Prachtkleed
Het prachtkleed is het verenkleed dat sommige vogelsoorten dragen tijdens de baltsperiode. Bij vogels in gematigde streken fungeert meestal het zomerkleed als prachtkleed, maar soms juist het winterkleed, zoals bij de ijseend (Clangula hyemalis).[1] Voor tropische vogelsoorten is het prachtkleed niet gebonden aan seizoensverschillen.
Het prachtkleed vervangt het rustkleed, dat vaak een betere schutkleur heeft. Dit gebeurt door rui of door het verslijten van de vleugelpunten, waardoor onderliggende kleurpatronen zichtbaar worden. Meestal is het prachtkleed opvallend gekleurd, vooral bij mannelijke vogels. Soms zijn enkele veren extra verlengd of zijn er naakte delen verkleurd, zoals de snavel, de poten, of de lellen. Bij een beschrijving van het prachtkleed worden meestal ook deze veranderingen genoemd.
Verschillen met zomerkleed
[bewerken | brontekst bewerken]De termen zomerkleed en prachtkleed worden regelmatig door elkaar gebruikt. Hetzelfde geldt voor de termen rustkleed en winterkleed. Het wisselen tussen het winter- en zomerkleed heeft echter niet altijd direct te maken met de balts. Voor veel vogels in de poolstreken is camouflage de primaire functie van deze transformatie. Bij tropische vogelsoorten is het ongebruikelijk om van een zomer- en winterkleed te spreken.[2]
- Volker Dierschke, De Nieuwe Tirion natuurgids Vogels (Tirion Natuur, 2008) p. 6
- ↑ Ger Meesters, Lars Gejl, Herken de kustvogel (VBK Media, 2014), p. 55
- ↑ James Ferguson-Lees, Ian Willis, Tirions vogelgids (Tirion, 1987), p. 17