beleving
Uiterlijk
- be·le·ving
- Naamwoord van handeling van beleven met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleving | belevingen |
verkleinwoord | belevinkje | belevinkjes |
de beleving v
- ondervinding, ervaring; wat men zelf heeft meegemaakt
- Beleving, daar gaat het om, toch?
- Het is een hele beleving.
|
- Het woord beleving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beleving" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be