least one operating element connected to the support member and of a pre-engagement on at least one of the wheels fitted first brake is provided.

Dergelijke loophulpen zijn algemeen bekend in de vorm van rollators zoals deze veelal worden gebruikt door personen die niet of die slechts met moeite alleen of met een stok 15 kunnen lopen. Hierbij steunen deze personen op het steunorgaan, dat bij de bekende rollators veelal wordt gevormd door twee handgrepen.Such walking aids are generally known in the form of walkers as they are often used by persons who cannot walk with difficulty or alone with a stick. In this case these persons rest on the support member, which in the known walkers is often formed by two handles.

Om deze steunfunctie goed te kunnen vervullen, is het van belang dat de rollator goed is gepositioneerd ten opzichte van de gebruikende persoon. Het is dan ook noodzakelijk 20 dat de beweging van de rollator de beweging van de gebruikende persoon volgt.In order to be able to properly fulfill this support function, it is important that the walker is properly positioned with respect to the user. It is therefore necessary for the movement of the walker to follow the movement of the user.

Wanneer de persoon stilstaat, moet de rollator ook stilstaan. Om dit te bewerkstelligen zijn rollators van een rem voorzien die aangrijpt op de wielen wanneer het bedieningsorgaan van de rem wordt bediend. Hiertoe moet veelal een hefboom naar een handgreep worden bewogen. Aldus moet de gebruikende persoon een kracht uitoefenen 25 om zijn positie te handhaven. Hiertoe zijn de gebruikende personen niet steeds in staat. Het gevolg hiervan kan zijn dat de loophulp ongewenst wegrolt en dat de gebruikende persoon valt of bijna valt.When the person is standing still, the walker must also be standing still. To achieve this, rollators are provided with a brake that engages the wheels when the brake actuator is operated. For this purpose, a lever often has to be moved to a handle. Thus, the user must exert a force to maintain his position. The users are not always able to do this. The consequence of this may be that the walking aid rolls away undesirably and that the user falls or nearly falls.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een loophulp van de 30 bovengenoemde soort waarbij dit nadeel wordt vermeden.The object of the present invention is to provide a walking aid of the above-mentioned type wherein this drawback is avoided.

Hiertoe verschaft de uitvinding een loophulp van de hierboven genoemde soort, waarbij het eerste remsysteem is ingericht voor het normaliter aangrijpen op het tenminste ene wiel en voor het lossen van de rem bij het bedienen van het bedieningselement.To this end, the invention provides a walking aid of the above-mentioned type, wherein the first braking system is arranged for normally engaging the at least one wheel and for releasing the brake when operating the operating element.

22

Als gevolg van deze maatregelen, behoeft de gebruikende persoon de hefboom niet meer tegen de handgreep te duwen, zodat de loophulp stationair blijft zonder dat de gebruikende persoon krachten uitoefent. Voorts is het bedienen van de rem door het samenknijpen van de hefboom en de handgreep bij het voortbewegen minder 5 bezwaarlijk omdat de gebruikende persoon dan actief is en zich voortbeweegt. Bij het eventueel optreden van vermoeidheid of functiebeperking wordt het bedieningselement van de rem niet meer geactiveerd zodat de rem aan zal slaan, de loophulp tot stilstand komt en het gevaar van vallen wordt vermeden. Opgemerkt wordt dat reeds bij het bedienen van één van beide bedieningselementen de rem lost. Deze maatregel maakt 10 gebruik gemakkelijker voor gebruikers met asymmetrische capaciteiten met betrekking tot het gebruik van de handen.As a result of these measures, the user no longer needs to push the lever against the handle, so that the walking aid remains stationary without the user exerting any force. Furthermore, operating the brake by squeezing the lever and the handle during advancing is less objectionable because the user is then active and moving. In the event of fatigue or functional impairment occurring, the brake control element is no longer activated so that the brake will apply, the walking aid stops and the risk of falling is avoided. It is noted that the brake is already released when one of the two operating elements is operated. This measure makes use easier for users with asymmetrical capacities with regard to the use of the hands.

Opgemerkt wordt dat de loophulp volgens de uitvinding in het bijzonder doch niet uitsluitend geschikt is voor gebruik door mensen die leiden aan de ziekte van Parkinson. 15 Deze ziekte heeft een voortschrijdend verloop, hetgeen met zich mee brengt dat zowel de cognitieve als de lichamelijke capaciteiten van de gebruiker afnemen. De loophulp volgens de onderhavige uitvinding kan hieraan worden aangepast door de aanwezigheid van een aantal voorzieningen die naar gelang de capaciteiten van de gebruiker kunnen worden geactiveerd of aangepast, zonder dat de aanschaf van een andere loophulp 20 noodzakelijk is. De loophulp of rollator volgens de uitvinding omvat dan ook een groot aantal instelbare functies.It is noted that the walking aid according to the invention is particularly but not exclusively suitable for use by people suffering from Parkinson's disease. This disease has a progressive course, which means that both the cognitive and physical capacities of the user decrease. The walking aid according to the present invention can be adapted to this by the presence of a number of provisions which can be activated or adjusted according to the capacities of the user, without the purchase of another walking aid being necessary. The walking aid or walker according to the invention therefore comprises a large number of adjustable functions.

Veelal zijn loophulp en van de hierboven genoemde soort voorzien van twee stemorganen in de vorm van twee handgrepen en zijn in de nabijheid van beide 25 handgrepen hefbomen aangebracht als bedieningsorganen. Om beide bedieningsorganen met de rem te koppelen heeft het de voorkeur dat het eerste remsysteem is voorzien van een koppelelement voor het koppelen van een bedieningsorgaan met elk van de op een wiel aangrijpende eerste remmen. Deze maatregel heeft verder het voordeel dat verschillende remmen op het koppelelement kunnen worden aangesloten zodat de bij 30 bediening van het bedieningsorgaan meer dan één of alle remmen kunnen worden bediend. Het zal duidelijk zijn dat het koppelelement eveneens gebruikt kan worden voor verbinding van een enkel bedieningsorgaan met meer dan één rem. Ook zal duidelijk zijn dat twee bedieningsorganen met één of meer eerste remmen kunnen worden verbonden.Often walking aids and of the above-mentioned type are provided with two tuning members in the form of two handles and levers are arranged in the vicinity of both handles as operating members. In order to couple both operating members to the brake, it is preferred that the first braking system is provided with a coupling element for coupling an operating member to each of the first brakes engaging a wheel. This measure further has the advantage that different brakes can be connected to the coupling element so that more than one or all of the brakes can be operated when the control element is operated. It will be clear that the coupling element can also be used for connecting a single operating member to more than one brake. It will also be clear that two operating members can be connected to one or more first brakes.

33

In sommige situaties kan de behoefte rijzen aan een traditionele bediening van het remsysteem, bijvoorbeeld wanneer de loophulp wordt gebruikt door een persoon die reeds eerder een loophulp van een ander type heeft gebruikt en die aan de traditionele wijze van bediening is gewend. Hiertoe verschaft een voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 uitvinding een loophulp volgens de hierboven toegelichte soort, waarbij het koppelelement is ingericht voor het in een eerste stand zodanig koppelen van het tenminste ene bedieningsorgaan met de tenminste ene eerste rem dat normaliter de eerste rem aangrijpt en dat bij bediening van het bedieningsorgaan de eerste rem lost en het in een tweede stand zodanig koppelen van het tenminste ene bedieningsorgaan met 10 de tenminste ene eerste rem dat normaliter de eerste rem gelost is en dat bij bediening van het bedieningsorgaan de eerste rem aangrijpt.In some situations, the need for traditional operation of the braking system may arise, for example when the walking aid is used by a person who has previously used a walking aid of a different type and who is used to the traditional way of operating. To this end, a preferred embodiment of the invention provides a walking aid according to the type explained above, wherein the coupling element is adapted for coupling the at least one operating member with the at least one first brake in a first position such that the first brake normally engages and that when actuated the first brake is released from the operating member and coupling the at least one operating member to the at least one first brake in a second position such that the first brake is normally released and that the first brake is engaged when the operating member is operated.

Het hierboven toegelichte remsysteem van de loophulp is ingericht voor het bij bediening doen remmen of lossen van het remsysteem. In veel gevallen, bijvoorbeeld 15 wanneer de gebruikende persoon slechts met een geringe snelheid kan lopen, en in de bediening van de rem beperkt is, is er een behoefte aan een continu ingeschakelde rem, niet als parkeerrem, maar als rem voor het beperken van de snelheid van de loophulp, meer in het bijzonder tot het aanpassen van de snelheid van de loophulp aan de loopsnelheid van de gebruikende persoon. Hiertoe is de loophulp bij voorkeur voorzien 20 van een tweede remsysteem voor het vergrendelbaar instellen van een op tenminste één van de wielen aangrijpende tweede rem in een stand waarin rotatie van het betreffende wiel wordt geremd. Deze tweede rem betreft bij voorkeur een wrijvingsrem. Deze tweede rem maakt het mogelijk dat de remweerstand van de loophulp wordt aangepast aan de verhouding tussen voortbewegingskracht van de gebruikende persoon en de voor 25 de persoon geschikte snelheid. Het ‘achter de rollator aan hollen’ met alle bijbehorende gevaren wordt hiermede vermeden. Een ander voordeel van deze maatregel is, dat de gebruiker genegen is meer rechtop te lopen, zodat niet alleen de houding van de gebruiker verbetert maar ook de beheersing van de loophulp.The walking aid braking system explained above is designed for causing the braking system to brake or release during operation. In many cases, for example when the user can only walk at a low speed and the brake operation is limited, there is a need for a continuously applied brake, not as a parking brake, but as a brake for limiting the speed of the walking aid, more particularly to adapt the speed of the walking aid to the walking speed of the user. To this end, the walking aid is preferably provided with a second brake system for the lockable adjustment of a second brake engaging at least one of the wheels in a position in which rotation of the wheel in question is braked. This second brake preferably relates to a friction brake. This second brake allows the braking resistance of the walking aid to be adjusted to the ratio between the driving force of the user and the speed suitable for the person. The "running after the walker" with all associated dangers is thereby avoided. Another advantage of this measure is that the user is inclined to walk more upright, so that not only the position of the user improves but also the control of the walking aid.

30 Bij voorkeur is het tweede remsysteem ingericht voor aangrijping op twee wielen en is voor beide wielen een afzonderlijk bedieningselement verschaft. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk de weerstand richtingsafhankelijk te maken, hetgeen bijvoorbeeld van belang is bij asymmetrische functiebeperkingen.The second braking system is preferably adapted to engage on two wheels and a separate operating element is provided for both wheels. This embodiment makes it possible to make the resistance direction-dependent, which is important, for example, with asymmetrical functional limitations.

44

Het tweede remsysteem kan gebruik maken van de dezelfde remmen als het eerste remsysteem. Hiertoe wordt tenminste één van de tweede remmen gevormd door een eerste rem. Het tweede remsysteem kan echter ook gebruik maken van afzonderlijke remmen.The second braking system can use the same brakes as the first braking system. To this end, at least one of the second brakes is formed by a first brake. However, the second braking system can also use separate brakes.

55

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de tweede rem ingericht voor het opwekken van een van de snelheid afhankelijke remkracht. Hiermede wordt het lopen van de gebruiker nog beter gestabiliseerd, terwijl het voor de gebruiker gemakkelijker wordt langzaam te lopen. Bij voorkeur is deze rem in- en uitschakelbaar.According to another preferred embodiment, the second brake is adapted to generate a speed-dependent braking force. Hereby the walking of the user is even better stabilized, while it becomes easier for the user to walk slowly. This brake can preferably be switched on and off.

1010

Bij het ondersteunen van personen is niet alleen de snelheid van de loophulp van belang, maar eveneens de wijze waarop de persoon wordt ondersteund, in het bijzonder tijdens het lopen. Aangenomen wordt dat een optimale ondersteuning wordt verkregen wanneer het frame een zich hoofdzakelijk U-vormige, die naar zijn in de rijrichting 15 gezien achterzijde open basis omvat, dat de lagers van de wielen aan de basis zijn bevestigd, dat de lagers van twee wielen vast met het frame zijn verbonden, dat de lagers van twee andere wielen draaibaar om een zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende as met het frame zijn verbonden en dat op de basis twee zich in een gebruikspositie vanaf de basis naar boven uitstrekkende stangen omvat die aan hun 20 einden van als handgrepen uitgevoerde steunorganen zijn voorzien. Hierbij dient de U-vormige basis, met de daaronder geplaatste wielen voor het verschaffen van voldoende stabiliteit. Dit is in het bijzonder van belang omdat de structuur van het frame het mogelijk maakt de handgrepen hoog te plaatsen, hetgeen voor veel gebruikers een veel betere steun oplevert dan de gebruikelijke lager geplaatste handgrepen. De betere steun 25 leidt tot minder vermoeidheid bij de gebruiker en daarmede tot een grotere actieradius van de gebruiker en een correcte lichaamshouding.When supporting people, not only the speed of the walking aid is important, but also the way in which the person is supported, in particular while walking. It is assumed that optimum support is obtained when the frame comprises a base which is substantially U-shaped and which, at its rear side viewed in the direction of travel 15, that the bearings of the wheels are fixed to the base, that the bearings of two wheels are fixed. are connected to the frame, that the bearings of two other wheels are rotatably connected to the frame about a substantially vertically extending axis and that on the base comprises two rods extending upwards from the base in a position of use, which ends at their ends of support members designed as handles are provided. The U-shaped base, with the wheels placed underneath, serves to provide sufficient stability. This is particularly important because the structure of the frame makes it possible to place the handles high, which for many users provides a much better support than the usual lower-positioned handles. The better support 25 leads to less fatigue for the user and thus to a greater action radius of the user and a correct body posture.

De ondersteuning wordt verder verbeterd wanneer de basis in de rijrichting naar voren stijgt onder een hoek van ongeveer 7°, de zich in de gebruikspositie naar boven 30 uitstrekkende stangen zich onder een hoofdzakelijk rechte hoek ten opzichte van de basis uitstrekken en wanneer de as van beide steunorganen zich in een vlak parallel aan de basis uitstrekken. Door deze configuratie wordt de U-vormige basis iets naar voren ten opzichte van de handgrepen geplaatst, waardoor de gebruiker bij het naar voren stappen niet wordt gehinderd door het verbindingsdeel van de basis. Voorts wordt de 5 gebruiker door deze maatregel gedwongen een meer verticale houding aan te nemen.The support is further improved when the base rises forward in the direction of travel at an angle of about 7 °, the bars extending upward in the position of use extend at a substantially right angle to the base and when the axis of both support members extend in a plane parallel to the base. Due to this configuration, the U-shaped base is placed slightly forward with respect to the handles, whereby the user is not hindered by the connecting part of the base when stepping forward. Furthermore, the user is forced by this measure to assume a more vertical position.

Dit maakt het lopen gemakkelijker en beter beheersbaar. De eigenlijke handgrepen strekken zich beide eveneens bij voorkeur uit onder een hoek van 7° naar buiten, hetgeen eveneens bij draagt aan de houding van de gebruiker. Overigens leiden ook 5 andere hellingshoeken tussen 5° en 10° tot dit effect. Met het gecombineerde effect van deze maatregelen komt de positie van de handen meer overeen met de natuurlijke positie.This makes walking easier and more manageable. The actual handles both also preferably extend at an angle of 7 ° outwards, which also contributes to the posture of the user. Incidentally, 5 other inclination angles between 5 ° and 10 ° also lead to this effect. With the combined effect of these measures, the position of the hands is more in line with the natural position.

Aan de U-vormige basis worden hoge eisen gesteld, in het bijzonder voor wat betreft 10 gewicht, stijfheid en duurzaamheid. Hiertoe verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat de basis een U-vormig profiel heeft met zijn gesloten zijde naar boven gericht.High demands are placed on the U-shaped base, in particular with regard to weight, stiffness and durability. To this end, a further embodiment provides the measure that the base has a U-shaped profile with its closed side facing up.

Tot de stand van de techniek behorend rollators worden veelal samengevouwen door het 15 naar elkaar toe bewegen van beide zijden of door beide zijden om een verticale as te kantelen. In tegenstelling hiermede zijn volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de zich in de gebruikspositie naar boven uitstrekkende stangen elk door middel van een eerste scharnier met een zich dwars op de rijrichting uitstrekkende as met de basis zijn verbonden. Hiermede worden de stangen tot in een horizontale positie samengevouwen 20 met het U-vormige frame.Rollators belonging to the state of the art are often collapsed by moving both sides towards each other or by tilting both sides about a vertical axis. In contrast to this, according to a preferred embodiment, the rods which extend upwards in the position of use are each connected to the base by means of a first hinge with an axis extending transversely to the direction of travel. Hereby the rods are collapsed into a horizontal position with the U-shaped frame.

Om de stangen in de gebruikspositie, waarin zij zich naar boven toe uitstrekken te vergrendelen, is voorts bij voorkeur een U-vormige beugel met zijn vrije einden door middel van tweede scharnieren op afstand van de eerste schanieren met de basis 25 verbonden, strekt de rotatieas van de tweede scharnieren zich parallel aan de rotatieas van de eerste scharnieren uit en is de beugel glijdbaar verbonden met beide stangen. Hierbij is de beugel binnen de stangen gelegen, zodat het gehele frame plat kan worden gevouwen.Furthermore, in order to lock the rods in the position of use in which they extend upwards, a U-shaped bracket with its free ends is connected to the base by means of second hinges spaced from the first hinges, the axis of rotation extends. of the second hinges extend parallel to the axis of rotation of the first hinges and the bracket is slidably connected to both rods. The bracket is herein located within the rods, so that the entire frame can be folded flat.

30 Bij voorkeur zijn de stangen beide verbonden met tenminste één, zich hoofdzakelijk horizontaal uitstrekkende beugel en is op tenminste één van de beugels een zitsteun aangebracht. Hiermede wordt verdere stijfheid aan de constructie verleend en wordt voorts een zitmogelijkheid aan de gebruikende persoon geboden.Preferably, the rods are both connected to at least one bracket, which extends substantially horizontally, and a seat support is provided on at least one of the brackets. Hereby, further rigidity is imparted to the structure and, furthermore, a seating option is offered to the user.

66

In het bijzonder voor het gemakkelijk ‘nemen’ van stoepranden of andere obstakels bij gebruik buiten van de loophulp, is het aantrekkelijk wanneer aan tenminste één van de vrije einden van de basis een zich van onder de basis naar achteren uitstrekkende trapsteun is aangebracht. Door op deze trapsteun te trappen, kantelt de loophulp om zijn 5 achterwielen en worden de voorwielen tot boven de hoogte van de stoeprand getild opdat de loophulp tot over de stoeprand wordt getild. Wanneer de trapsteun van rollen of wieltjes is voorzien, zal de trapsteun hiermede over de ondergrond rollen.In particular for the easy "taking" of curbs or other obstacles when used outside of the walking aid, it is attractive if at least one of the free ends of the base a stair support extending from below the base to the rear is provided. By stepping on this stair support, the walking aid tilts around its rear wheels and the front wheels are lifted above the height of the curb so that the walking aid is lifted over the curb. When the stair support is provided with rollers or wheels, the stair support will thereby roll over the substrate.

Omdat de loophulp ook binnen wordt gebruikt, moet de loophulp over drempels of 10 andere relatief lagere obstakels worden getild. Hiervoor is het aantrekkelijk wanneer de trapsteun draaibaar met de basis is verbonden en in tenminste twee onderling verschillende posities vergrendelbaar is. Hiermede wordt immers voorkomen dat de loophulp bij het uitoefenen van druk op de traphulp ver wordt gekanteld waardoor instabiliteit zou kunnen ontstaan.Because the walking aid is also used indoors, the walking aid must be lifted over thresholds or other relatively lower obstacles. For this it is attractive when the stair support is rotatably connected to the base and can be locked in at least two mutually different positions. After all, this prevents the walking aid from being tilted far when exerting pressure on the stair assistance, as a result of which instability could arise.

1515

Bij aan de ziekte van Parkinson lijdende personen komt regelmatig het zogenaamde ‘freezing’ voor, zijnde een situatie waarin de persoon onbeweeglijk is en niet of nauwelijks vanuit deze rustpositie kan bewegen. Het is gebleken dat bij het waarnemen van een signaal personen gemakkelijker kunnen gaan bewegen vanuit de rustpositie.People suffering from Parkinson's disease regularly experience so-called "freezing", being a situation in which the person is immobile and cannot move or can hardly move from this resting position. It has been found that when observing a signal people can move more easily from the rest position.

20 Ook personen die aan de ziekte van Parkinson lijden maken veelal gebruik van een loophulp. Wanneer tijdens het gebruik van een dergelijke loophulp een aan de ziekte van Parkinson lijdende persoon tot rust komt en vanuit de rustpositie verder wil lopen, is dit op basis van het voorgaande vaak lastig. Om het begin van het loopproces te vergemakkelijken, stelt een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding voor dat een 25 loophulp is voorzien van een in- en uitschakelbare signaalgever, die is ingericht voor het geven van een voor de gebruiker waarneembaar signaal. Hierbij kan de gebruiker zelf, of wanneer dat niet mogelijk is, een begeleider de signaalgever inschakelen. Voorts heeft is de frequentie van het door de signaalgever opgewekte signaal bij voorkeur instelbaar.20 People who suffer from Parkinson's disease also often use walking aids. If, while using such a walking aid, a person suffering from Parkinson's disease comes to rest and wants to continue walking from the resting position, this is often difficult on the basis of the foregoing. In order to facilitate the start of the walking process, a preferred embodiment of the invention proposes that a walking aid is provided with a switch-on and switch-off signal generator which is adapted to give a signal that can be perceived by the user. In this case, the user himself or, if that is not possible, a supervisor can call in the signal generator. Furthermore, the frequency of the signal generated by the signal generator is preferably adjustable.

3030

Volgens een meer specifieke uitvoeringsvorm is de signaalgever ingericht voor het geven van een intermitterend auditief signaal. Dit signaal kan worden opgewekt door een metronoom, bij voorkeur een elektronische metronoom. Hiermede wordt de gebruiker als het ware geprikkeld of gesynchroniseerd zodat het de gebruiker 7 gemakkelijk wordt gemaakt met bewegen te beginnen. Het intermitterende karakter van het signaal maakt het mogelijke herhaald met bewegen te beginnen.According to a more specific embodiment, the signal generator is adapted to give an intermittent auditory signal. This signal can be generated by a metronome, preferably an electronic metronome. With this, the user is, as it were, stimulated or synchronized so that it is made easy for the user 7 to start moving. The intermittent nature of the signal makes it possible to start moving repeatedly.

Het is echter eveneens mogelijke gebruik te maken van een signaalgever, die is 5 ingericht voor het geven van een visueel signaal. Dit is in het bijzonder van toepassing bij gebruikers met een slecht gehoor. Het visuele signaal kan intermitterend zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een knipperende lichtbron, maar kan ook continu zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een op ondergrond geprojecteerde lijn.However, it is also possible to make use of a signal generator which is adapted to give a visual signal. This applies in particular to users with poor hearing. The visual signal can be intermittent, for example in the form of a flashing light source, but can also be continuous, for example in the form of a line projected onto a substrate.

10 In het laatstgenoemde geval wordt de signaalgever door een lichtbron, bij voorkeur een laserlichtbron gevormd die is ingericht voor het werpen van een groen beeld op de ondergrond. Hiermede wordt voor de gebruiker een soort visuele ‘drempel’ gecreëerd, hetgeen bij de gebruiker een prikkel opwekt over deze drempel heen te stappen. Bij voorkeur is de locatie van de lijn eveneens instelbaar.In the latter case, the signal generator is formed by a light source, preferably a laser light source, which is adapted to cast a green image on the substrate. This creates a kind of visual "threshold" for the user, which creates an incentive for the user to step over this threshold. The location of the line is preferably also adjustable.

1515

Een alternatief verschaft de maatregel dat de signaalgever is ingericht voor het geven van een tastbaar trilsignaal. Ook dit trilsignaal is bij voorkeur intermitterend met een instelbare frequentie. Bij voorkeur is de signaalgever ingericht voor het doen trillen van de handgrepen.An alternative provides the measure that the signal generator is adapted to give a tangible vibration signal. This vibration signal is also preferably intermittent with an adjustable frequency. The signal generator is preferably adapted to cause the handles to vibrate.

2020

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen waarin voorstellen:Next, the present invention will be elucidated with reference to the accompanying drawings, in which:

Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een loophulp volgens de uitvinding;Figure 1: a perspective view of a walking aid according to the invention;

Figuur 2: een perspectivisch aanzicht van de in figuur 1 afgebeeld loophulp vanuit 25 een andere richting; enFigure 2: a perspective view of the walking aid shown in Figure 1 from another direction; and

Figuur 3: een gedetailleerd onderaanzicht van de in de figuren 1 en 1 afgebeelde loophulp.Figure 3: a detailed bottom view of the walking aid shown in Figures 1 and 1.

De in zijn geheel met 1 aangeduide loophulp volgens de uitvinding omvat een 30 hoofdzakelijk U-vormige basis 2, die een verbindingsdeel 3 en twee zich vanaf het verbindingsdeel in de rijrichting naar achter uitstrekkende benen 4, 5 omvat. De basis 2 heeft een vlakke bovenwand, die zich in de rijrichting gezien onder een hoek van ongeveer 7° naar beneden naar achteren uitstrekt. Voorts strekt zich vanaf de bovenwand aan de buitenzijde een buitenschort naar beneden uit en strekt zich vanaf de 8 bovenwand aan de buitenzijde een binnenschort naar beneden uit. Hiermede is een in doorsnede U-vormige configuratie verkregen. De basis is van aluminium vervaardigd.The walking aid according to the invention, indicated in its entirety by 1, comprises a substantially U-shaped base 2, which comprises a connecting part 3 and two legs 4, 5 extending rearwardly from the connecting part in the direction of travel. The base 2 has a flat top wall which, viewed in the direction of travel, extends downwards rearwards at an angle of about 7 °. Furthermore, an outer apron extends downwards from the top wall on the outside and an inner apron extends downwards from the top wall on the outside. A configuration with a U-shaped cross-section is hereby obtained. The base is made of aluminum.

Onder de benen 4, 5 van de U-vormige basis 2 zijn lagers geplaatst, die in de figuren 5 niet zichtbaar zijn. In elk van deze twee lagers in een achterwiel 11,12 gelagerd. Onder het verbindingsdeel 3 van de basis 2 zijn twee lagers 13, 14 om een hoofdzakelijk verticale as draaibaar met de basis verbonden. In elk van de lagers 13,14 is een wiel 15, 16 gelagerd.Bearings are placed under the legs 4, 5 of the U-shaped base 2, which are not visible in figures 5. Mounted in each of these two bearings in a rear wheel 11,12. Below the connecting part 3 of the base 2, two bearings 13, 14 are rotatably connected to the base about a substantially vertical axis. A wheel 15, 16 is mounted in each of the bearings 13,14.

10 Op beide benen 4, 5 is in de nabijheid van het verbindingsdeel 3 een scharnier 21, 22 bevestigd. Beide scharnieren 21, 22 hebben een zich dwars op de rijrichting uitstrekkende as. Vanaf elk van de scharnieren 21, 22 strekt zich een buis 23, respectievelijk 24 naar boven uit. In deze beide buizen is een buis 25, 26 met kleinere doorsnede geplaatst, die aan zijn bovenzijde gebogen is voor het vormen van een 15 handgreep 27, respectievelijk 28. De buizen 25 en 26 zijn in axiale richting vergrendelbaar in de buizen 23, respectievelijk 24 geplaatst, waarbij de vergrendeling plaats vindt door middel van een strop 29, respectievelijk 30. Op de handgrepen 27, 28 zijn rubberen moffen 31, 32 geplaatst voor het verhogen van het comfort. Aan hun bovenzijde, in de nabijheid van de buiging van de buizen 25, 26, zijn zij onderling 20 verbonden door een beugel 33. Voorts zijn de lagere buizen 23, 24 onderling verbonden door een zich horizontaal uitstrekkende stang 34. Aan de stang 34 is een beugel 35 bevestigd waarop een zitkussen 36 geplaatst is. De scharnieren 21, 22 maken het mogelijk dat de hierboven besproken onderdelen vanaf hun in de figuren 1 en 2 weergegeven positie naar een samengevouwen positie kunnen kantelen waarin de 25 buizen 23-26 zich hoofdzakelijk parallel aan het bovenpaneel van de basis 2 uitstrekken. De beugel 33 is om een horizontale as roteerbaar met beide buizen 25, 27 verbonden door middel van een pen 80, respectievelijk 81. In de in figuur 1 weergegeven positie rust de beugel op pennen 82 en een equivalente pen aan de andere zijde die in de tekeningen niet zichtbaar is. De beugel 33 kan worden omgeklapt naar de achterzijde 30 van de loophulp. Hierbij komt de beugel te rusten op met de hefbomen 60, respectievelijk 61 verbonden, pennen 83, 84. In de normale situatie, wanneer er geen druk wordt uitgeoefend op de beugel, behouden de hefbomen 60, 61 hun rustpositie waarin de hefbomen de remmen niet lossen. Wanneer daarentegen wel krachten op de beugel worden uitgeoefend, zullen de hefbomen 60, 61 bewegen en de remmen lossen.A hinge 21, 22 is mounted on both legs 4, 5 in the vicinity of the connecting part 3. Both hinges 21, 22 have an axis extending transversely to the direction of travel. From each of the hinges 21, 22, a tube 23 and 24 respectively extend upwards. A tube 25, 26 of smaller diameter is placed in these two tubes, which tube is bent at its top to form a handle 27, 28, respectively. The tubes 25 and 26 are lockable in the axial direction in the tubes 23, 24, respectively. is placed, wherein the locking takes place by means of a strap 29, 30 respectively. Rubber sleeves 31, 32 are placed on the handles 27, 28 for increasing comfort. At their top, in the vicinity of the bending of the tubes 25, 26, they are mutually connected by a bracket 33. Furthermore, the lower tubes 23, 24 are mutually connected by a horizontally extending rod 34. At the rod 34 is a bracket 35 is mounted on which a seat cushion 36 is placed. The hinges 21, 22 allow the components discussed above to tilt from their position shown in Figures 1 and 2 to a collapsed position in which the tubes 23-26 extend substantially parallel to the top panel of the base 2. The bracket 33 is rotatably connected to both tubes 25, 27 about a horizontal axis by means of a pin 80 and 81 respectively. In the position shown in Figure 1, the bracket rests on pins 82 and an equivalent pin on the other side which is in the drawings is not visible. The bracket 33 can be folded over to the rear side 30 of the walking aid. The bracket hereby comes to rest on pins 83, 84 connected to levers 60 and 61, respectively. In the normal situation, when no pressure is exerted on the bracket, the levers 60, 61 maintain their rest position in which the levers do not apply the brakes. release. On the other hand, when forces are exerted on the bracket, the levers 60, 61 will move and release the brakes.

99

Hiermede is een alternatieve wijze van bedienen van de hefbomen 60, 61 en daarmede van het remsysteem verkregen, waardoor het voor gebruikers die hun handen slecht kunnen gebruiken, mogelijk is gemaakt, bijvoorbeeld met de ellebogen de rem te lossen. Het zal duidelijk zijn dat deze wijze van bediening ook beschikbaar is voor situaties 5 waarin de bediening van de rem is omgekeerd.Hereby an alternative way of operating the levers 60, 61 and thereby of the braking system has been obtained, whereby it is made possible for users who are poorly able to use their hands, for instance to release the brake with the elbows. It will be clear that this method of operation is also available for situations in which the operation of the brake is reversed.

Voor het fixeren van de buizen 23-26 in de verticale positie, wordt gebruik gemaakt van een fixatiebeugel 37, die door middel van twee scharnieren 38, 39 met de bovenwand van beide benen 4, 5 is verbonden. De as van beide scharnieren 38, 39 strekt zich 10 parallel aan de as van de scharnieren 21, 22 uit. De fixatiebeugel 37 is aan beide buitenzijden van een sleuf 40 voorzien. De stroppen 29, 30 omvatten elk een pen 41,42 die zich uitstrekt tot in de betreffende sleuf 40. Met deze configuratie is het mogelijk zowel de paren buizen 23-26 als de beugel 37 van de in de tekeningen weergegeven gebruikstand te kantelen naar de samengeklapte toestand waarin zowel de buizen 23-26 15 als de beugel 37 zich hoofdzakelijk parallel aan de bovenwand van de basis uitstrekken. Hierbij glijden de pen 41, 42 in de sleuven 40. In de binnenzijde van beide benen van de beugel 37 is een in de tekeningen niet zichtbare opening aangebracht. In de beugel 35 zijn aan weerszijden twee beweegbare, evenmin in de tekening zichtbare pennen aangebracht die normaliter, door middel van een veer aangrijpen in de hierboven 20 toegelichte opening. Hiermede is het samenstel van de buizen 23-26 en de beugel 37 gefixeerd in de in de figuren getoonde stand. Door middel van een aan de beugel 35 waarop het zitkussen is bevestigde hefboom en een zich tussen de hefboom en de pennen uitstrekkende bowdenkabel kunnen de pennen tot uit de opening worden getrokken, waarmede de fixatie wordt weggenomen en het samenstel van buizen en de 25 beugel kunnen worden samengeklapt. De niet in de tekening weergegeven hefboom bevindt zich aan de binnenzijde van de beugel 35 ter plaatse van een uitsparing van het zitkussen 36.For fixing the tubes 23-26 in the vertical position, use is made of a fixation bracket 37, which is connected to the upper wall of both legs 4, 5 by means of two hinges 38, 39. The axis of both hinges 38, 39 extends parallel to the axis of the hinges 21, 22. The fixation bracket 37 is provided with a slot 40 on both outer sides. The slings 29, 30 each comprise a pin 41,42 which extends into the respective slot 40. With this configuration it is possible to tilt both the pairs of tubes 23-26 and the bracket 37 from the position of use shown in the drawings to the collapsed state in which both the tubes 23-26 and the bracket 37 extend substantially parallel to the top wall of the base. The pin 41, 42 herein slides into the slots 40. An opening which is not visible in the drawings is provided in the inside of both legs of the bracket 37. In the bracket 35 on both sides two movable pins, not visible in the drawing, are arranged which normally engage, by means of a spring, in the opening explained above. Herewith the assembly of the tubes 23-26 and the bracket 37 is fixed in the position shown in the figures. By means of a lever attached to the bracket 35 on which the seat cushion is attached and a bowden cable extending between the lever and the pins, the pins can be pulled out of the opening, with which the fixation is removed and the assembly of tubes and the bracket can be be collapsed. The lever (not shown in the drawing) is located on the inside of the bracket 35 at the location of a recess of the seat cushion 36.

In het verlengde van de rechte delen van de fixatiebeugel 37 zijn twee stangen 50, 51 30 aangebracht. Deze stangen 50, 51 strekken zich door in de bovenwand van de U- vormige basis 3 aangebrachte openingen heen uit. De stangen 50, 51 zijn door lassen met de bovenwand verbonden. De scharnieren 38, 39, die de fixatiebeugel 37 met de U-vormige basis verbinden, zijn tussen de fixatiebeugel 37 en de stangen 50, 51 geplaatst, zodat de stangen 50, 51 de verbinding vormen tussen de scharnieren en de bovenwand 10 van de U-vormige beugel. De stangen 50, 51 strekken zich voorts onder de bovenwand uit, aanvankelijk schuin, in het verlengde van de U-vormige beugel en vervolgens hoofdzakelijk horizontaal of parallel aan de bovenwand van de U-vormige beugel. Aan het einde van de stangen 50, 51 is een trapsteun 52, respectievelijk 53 aangebracht.Two rods 50, 51 are arranged in line with the straight parts of the fixation bracket 37. These rods 50, 51 extend through openings provided in the upper wall of the U-shaped base 3. The rods 50, 51 are connected to the top wall by welding. The hinges 38, 39, which connect the fixation bracket 37 to the U-shaped base, are placed between the fixation bracket 37 and the rods 50, 51, so that the rods 50, 51 form the connection between the hinges and the top wall 10 of the U -shaped bracket. The rods 50, 51 further extend below the upper wall, initially obliquely, in line with the U-shaped bracket and then substantially horizontally or parallel to the upper wall of the U-shaped bracket. At the end of the rods 50, 51 a stair support 52 and 53 are arranged.

5 Dergelijke trapsteunen zijn op zich bekend en zij dienen voor het vergemakkelijken van het tot op een verhoogd deel van de ondergrond, zoals een obstakel, bewegen van de loophulp. Hiertoe wordt op één van de trapsteunen getrapt, waardoor de loophulp om de achterwielen 11, 12 kantelt zodat de voorwielen naar boven worden bewogen en de loophulp tot op het obstakel kan worden bewogen. In het bijzonder buiten zijn 10 dergelijke obstakels, zoals stoepranden hoog, terwijl zij binnen veelal lager zijn, zoals bij drempels. Om te voorkomen dat de bij het ‘nemen’ van lage obstakels, zoals drempels, de trapsteun te diep wordt ingetrapt, waardoor instabiliteit zou kunnen ontstaan, is de trapsteun verstelbaar in drie posities, namelijk in de rechte positie, zoals deze is weergegeven in de figuren 1 en 2, een positie waarin de trapsteun zich schuin 15 naar beneden uitstrekt en een derde positie waarin de trapsteun zich nog schuiner naar beneden uitstrekt. In de rechte positie is de trapsteun 52, 53 voornamelijk geschikt voor hoge obstakels en in de schuine posities voor lage obstakels. In het einde van elk van de trapsteunen zijn rollen 54, respectievelijk 55 gelagerd, om het passeren van obstakels verder te vergemakkelijken.Such stair supports are known per se and they serve to facilitate moving the walking aid up to a raised part of the ground, such as an obstacle. For this purpose, one of the stair supports is stepped on, whereby the walking aid tilts around the rear wheels 11, 12 so that the front wheels are moved upwards and the walking aid can be moved up to the obstacle. Such obstacles, such as curbs, are particularly high outside, while they are often lower inside, such as at thresholds. In order to prevent the stair support being kicked in too deeply when 'taking' low obstacles, such as thresholds, which could lead to instability, the stair support is adjustable in three positions, namely in the straight position, as shown in the figures 1 and 2, a position in which the stair support extends obliquely downwards and a third position in which the stair support extends even more obliquely downwards. In the straight position the stair support 52, 53 is mainly suitable for high obstacles and in the oblique positions for low obstacles. Rollers 54 and 55, respectively, are mounted in the end of each of the stair supports to further facilitate the passage of obstacles.

2020

Voorts is de loophulp voorzien van een remsysteem. Dit remsysteem omvat twee hefbomen 60, 61, die in de nabijheid van de handgrepen 27,28 en de moffen 32, 32 zijn geplaatst. De hefbomen 60, 61 zijn kantelbaar met de handgrepen 27, 28 verbonden. Voorts is voor elk van de achterwielen een op het betreffende wiel aangrijpende rem 25 aangebracht, die op de tekeningen niet is weergegeven. Zowel de hefbomen 60, 61 als de remmen zijn ingericht voor koppeling met een bowdenkabel. Voor het koppelen van de met de hefbomen 60, 61, respectievelijk de remmen verbonden bowdenkabels, wordt gebruik gemaakt van een koppelstuk 62, dat is weergeven in figuur 3. Het koppelstuk omvat een U-vormig gebogen metalen plaat 63, die in het verbindingsdeel 3 in de holte 30 van de U-vormige basis 2 is geplaatst, en wel zodanig dat de U-vormige plaat naar beneden toe open is. In het midden van de plaat is een wip 64 rondom een centrale as 65 draaibaar aangebracht. Door middel van een veer 65 wordt de wip 63 naar zijn neutrale positie gedrongen. In elk van de opstaande wanden van de U-vormige plaat zijn twee sleuven aangebracht waarin een aansluitstuk van een bowdenkabel 66, 67, 68 of 69 11 is geplaatst. Hiermede wordt de mantel van de bowdenkabels 66-69 gefixeerd. De beweegbare kem van de bowdenkabels 66-69 is telkens met een einde van de wip 63 verbonden. Hierbij zijn de kernen van de met de hefbomen verbonden bowdenkabels 66, 69 op diagonale wijze met de wip 63 verbonden opdat zij eikaars werking 5 versterken. Op soortgelijke wijze zijn de kernen van de met de remmen verbonden bowdenkabels 67, 68 eveneens diagonaal verbonden, opdat de remmen steeds tezamen aangrijpen dan wel lossen. In de in figuur 3 weergegeven configuratie zijn de remmen aangegrepen, zodat het rijden niet mogelijk is. Hierbij zijn de remmen verbonden met de bowdenkabels 67, 68, terwijl de kabels 66 en 69 met de bedieningshefbomen zijn 10 verbonden. Bij het bedienen van de hefbomen, zullen de normaliter aangrijpende remmen lossen. Opgemerkt wordt dat deze configuratie door de aanwezigheid van de verstelbare veer, die immers gemakkelijk met het andere einde van de wip verbonden kan worden en door de aanwezigheid van de sleuven de bowdenkabels gemakkelijk kunnen worden gewisseld zodat configuratie gemakkelijk kan worden aangepast.The walking aid is also equipped with a braking system. This braking system comprises two levers 60, 61, which are placed in the vicinity of the handles 27, 28 and the sleeves 32, 32. The levers 60, 61 are tiltably connected to the handles 27, 28. Furthermore, a brake 25 engaging the wheel in question is provided for each of the rear wheels, which brake is not shown in the drawings. Both the levers 60, 61 and the brakes are adapted for coupling with a bowden cable. For coupling the bowden cables connected to the levers 60, 61 and the brakes, use is made of a coupling piece 62, which is shown in figure 3. The coupling piece comprises a U-shaped bent metal plate 63, which in the connecting part 3 is placed in the cavity 30 of the U-shaped base 2, such that the U-shaped plate is open downwards. In the center of the plate a rocker 64 is rotatably arranged around a central axis 65. The rocker 63 is urged to its neutral position by means of a spring 65. Two slots are provided in each of the upright walls of the U-shaped plate in which a connecting piece of a bowden cable 66, 67, 68 or 69 is placed. This fixes the sheath of the bowden cables 66-69. The movable core of the bowden cables 66-69 is in each case connected to one end of the rocker 63. The cores of the bowden cables 66, 69 connected to the levers are herein diagonally connected to the rocker 63 so that they enhance each other's action. Similarly, the cores of the bowden cables 67, 68 connected to the brakes are also connected diagonally, so that the brakes always engage or release together. The brakes are engaged in the configuration shown in Figure 3, so that driving is not possible. The brakes are connected to the bowden cables 67, 68, while the cables 66 and 69 are connected to the control levers. When the levers are operated, the normally moving brakes will release. It is noted that this configuration can be easily changed by the presence of the adjustable spring, which can easily be connected to the other end of the rocker and by the presence of the slots, so that configuration can be easily adjusted.

1515

De loophulp omvat voorts twee bedieningshefbomen 70 en 71 die zich beide door in de bovenwand van de U-vormige basis aangebrachte sleuven 72 en 73 heen uitstrekken. In de sleuven 72, 73 zijn uitsparingen aangebracht tot waarin de bedieningshefbomen 70, 71 kunnen worden gefixeerd. De bedieningshefbomen zijn elk verbonden met de op het 20 betreffende wiel aangrijpende rem. Aldus is het mogelijk door de hefboom 70, 71 tot in één van de uitsparingen van de betreffende sleuf 72, 73 te bewegen, de hefboom en daarmee de rem te fixeren. Hiermede is het mogelijk de rem constant te laten aangrijpen op één van of op beide wielen. Aldus kunnen de wielen onafhankelijk geremd worden hetgeen van belang is voor zich langzaam voortbewegende gebruikers. Het is eveneens 25 mogelijk asymmetrie in het bewegingsgedrag van de gebruiker te compenseren door de weerstand van de remmen verschillend in te stellen. Opgemerkt wordt dat de toegepaste rem een sleeprem is, die onafhankelijk van de gewone rem wordt bediend. Het is echter evenzeer mogelijk deze bedieningsmiddelen van deze sleeprem te laten werken op de gewone rem.The walking aid further comprises two operating levers 70 and 71 which both extend through slots 72 and 73 arranged in the upper wall of the U-shaped base. Recesses are provided in slots 72, 73 into which the operating levers 70, 71 can be fixed. The operating levers are each connected to the brake engaging the relevant wheel. It is thus possible to move the lever 70, 71 into one of the recesses of the respective slot 72, 73, to fix the lever and thus the brake. This makes it possible to have the brake constantly engage one or both wheels. The wheels can thus be braked independently, which is important for slowly moving users. It is also possible to compensate for asymmetry in the movement behavior of the user by adjusting the resistance of the brakes differently. It is noted that the applied brake is a drag brake which is operated independently of the normal brake. However, it is equally possible to operate these operating means of this drag brake on the normal brake.

3030

Ten slotte is de loophulp voorzien van middelen voor het opwekken van prikkels, om in het bijzonder aan de ziekte van Parkinson leidende gebruikers uit de ‘freeze4 toestand te brengen. In figuren 1 en 2 is zichtbaar hoe een signaalgever in de vorm van een trilorgaan 80 aan de verbindingsbeugel 33 is bevestigd. Het trilorgaan is, wanneer het is 12 ingeschakeld, ingericht voor het afgeven van een periodiek trilsignaal, dat door de beugel 33 wordt overgedragen naar de handgrepen 27 en 28. Wanneer de gebruiker het betreffende stimulatiesignaal waarneemt, is het voor de gebruiker gemakkelijker met bewegen te beginnen.Finally, the walking aid is provided with means for generating incentives, in particular to remove users suffering from Parkinson's disease from the "freeze4" state. Figures 1 and 2 show how a signal generator in the form of a vibrator 80 is attached to the connecting bracket 33. The vibrator, when it is switched on, is adapted to provide a periodic vibration signal which is transmitted by the bracket 33 to the handles 27 and 28. When the user perceives the stimulation signal in question, it is easier for the user to move to start.

55

Volgens een andere, niet in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm wordt de signaalgever gevormd door projectiemiddelen voor het op de ondergrond projecteren van een lichtstreep. Deze signaalgever is ingericht voor het opwekken van een groene lichtstreep. Het menselijk oog is immers het meest gevoelig voor groen licht. De 10 gebruiker neemt deze lichtstreep waar. In het bijzonder bij lijders aan de ziekte vanAccording to another embodiment, not shown in the drawings, the signal generator is formed by projection means for projecting a strip of light onto the substrate. This signal generator is adapted to generate a green line of light. The human eye is after all the most sensitive to green light. The user perceives this line of light. In particular in the case of people suffering from

Parkinson veroorzaakt dit een prikkel waardoor de ‘freeze’- toestand gemakkelijk wordt verlaten. Het zal duidelijk zijn dat de loophulp ook van andere hulpmiddelen kan zijn voorzien.Parkinson's causes this to be an incentive to easily leave the "freeze" state. It will be clear that the walking aid can also be provided with other aids.

1515

Claims

A walking aid for supporting a person, comprising: - a frame; 5. at least three wheels placed under the frame and mounted in bearings connected to the frame for wheelable bearing of the frame; - at least one support member connected to the frame for supporting a body part of the person, wherein the perpendicular projection of the support member onto a substrate lies within a compartment enclosed by straight lines connecting the wheels; and - a first braking system which is provided with at least one operating element connected to the support member and with a first brake adapted to engage on at least one of the wheels, characterized in that the first braking system is arranged for engaging a first brake and for releasing the first brake when operating the operating element.

2. Walking aid as claimed in claim 1, characterized in that the first braking system is provided with a coupling element for coupling at least one operating member with all first brakes. 20

3. Walking aid as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the coupling element is adapted for coupling the at least one operating member with the at least one first brake in a first position such that the first brake normally engages the wheel in question and that at operation of the operating member releases the first brake 25 and coupling the at least one operating member to the at least one first brake in a second position such that normally the first brake is released and that when operating the operating member the first brake engages the relevant wheel .

4. Walking aid as claimed in any of the foregoing claims, characterized by a second brake system for locking a second brake engaging at least one of the wheels in a position in which rotation of the wheel in question is braked.

5. Walking aid as claimed in claim 4, characterized in that the second brake system is adapted to engage on two wheels and that a separate operating element is provided for both wheels.

A walking aid according to claim 4 or 5, characterized in that at least one of the second brakes is adapted to act on the same wheel as a first brake.

A walking aid according to claim 4, 5 or 6, characterized in that the second brake is adapted to generate a speed-dependent braking force. 10

A walking aid according to any one of the preceding claims, characterized in that the frame comprises a substantially U-shaped base which is open towards its rear side, viewed in the direction of movement, that the bearings of the wheels are attached to the base, that the bearings of two wheels are rigidly connected to the frame, that the bearings of two other wheels are rotatably connected to the frame about a substantially vertically extending axis and that on the base two extend upwards from the base in a position of use comprises rods provided at their ends with tuning members designed as handles.

Walking aid as claimed in claim 8, characterized in that the base rises forward in the direction of travel at an angle of about 7 °, that the bars extending upwards in the position of use extend at a substantially right angle with respect to the base and that the axis of both support members extend in a plane parallel to the base. 25

Walking aid according to claim 8 or 9, characterized in that the base has a U-shaped profile in cross-section with its closed side facing up.

11. Walking aid as claimed in claim 8, 9 or 10, characterized in that the rods which extend upwards in the position of use are each connected to the base by means of a first hinge with a rotation axis extending transversely to the direction of travel.

A walking aid according to claim 11, characterized in that a U-shaped bracket with its free ends is connected to the base by means of second hinges spaced from the first hinges, that the axis of rotation of the second hinges is parallel to the axis of rotation. of the first hinges, that the bracket is slidably connected to both rods and that the bracket is releasably fixable with the rods.

A walking aid according to claim 11 or 12, characterized in that the rods are both connected to at least one bracket 10, which extends substantially horizontally, and that a seat support is provided on at least one of the brackets.

A walking aid according to any one of claims 8-13, characterized in that at least one of the free ends of the base is provided with a stair support extending rearwardly from below the base.

A walking aid according to claim 14, characterized in that the stair support is rotatably connected to the base and can be locked in at least two mutually different positions.

A walking aid according to claim 14 or 15, characterized in that the stair support is provided with a roller.

17. Walking aid as claimed in any of the foregoing claims, characterized by a switch-on and switch-off signal generator which is adapted to give a signal perceptible to the user.

A walking aid according to claim 17, characterized in that the signal generator is releasably connected to the walking aid.

A walking aid according to claim 17 or 18, characterized in that the signal generator is adapted to give an intermittent auditory signal.

A walking aid as claimed in claim 17 or 18, characterized in that the signal generator is adapted to give a visual signal.

A walking aid according to claim 20, characterized in that the signal generator comprises a light source, preferably a laser light source, which is adapted to cast a green image on the substrate. 5

A walking aid according to claim 17 or 18, characterized in that the signal generator is adapted to give a perceptible vibration signal. 10