NL1008269C2

NL1008269C2 - Molding rigid plastic fitting with integrally molded soft material gasket for coupling plastic pipes

Info

Publication number: NL1008269C2
Application number: NL1008269A
Authority: NL
Inventors: Hendrikus Johannes Theo Albers; Dirk Van Manen
Original assignee: Inter Tooling Services Bv
Priority date: 1998-02-11
Filing date: 1998-02-11
Publication date: 1999-08-12

Abstract

Sealing gasket (16) is formed in the same mold as that used for injection molding the plastic fitting or fitting ring (10) in which it is to be used. A core of the mold is moved into a first position for molding the fitting proper, with an internal chamber for housing the seal, and is then moved into a second position in which it for forms a mold cavity for molding the gasket. The fitting and gasket are shaped such that the gasket conformably connects to the fitting and is secured against displacement. An Independent claim is included for apparatus for molding the fitting with an integral gasket seal. Preferred Features: The mold has needles (27) which are radially distributed around the edge of the gasket chamber while the fitting is being molded to form openings in it. They are withdrawn before molding the gasket. The gasket-forming material is injected via at least one of the openings. The needles are shaped to form stepped openings having relatively small front sections but larger following sections. The mold core consists of a inward and outward swiveling segments (24) located in a core sleeve comprising two sleeves (21,22,23) that are slidable one in the other, the sleeves being displaced and the segments swiveled outward to mold the ring and the segments being swiveled inward and the sleeves being slid together to mold the gasket. The fitting is molded with projections or a raised rim for retaining the gasket.

Description

Nw 2044Nw 2044

Titel: Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een manchetafdichting voor een kunststof fitting of fittingring.Title: Method and device for manufacturing a cuff seal for a plastic fitting or fitting ring.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een manchetafdichting voor een kunststof fitting of fittingring.The invention relates to a method and device for manufacturing a cuff seal for a plastic fitting or fitting ring.

Bij afvoerleidingen van kunststof zoals polypropeen en 5 PVC worden fittingen zoals moffen, T-stukken, broekstukken etcetera toegepast om de buisleidingen met elkaar te verbinden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een lijm om een mechanisch stevige en tevens goed afgedichte verbinding te verkrijgen. Dikwijls wordt echter gebruik gemaakt van 10 fittingen waarin een manchet van natuurrubber is aangebracht, dat voor de gewenste afdichting zorgt.With plastic drain pipes such as polypropylene and PVC, fittings such as sleeves, tees, trousers, etc. are used to connect the pipelines. Use can be made here of an adhesive to obtain a mechanically sturdy and also well-sealed connection. Often, however, use is made of 10 fittings in which a cuff of natural rubber is provided, which provides the desired sealing.

Deze rubberen manchetten kunnen in een inwendige groef van een fitting worden gemonteerd, hetgeen tamelijk lastig en arbeidsintensief is. De manchetten worden ook dikwijls in een 15 losse fittingring, meestal uitgevoerd als klikring gemonteerd, die vervolgens met een klikbevestiging klemmend op een fitting wordt bevestigd.These rubber cuffs can be mounted in an internal groove of a fitting, which is quite difficult and labor intensive. The cuffs are also often mounted in a loose fitting ring, usually designed as a snap ring, which is then clamped to a fitting with a snap fastening.

Een bezwaar van deze methode is, dat veel losse onderdelen samen gevoegd en in voorraad gehouden dienen te 20 worden. Bovendien is het door de vorm en aard van de rubbermanchetten op geautomatiseerde wijze te verwerken. De hiervoor benodigde apparatuur is kostbaar en storingsgevoelig.A drawback of this method is that many loose parts have to be put together and kept in stock. Moreover, due to the shape and nature of the rubber cuffs, it can be processed in an automated manner. The equipment required for this is expensive and prone to failure.

De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te 25 ondervangen en in het algemeen een doeltreffende, betrouwbare en relatief goedkope methode te verschaffen voor het vervaardigen van een manchetafdichting voor een kunststof fitting. Volgens de uitvinding wordt hiertoe een werkwijze van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt dat de 30 fitting of fittingring door spuitgieten wordt gevormd in een 10^9^0 ' V vy ·-. \J 'j -2- vormholte met een matrijs die zodanig is ingericht dat de fitting of fittingring van een inwendige kamer wordt voorzien, waarbij de matrijs een kern heeft met tenminste een eerste stand voor het vormen van de eigenlijke fitting(ring) 5 en een tweede stand, alsmede een aantal naalden die op radiaal verspreide posities nabij een omtreksdeel of eindrand van de genoemde kamer zijn geplaatst, welke naalden tijdens het vormen van de fitting(ring) tot in de vormholte reiken , voor het vormen van openingen in de fitting(ring), waarna de 10 kern in een tweede stand wordt gebracht voor het vormen van I een manchetvormholte voor een afdichtmanchet binnen de genoemde kamer, welke manchetvormholte na het terugtrekken van de naalden wordt gevuld met een geschikt materiaal voor een afdichtmanchet.The object of the invention is to overcome the drawbacks outlined and in general to provide an effective, reliable and relatively inexpensive method for manufacturing a cuff seal for a plastic fitting. According to the invention, for this purpose, a method of the above-described type is characterized in that the fitting or fitting ring is injection-molded in a 10 ^ 9 ^ 0 ° V mold. Mold cavity with a die arranged to provide the fitting or fitting ring with an internal chamber, the die having a core with at least a first position for forming the actual fitting (ring) 5 and a second position, as well as a plurality of needles placed in radially dispersed positions near a peripheral or end edge of said chamber, which needles extend into the mold cavity during molding of the fitting (ring) to form openings in the fitting (ring), after which the core is brought into a second position to form a cuff-forming cavity for a sealing cuff within said chamber, said cuff-forming cavity being filled with a suitable sealing cuff material after the needles are withdrawn.

MM

= 15 Een inrichting voor toepassing van de werkwijze wordt _ volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de fitting of fittingring door spuitgieten wordt gevormd in een vormholte met een matrijs die zodanig is ingericht dat de fitting of fittingring van een inwendige kamer wordt voorzien, waarbij 20 de matrijs een kern heeft met tenminste een eerste stand voor het vormen van de eigenlijke fitting(ring) en een tweede stand, alsmede een aantal naalden die op radiaal verspreide posities nabij een omtreksdeel of eindrand van de genoemde kamer zijn geplaatst, welke naalden tijdens het vormen van de 25 fitting(ring) tot in de vormholte reiken voor het vormen van openingen in de fitting(ring), waarna de kern in een tweede stand wordt gebracht voor het vormen van een manchetvormholte voor een afdichtmanchet binnen de genoemde kamer, welke manchetvormholte na het terugtrekken van de naalden wordt 30 gevuld met een geschikt materiaal voor een afdichtmanchet.According to the invention, a device for applying the method is characterized in that the fitting or fitting ring is injection-molded in a mold cavity with a mold arranged in such a way that the fitting or fitting ring is provided with an internal chamber, wherein the mold has a core with at least a first position for forming the actual fitting (ring) and a second position, as well as a plurality of needles placed in radially dispersed positions near a peripheral or end edge of said chamber, which needles during molding from the fitting (ring) to the mold cavity to form openings in the fitting (ring), after which the core is brought into a second position to form a cuff mold cavity for a sealing cuff within said chamber, which cuff mold cavity after the retraction of the needles is filled with a suitable material for a sealing sleeve.

: i i j In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.In the following, the invention will be further described with reference to the accompanying drawing.

Figuur 1 toont schematisch in doorsnede een deel van een kunststof fitting voorzien van een klikring en een 35 afdichtmanchet volgens de bekende techniek; ïi; * n * n 100525^ ar tss -3- figuur 2 toont schematisch in doorsnede een deel van een voorbeeld van een klikring met afdichtmanchet volgens de uitvinding; figuren 3 t/m 5 illustreren schematisch een voorbeeld 5 van een werkwijze en inrichting volgens de uitvinding voor het vervaardigen van een klikring met afdichtmanchet volgens de uitvinding; figuur 6 toont schematisch op grotere schaal een deel van figuur 5; 10 figuur 7 toont schematisch in langsdoorsnede een voorbeeld van een deel van een fitting met afdichtprofiel volgens de uitvinding; en figuur 8 toont schematisch in langsdoorsnede een voorbeeld van een matrijs en een daarin te vormen fitting met 15 afdichtmanchet volgens de uitvinding.Figure 1 schematically shows in section a part of a plastic fitting provided with a snap ring and a sealing sleeve according to the known art; ii; * n * n 100525 ar tss -3- figure 2 shows schematically in section a part of an example of a snap ring with sealing sleeve according to the invention; Figures 3 to 5 schematically illustrate an example 5 of a method and device according to the invention for manufacturing a snap ring with sealing sleeve according to the invention; figure 6 schematically shows part of figure 5 on a larger scale; Figure 7 shows schematically in longitudinal section an example of a part of a fitting with sealing profile according to the invention; and figure 8 schematically shows in longitudinal section an example of a mold and a fitting with sealing sleeve to be formed therein according to the invention.

Figuur 1 toont schematisch in doorsnede een deel van een kunststof fitting 1 met een hartlijn H en een gedeelte 2 met een vergrote diameter, dat een kamer vormt waarin een slappe natuurrubberen afdichtmanchet 3 reikt met een in dit 20 voorbeeld van rondgaande ribben 4 voorzien binnenoppervlak.Figure 1 schematically shows in section a part of a plastic fitting 1 with a center line H and a part 2 with an enlarged diameter, which forms a chamber in which a soft natural rubber sealing sleeve 3 extends with an inner surface provided in this example with round ribs 4.

De afdichtmanchet is bevestigd met behulp van een klikring 5, die enigszins verend is en daardoor aan de buitenzijde om het gedeelte 2 met vergrote diameter geduwd kan worden. Een iets vernauwde rand 6 grijpt dan achter een uitwendige schouder 7 25 aan het einde van het gedeelte 2 met vergrote diameter. Aan het kopse einde heeft de klikring een U-vormig naar binnen en naar achter gebogen rand 8, die een inwendige kamer vormt, waarin een ringvormige bevestigingsflens 9 van de manchet 3 opgesloten ligt.The sealing collar is attached by means of a snap ring 5, which is slightly resilient and can therefore be pushed around the enlarged diameter section 2 on the outside. A slightly narrowed edge 6 then engages behind an external shoulder 7 at the end of the enlarged diameter portion 2. At the front end, the snap ring has a U-shaped inward and backward curved edge 8, which forms an internal chamber, in which an annular mounting flange 9 of the sleeve 3 is enclosed.

30 Bij deze bekende constructie zijn derhalve naast de fitting zelf nog voor elk koppeldeel van de fitting nog een rubber manchet en een klikring nodig, die afzonderlijk in voorraad gehouden dienen te worden en afzonderlijk gemonteerd dienen te worden. Voor een T-stuk zijn dus drie klikringen, 35 drie manchetten en drie montagehandelingen nodig.In this known construction, therefore, in addition to the fitting itself, each coupling part of the fitting also requires a rubber sleeve and a snap ring, which must be kept in stock separately and must be separately mounted. For a T-piece, therefore, three click rings, 35 cuffs and three mounting operations are required.

Figuur 2 toont schematisch een voorbeeld van een klikring 10 volgens de uitvinding gemonteerd op een 1008269 -4- koppeldeel 11 met verwijd gedeelte 11a van een fitting. De klikring 10 heeft grotendeels dezelfde vorm als de klikring 5 van figuur 1 doch is nu voorzien van een aantal openingen 12 in de naar binnen gebogen rand 13, die correspondeert met de 5 rand 8 van figuur 1. De openingen 12 hebben aan de vein het koppeldeel 11 afgekeerde zijde een grotere diameter dan aan het naar het koppeldeel 11 toegekeerde zijde. Het deel met grotere diameter is met 14 aangegeven en het deel met kleinere diameter, dat daarop onder vorming van een I 10 rondgaande schouder aansluit is met 15 aangegeven. De manchet 16, die voor het overige dezelfde vorm kan hebben als de manchet 3 van figuur 1, is op nog nader te beschrijven - wijze met in de openingen 12 reikende uitsteeksels gevormd door spuitgieten via de openingen 12. De manchet is van een 15 hiervoor geschikt materiaal gemaakt, bijvoorbeeld van elastomeer materiaal of van zacht PVC. De naar binnen gebogen rand 13 gaat in dit voorbeeld niet over in een naar achter gebogen rand zoals in figuur 1 maar sluit aan op een zich van het koppeldeel af uitstrekkende flens 17, die in hoofdzaak 20 dezelfde diameter heeft als het koppeldeel 11.Figure 2 schematically shows an example of a snap ring 10 according to the invention mounted on a 1008269-4 coupling part 11 with widened part 11a of a fitting. The snap ring 10 has largely the same shape as the snap ring 5 of figure 1, but now has a number of openings 12 in the inwardly curved edge 13, which corresponds to the edge 8 of figure 1. The openings 12 have on the vein the coupling part 11 facing away has a larger diameter than on the side facing the coupling part 11. The larger diameter part is indicated by 14 and the smaller diameter part which connects thereto with the formation of a circular shoulder is indicated by 15. The sleeve 16, which may otherwise have the same shape as the sleeve 3 of figure 1, can be described in more detail yet, with protrusions extending into the openings 12 formed by injection molding via the openings 12. The sleeve is of a 15 previously suitable material, for example of elastomeric material or of soft PVC. The inwardly curved edge 13 in this example does not merge into a backwardly curved edge as in figure 1 but connects to a flange 17 extending away from the coupling part, which has substantially the same diameter as the coupling part 11.

Het aantal openingen 12 is voldoende om een betrouwbare bevestiging tussen de manchet en de klikring te waarborgen. Anderzijds kan de manchet eenvoudig van de klikring worden losgetrokken, zodat afzonderlijke recycling mogelijk is.The number of openings 12 is sufficient to ensure a reliable attachment between the cuff and the snap ring. On the other hand, the cuff can be easily pulled off the snap ring, allowing separate recycling.

25 De openingen 12 bevinden zich in het getoonde voorbeeld in het kopse eindvlak van de klikring, doch de openingen : ,= kunnen zich ook in het cilindrische deel van de klikring ] bevinden, zoals bij wijze van voorbeeld aangegeven met een pijl 18 in figuur 2.In the example shown, the openings 12 are located in the end face of the click ring, but the openings can also be located in the cylindrical part of the click ring, as indicated by way of example with an arrow 18 in figure 2. .

30 De figuren 3 t/m 6 illustreren schematisch een methode van een klikring met aangespoten afdichtmanchet. Figuur 3 toont de situatie waarin zojuist een klikring 10 door spuitgieten is vervaardigd in een corresponderende matrijsholte. De matrijs is gesloten en heeft een 35 scheidingsvlak 20 met (in de figuren) links daarvan de 1* uitwerpzijde en rechts daarvan de spuitzijde. Aan de uitwerpzijde wordt de matrijsholte begrensd door een f Ï5| ; h 10 082 6 ci -5- buitenste verschuifbare bus 21 en twee binnen de bus 21 en binnen elkaar liggende verschuifbare busen 22 en 23. Binnen de bus 23 bevinden zich op zichzelf voor het vormen van inwendige kamers in koppeldelen en dergelijke bekende 5 scharnierbare segmenten 24. Dergelijke scharnierbare segmenten zijn bijvoorbeeld beschreven in het Duitse Gebrauchsmuser G 9414523.7. Aan de spuitzijde heeft de matrijs een buitenste deel 25 en een centraal deel 26. De door de matrijsdelen in de gesloten stand van de matrijs 10 gevormde spuitgietholte die de vorm heeft van een klikring wordt eerst gevuld met thermoplastisch materiaal. Deze techniek wordt wel aangeduid met "co-injectie". Daarbij reikt een aantal rondom geplaatste naalden 27 tot in de spuitgietholte. De punt' van de naalden heeft een voorste 15 sectie 28 met relatief kleine diameter en een daarop volgende sectie 29 met grotere diameter, zoals in detail A in figuur 3 en ook in figuur 6 te zien. In de volgende fase, die in figuur 4 getoond is, wordt de bus 21 teruggetrokken, waardoor ruimte ontstaat, zodat de klikring de verdikking 30 onder 20 tijdelijke elastische vervorming kan passeren, als vervolgens de bus 22 enigszins wordt teruggetrokken. Ook bus 23 wordt teruggetrokken, waarna de segmenten 24 naar buiten worden gezwenkt. De buitenwaartse verzwenking van de segmenten wordt begrensd door de bus 23. Aldus ontstaat een door de 25 segmenten, de bus 22 en de klikring zelf begrensde holte, die na het terugtrekken van één of meer naalden vanuit een aanvoerkanaal 31 voor geschikt vloeibaar gemaakt gietmateriaal voor de manchet, en via de door de teruggetrokken naalden vrijgegeven boring 32 respectievelijk 30 opening 12 in de klikring gevuld kan worden. Tijdens het vullen van de holte voor de manchet zijn de overige naalden ook teruggetrokken, doch slechts over een kleine afstand, zodat het kopvlak van het naalddeel 29 juist nog de bijbehorende opening 12 in de klikring afsluit. Deze 35 naaldstand is duidelijk te zien in figuur 6. In feite is dus sprake van twee typen naalden, die dezelfde gedaante kunnen hebben maar die verschillende functies hebben. Het eerste 10 np9c<n .< u y -6- type naald is de aanspuitnaald, die drie standen heeft, te weten de stand van figuur 3, de stand van figuur 4 en de stand van figuur 5 en figuur 6. Het tweede type naald is de doorbraaknaald, die zorgt voor de openingen in de klikring en 5 die twee standen heeft, te weten de stand van figuur 3 en de j stand van figuur 5 en figuur 6.Figures 3 to 6 schematically illustrate a method of a snap ring with molded sealing sleeve. Figure 3 shows the situation in which a snap ring 10 has just been injection molded into a corresponding mold cavity. The mold is closed and has an interface 20 with (in the figures) the 1 * ejection side to the left of it and the spray side to the right of it. On the ejection side, the mold cavity is bounded by a f5 | ; h 10 082 6 ci -5- outer sliding sleeve 21 and two sliding sleeves 22 and 23 located inside the sleeve 21 and within each other. Within the sleeve 23 there are per se known hinged segments for forming internal chambers in coupling parts and the like 24. Such hinged segments are described, for example, in German Gebrauchsmuser G 9414523.7. On the injection side, the mold has an outer part 25 and a central part 26. The injection molded cavity, which has the shape of a snap ring, formed by the mold parts in the closed position of the mold 10, is first filled with thermoplastic material. This technique is sometimes referred to as "co-injection". A number of needles 27 placed all round extend into the injection mold cavity. The tip of the needles has a relatively small diameter front section 28 and a subsequent larger diameter section 29, as seen in detail A in Figure 3 and also in Figure 6. In the next stage, shown in Figure 4, the sleeve 21 is retracted, creating space for the snap ring to pass the bead 30 under temporary elastic deformation, when the sleeve 22 is then retracted slightly. Can 23 is also withdrawn, after which segments 24 are pivoted outward. The outward pivoting of the segments is delimited by the sleeve 23. This creates a cavity delimited by the 25 segments, the sleeve 22 and the snap ring itself, which, after withdrawing one or more needles from a supply channel 31 for suitable liquefied molding material for the sleeve, and through the bore 32 and opening 12 released by the retracted needles, can be filled into the snap ring. During the filling of the cavity for the cuff, the other needles are also withdrawn, but only by a small distance, so that the end face of the needle part 29 still just closes the corresponding opening 12 in the snap ring. This needle position is clearly shown in figure 6. In fact, therefore, there are two types of needles, which may have the same shape but which have different functions. The first 10 np9c <n. <Uy -6- type needle is the injection needle, which has three positions, namely the position of figure 3, the position of figure 4 and the position of figure 5 and figure 6. The second type of needle is the breakthrough needle, which provides the openings in the snap ring and 5 which has two positions, namely the position of figure 3 and the position of figure 5 and figure 6.

I Nadat de manchetholte gevuld is beweegt (bewegen) de : aanspuitnaald(en) weer naar voren tot in de in figuur 5 en figuur 6 getoonde stand, waardoor de materiaaltoevoer via de 10 kanalen 31 en 32 wordt afgesloten en de corresponderende openingen(en) in de klikring ook wordt afgedicht.I After the cuff cavity has been filled, the: injection needle (s) move (s) forward again into the position shown in figure 5 and figure 6, which closes the material supply via the 10 channels 31 and 32 and the corresponding openings (s) in the snap ring is also sealed.

Tenslotte loopt de matrijs open, worden de segmenten 24 ;ï naar binnen gezwenkt en wordt de klikring met de aangespoten manchet door bus 21 van bus 22 afgeschoven en uitgeworpen.Finally, the mold opens, the segments 24 are pivoted inward and the snap ring with the molded-on sleeve is pushed off from sleeve 22 by sleeve 21 and ejected.

15 Figuur 7 toont schematisch in langsdoorsnede een deel van een fitting 33 met een via door spui topeningen 34 middels de zogenaamde co-injectietechniek aangespoten manchet 35. De fitting heeft en hartlijn H en een diameter d en nabij het ’ j open einde van een koppeldeel een kamer 36 in een 20 fittingdeel 37 met vergrote diameter, waarin een aangespoten _^ afdichtmanchet 35 ligt. De manchet heeft in dit voorbeeld aan de binnenzijde weer een geschikte profilering. De doorspuitopeningen hebben in dit voorbeeld een radiale oriëntatie. Het aantal openingen is groot genoeg om een : 25 betrouwbare verbinding tussen manchet en fitting tot stand te brengen en klein genoeg om de fitting niet te veel te verzwakken en om de manchet met het oog op recycling eenvoudig van de fitting te kunnen scheiden.Figure 7 shows schematically in longitudinal section a part of a fitting 33 with a sleeve 35 injected via pipe openings 34 by means of the so-called co-injection technique. The fitting has a center line H and a diameter d and near the open end of a coupling part. a chamber 36 in an enlarged diameter fitting portion 37, in which an injected sealing sleeve 35 is located. In this example, the cuff again has a suitable profiling on the inside. The flushing openings in this example have a radial orientation. The number of openings is large enough to provide a reliable connection between the cuff and fitting and small enough not to weaken the fitting too much and to easily separate the cuff from the fitting for recycling.

:· Figuur 8 toont schematisch in langsdoorsnede een : - 30 voorbeeld van een matrijs 40 voor het vervaardigen van een gebogen fitting 41 met een aangespoten afdichtmanchet, die in figuur 8 niet zichtbaar is, doch waarvan de positie bij 42 is aangegeven. De matrijs heeft een vormblok 43 en kernen 44,45, die bij scheidingsvlak 46 tegen elkaar liggen. De matrijs 35 omvat voorts een om de kern 44 liggende binnenbus 48 en f ï 3 buitenbus 47. De kern 44 omvat voorts weer verzwenkbare , segmenten 49, die zich bij aanvang van het spuitgietproces in > I 4iif| I Ή;! 1 r ΓΤΠ71 10C82S0 * * -7- de naar binnen gezwenkte ruststand bevinden. De vormholte voor de fitting 41 wordt gevormd door het vormblok 43, de kernen 44,45, de binnenbus 48 en de buitenbus 47. Eerst wordt op gebruikelijke wijze de vormholte met thermoplastisch 5 materiaal gevuld. Daarbij reiken in figuur 8 naalden 50, die gelijksoortig zijn aan de aanspuit- en doorbraaknaalden 27 van de figuren 3 t/m 6 ter plaatse van het fittingdeel 51 met vergrote diameter in de vormholte, zodat ter plaatse van de naalden openingen 52 met een verspringende diameter ontstaan. 10 Vervolgens wordt de buitenbus 47 teruggetrokken, zoals bij 47' is aangegeven. Nadat de bus 47 over een kleine afstand van bijvoorbeeld 15 mm is teruggetrokken neemt deze de binnenbus 48 mee, die geheel uit de fitting wordt getrokken. De lip 53 van de fitting beweegt daarbij tijdelijk elastisch 15 buitenwaarts doch neemt weer de oorspronkelijke vorm aan nadat het deel 54 met vergrote buitendiameter van de bus 48 de lip is gepasseerd.Figure 8 shows a schematic longitudinal section of an example of a mold 40 for manufacturing a curved fitting 41 with an injection molded sealing sleeve, which is not visible in Figure 8, but whose position is indicated at 42. The mold has a mold block 43 and cores 44, 45 which lie together at interface 46. The mold 35 furthermore comprises an inner sleeve 48 and an outer sleeve 47 surrounding the core 44. The core 44 further comprises pivotable segments 49 which, at the start of the injection molding process, are formed in> 4. I Ή ;! 1 r ΓΤΠ71 10C82S0 * * -7- are in the tilted-in rest position. The mold cavity for the fitting 41 is formed by the mold block 43, the cores 44, 45, the inner sleeve 48 and the outer sleeve 47. First, the mold cavity is filled with thermoplastic material in the usual manner. In Fig. 8, needles 50, which are similar to the sprue and breakthrough needles 27 of Figs. 3 to 6, extend at the location of the enlarged diameter fitting part 51 into the mold cavity, so that at the location of the needles openings 52 with a staggered diameter. The outer sleeve 47 is then withdrawn, as indicated at 47 '. After the sleeve 47 has been retracted a short distance of, for example, 15 mm, it takes the inner sleeve 48 with it, which is pulled completely out of the fitting. The lip 53 of the fitting temporarily moves elastically outwardly, but returns to its original shape after the enlarged outer diameter portion 54 of the sleeve 48 has passed the lip.

Nadat de bus 48 is weggetrokken worden de segmenten 49 buitenwaarts gezwenkt tot in de met onderbroken lijnen 49’ 20 aangegeven stand. De segmenten vormen aldus een manchetruimte aan de binnenzijde van het fittingdeel 51 met vergrote diameter. De aldus gevormde ruimte wordt vervolgens nadat één of meer aanspuitnaalden 50 op soortgelijke wijze als eerder voor de klikring beschreven een toevoerkanaal voor 25 manchetmateriaal hebben vrijgegeven en de doorbraaknaalden iets zijn teruggetrokken zodat de openingen 52 naar buiten afgesloten blijven doch met manchetmateriaal gevuld kunnen worden.After the sleeve 48 has been withdrawn, the segments 49 are pivoted outwardly into the position indicated by broken lines 49, 20. The segments thus form a cuff space on the inside of the enlarged diameter fitting portion 51. The space thus formed is then released after one or more sprue needles 50 in a manner similar to those previously described for the snap ring have released a cuff material feed channel and the breakthrough needles are retracted slightly so that the openings 52 remain closed out but can be filled with cuff material.

Vervolgens wordt de kern verwijderd en kan de van één 30 of meer afdichtmanchetten voorziene fitting uitgeworpen worden. Om de kern 44 te kunnen verwijderen dient deze een afmeting dl te hebben, die kleiner is dan de inwendige manchetdiameter d2. Bij een gebogen fitting als in figuur 8 getoond zou dit leiden tot een vlijmscherp voorrandgedeelte 35 van de binnenbus 48. Om dit te vermijden heeft de voorrand van de bus 48 een profilering die tegen een corresponderend 1008?69 -8- 1 geprofileerde rand van de kern 44 ligt. De voorrand van de bus 48 kan nu stomp zijn zoals bij 56 aangegeven.The core is then removed and the fitting provided with one or more sealing sleeves can be ejected. In order to be able to remove the core 44, it must have a dimension d1 which is smaller than the internal cuff diameter d2. With a curved fitting as shown in figure 8, this would lead to a razor-sharp leading edge portion 35 of the inner sleeve 48. To avoid this, the leading edge of the sleeve 48 has a profiling that against a corresponding 1008-69 -8- 1 profiled edge of the core 44. The leading edge of the sleeve 48 can now be blunt as indicated at 56.

Opgemerkt wordt, dat soortgelijke technieken als in het , voorgaande beschreven toepasbaar zijn bij anders gevormde 5 fittingen of voorwerpen die van een inwendige afdichtmanchet voorzien dienen te worden. Ook liggen na het voorgaande diverse varianten en modificaties voor de deskundige voor de : hand. Dergelijke varianten en modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.It should be noted that similar techniques as those described above can be applied to differently shaped fittings or objects to be provided with an internal sealing sleeve. After the foregoing, various variants and modifications are also obvious to the expert. Such variants and modifications are understood to fall within the scope of the invention.

I 10I 10

MM

f.f.

ï m üï m ü

i Ii I

•pi ï 31 1*1 t m 3 100826a THH *" '· * 2*35• pi ï 31 1 * 1 to 3 100826a THH * "'* 2 * 35

Claims

A method of manufacturing a cuff seal for a plastic fitting or fitting ring, characterized in that the fitting or fitting ring is injection molded into a mold cavity with a die 5 arranged to form the fitting or fitting ring of an internal chamber provided, the die having a core with at least a first position for forming the actual fitting (ring) and a second position, as well as a plurality of needles placed in radially dispersed positions near a circumferential portion or end edge of said chamber, which needles reach into the mold cavity during molding of the fitting (ring) to form openings in the fitting (ring), after which the core is brought into a second position to form a cuff mold cavity for a sealing cuff within said chamber, which cuff-shaped cavity is filled after retraction of the needles with a suitable material for a sealing cuff.

2. Method according to claim 1, characterized in that needles are used with a front section with a relatively small cross section at the end reaching into the mold cavity 20 and a subsequent section with a larger cross section for forming stepped openings.

3. Method according to claim 1 or 2, characterized in that the material for the sealing collar is supplied via at least one supply channel, which is released by a needle.

Method according to claim 3, characterized in that the at least one supply channel connects to an opening in the fitting (ring) formed by the respective needle.

A method according to any one of the preceding claims, characterized in that a mold is used with segments which can be pivoted inwards and outwards within a core sleeve, wherein in the first position the core sleeve delimits the mold cavity on the inside at least at the height of the chamber 35 while in the second position the core bus has shifted at least partly 10 ^: 209 -10- and the segments are pivoted outwards, so that | the segments in that position at least partly delimit the mold cavity.

6. A method according to claim 5, characterized in that: the core sleeve comprises two slidable sleeves, the outer sleeve in the second position extending further into the chamber than the inner sleeve.

7. Device for manufacturing a cuff seal for a plastic fitting or fitting ring, characterized in that the fitting or fitting ring is fitted by r! injection molding is formed in a mold cavity with a mold arranged to provide the fitting or fitting ring with an internal chamber, the mold having a core with at least a first position for forming the actual fitting (ring) and a second stand, as well as a plurality of needles placed in radially dispersed positions near a peripheral or end edge of said chamber, which needles extend into the mold cavity during formation of the fitting (ring) to form openings in the fitting (ring ), after which the core is brought into a second position to form a cuff-forming cavity for a sealing cuff within said chamber, which cuff shape cavity after retraction of the needles; j filled with a suitable material for a sealing collar.

Device according to claim 7, characterized in that the needles have a front section with a relatively small cross section and a subsequent section with a larger cross section.

9. Device according to claim 7 or 8, characterized in that the needles comprise at least one injection needle and a number of breakthrough needles, each needle having a first position in which the front section and a part of the adjoining section extend into the mold cavity, and a second position in which only the front section extends into the mold cavity 35 and the front face of the subsequent section as i. sealing surface functions, and wherein the at least one j. ή Λ Λ {"> Λ 'r-ti I U υ b / - b 9 F ίΓ77 · =" TTOS -11- syringe needle has a third position, in which a feed channel for cuff material is released.

10. Device as claimed in claim 9, characterized in that the supply channel connects to a bore in which the sprue needle is slidable.

11. Device as claimed in any of the claims 7-10, characterized in that the mold comprises segments which can be pivoted inwards and outwards within a core sleeve, wherein in the first position the core sleeve has the mold cavity on the inside at least at the height of delimits the chamber, while in the second position the core sleeve is at least partly shifted and the segments are pivoted outwards, so that the segments in that position at least partly delimit the mold cavity.

12. Device as claimed in claim 11, characterized in that the core sleeve comprises two mutually slidable sleeves, wherein the outer sleeve in the second position extends further into the chamber than the inner sleeve.

13. Device as claimed in any of the claims 7-10, adapted to form a curved fitting and comprising an inner core and a sleeve surrounding the inner core defining the inner surface of the coupling part of the fitting, characterized in that the inner core near the transition between the coupling part and the curved part of the fitting has a profiled edge, against which a correspondingly profiled end edge of the sleeve fits.

14. Fitting or fitting ring, characterized by a sealing sleeve injected by means of a co-injection technique and connected to the fitting (ring) with protrusions extending into openings of the fitting (ring).

Fitting or fitting ring according to claim 14, characterized in that the protrusions near the outer surface of the fitting (ring) have a larger cross-section than near the inner surface of the fitting (ring). 10089SQ